Leidinggevenden die na een burn-out terugkeren op de werkvloer moeten leren om andere keuzes te maken. Dat voorkomt dat ze nog een keer uitvallen.
Voor veel leiders is hun werk méér dan een baan – het is hun identiteit. Ze halen voldoening uit hun prestaties en uit de invloed die ze hebben. Maar juist dat maakt hen kwetsbaar. Want als werk je belangrijkste bron van bevrediging is, voelt elke tegenslag als een persoonlijk falen.
Dat risico is nog groter voor idealistische leiders. Zij streven naar een groots resultaat, maar worden vaak geconfronteerd met een realiteit die niet aan hun verwachtingen voldoet.
Lange werkdagen en veel verantwoordelijkheid
Door hun sterke betrokkenheid geven leiders veel. Ze maken lange werkdagen, ervaren een hoge druk en voelen zich overal verantwoordelijk voor. Daarmee overschrijden ze gemakkelijk hun eigen grenzen. Al dat ‘geven’ gaat ten koste van henzelf, met een burn-out als gevolg.
Leidinggevenden die na een burn-out goed willen terugkomen moeten daarom een aantal belangrijke keuzes maken:
- Ook zaken buiten het werk belangrijk maken, zoals sport en familie en vrienden. Dat geeft energie en maakt de afhankelijkheid van succes in het werk minder;
- Realistische doelen stellen. Vooral idealistische leiders doen er goed aan voor kleine stappen vooruit te kiezen en deze ook te waarderen;
- Duidelijke grenzen stellen en vaker ‘nee’ zeggen tegen zaken die minder belangrijk zijn. De rol van de leider is richting geven, niet alles zelf oplossen;
- Bij vermoeidheid of stress op tijd een stap terug doen;
- Kiezen voor transparantie. Leiders die hun grenzen duidelijk kenbaar maken, worden als betrouwbaar ervaren én geven het goede voorbeeld.
Leiders die deze dingen in acht nemen bij terugkeer na een burn-out kunnen weer duurzaam en krachtig leidinggeven, zonder zichzelf onderweg te verliezen.
Door: Charlotte van Asseldonk
Charlotte van Asseldonk is als leiderschapsexpert gespecialiseerd in invloedrijk leiderschap.