
Kaptein heeft op verschillende plaatsen over integriteit geschreven. We richten ons hier op zijn omschrijving van integriteit voor de functie van manager (Kaptein, 2002). Hij definieert daarbij integriteit in termen van drie kenmerken: authentiek, betrouwbaar en constructief (wat hij noemt ‘het ABC van de integere manager’).
De authentieke manager
De authentieke manager, in het model van Kaptein, weet wat hij wel en niet wil. ‘Hij is echt’. Hij laat zijn handelen niet alleen bepalen door wat anderen van hem verwachten. Daarbij heeft hij een ontwikkeld geweten en een duidelijk besef van eigen waarden en principes. Binnen het kenmerk authentiek onderscheidt hij drie karakteristieken: ondergrenzen, waarden en idealen. De ondergrenzen verwijzen naar praktijken die voor hem moreel onacceptabel zijn. De idealen hebben betrekking op wat de manager wil bereiken. Waarden betreffen de morele richtsnoeren van handelen. De idealen vormen het einddoel, de waarden gaan over de wijze waarop het einddoel bereikt wordt.