Met 400 pagina’s is Leiderschap van de programmamanager – Hoe jij het verschil maakt in doelgerichte opgaven een stevig boek geworden dat bestaat uit twee delen.
In het eerste kleine deel van Leiderschap van de programmamanager – Hoe jij het verschil maakt in doelgerichte opgaven krijgen we perspectieven op programmamanagement, de programmamanager en leiderschap. Het tweede deel gaat in op 14 thema’s voor het leiderschap van de programmamanager. In deel I laten de auteurs zien dat programma’s passen bij deze tijd van snelle veranderingen, ook wel de VUCA-wereld genoemd. Verschillende programmabenaderingen zoals Werken Aan Programma’s (WAP), Managing Successful Programmes (MSP), Standard for Program Management (SfPM) en Programmatisch Creëren (PgMC) passeren kort de revue. De schrijvers hebben hun programma-aanpak gebaseerd op zeven principes:- Aansluiten op de strategie van de organisatie
- Werken vanuit een inspirerende visie en doelen
- Eigenaarschap en bezieling bij mensen aanboren
- Onderkennen dat meerdere wegen naar Rome leiden
- Veranderingen omarmen en leren van ervaringen
- Je plek als programma en programmamanager kennen
- De aanpak per opgave op maat maken
Grondvormen van programmaorganisatie
We krijgen de vier grondvormen voor programmaorganisatie uitgelegd, zijnde de coördinatievorm, regievorm, realisatievorm en zelfstandige vorm. Waarbij de invloed van permanente organisaties steeds verder afneemt en de invloed van de programmaorganisatie steeds meer toeneemt. Hier wordt vervolgens de rol van de programmamanager overheen gelegd zodat we, in dezelfde volgorde, de rollen programmacoördinator, programmaregisseur, programmaleider en programmadirecteur krijgen. Ten slotte komen in dit deel verschillende typen leiderschap aan bod, zoals directief, dwingend, autoritair en autocratisch leiderschap, inspirerend, visionair, gezaghebbend, charismatisch en toonaangevend leiderschap, affiliatief, relationeel, mensgericht, samenbindend en coachend leiderschap, democratisch, participatief, systemisch, collectief, gedeeld, gedistribueerd en gespreid leiderschap, ethisch, authentiek, dienend- en spriritueel leiderschap en ten slotte transactioneel en transformationeel leiderschap. Deel II brengt ons middels 14 thema’s (gevisualiseerd door de 14 mooie foto’s op de voorkant) stap voor stap dichter bij de persoonlijkheid van de programmamanager – de mens achter de rol. Ieder thema en ook hoofdstuk begint met zo’n foto (saillant detail: als je de pagina omslaat krijg je dezelfde foto maar dan in spiegelbeeld, alsof je er doorheen kijkt).Leiderschap van de programmamanager
Per thema bespreken de schrijvers wat dat thema inhoudt en hoe het zich verhoudt tot jouw rol als programmamanager. Ze komen met theoretische kaders, hun eigen visie en met op het thema gerichte methoden, instrumenten, tabellen en technieken. Een paar voorbeelden: De ijsberg van McClelland, Insights Discovery, Programme Model You Canvas, Cynefin-model, Berenschot Strategische Dialoog, Pecha Kucha, de vierkante meter moed, kijkglas voor een succesvolle samenwerking, Program Canvas, opgavegericht teamleren, persoonlijkheidspatronen en schaduwkanten (kernkwadranten), et cetera.De 14 thema’s die besproken worden zijn:
- Kleur bekennen: Investeren in je zelfinzicht, je niche en je professionele identiteit
- Je inleven in de situatie: De match zoeken tussen wat nodig is en wat je kunt brengen
- Werken vanuit een visie: Zin creëren voor het programma en de betrokkenen
- Dienstbaar handelen: Dienend zijn aan de opgave, de mensen en de organisatie
- Moed en kwetsbaarheid tonen: Op kritieke momenten naar voren stappen en doen wat nodig is
- Mensen en belangen verbinden: Vanuit oprechte interesse en in dialoog werken aan wederzijds voordeel
- Omgaan met macht en gezag: Jezelf verhouden tot de macht om je heen en ontwikkelen van je gezag
- Bouwen aan vertrouwen: Ontwikkelen van vertrouwen als levensader van het programma
- Je integriteit onderhouden: Zorgen dat de betrokkenen zich netjes gedragen
- Eigenaarschap creëren: Werken aan de condities waaronder mensen verantwoordelijkheid nemen
- Jezelf en anderen ontwikkelen: Het programma zien als motor voor ontwikkeling van mens en organisatie
- Vitaal zijn en voor jezelf zorgen: Op vier dimensies werken aan je fitheid, vitaliteit en veerkracht
- Weerstand, spanning en conflict hanteren: Onderzoeken hoe te handelen als het anders loopt dan je wilt
- Je schaduwkant (h)erkennen: Je bewust zijn van je keerzijdes, je ego en je imperfectie.