Nieuwsgierigheid neemt tijdens je leven af, of blijft in het gunstigste geval stabiel. Dit is de uitkomst van diverse onderzoeken over nieuwsgierigheid. Je bent het meest nieuwsgierig op jonge leeftijd. Maar uit onderzoek onder Britse peuters bleek dat kinderen die thuis veel vragen stelden, op school dat bijna niet deden. De nieuwsgierigheid van kinderen wordt dus al op jonge leeftijd gedempt. Volgens de Amerikaanse psycholoog en nieuwsgierigheidsexpert Kashdan kunnen nieuwsgierigheid en het openstaan voor ervaringen weer toenemen tussen de twaalf en achttien jaar, om meestal weer af te nemen vanaf het dertigste jaar.
Trait en state van nieuwsgierigheid
Deze informatie lijkt niet overeen te komen met het verhaal van nieuwsgierige types die aangeven tijdens hun volwassen leven
nieuwsgieriger te zijn geworden. Hebben deze mensen het wel over hetzelfde? Of praten ze langs elkaar heen? Nieuwsgierigheid wordt in de literatuur vaak beschreven als een trait: een persoonlijkheidskenmerk dat min of meer vaststaat. Dit gaat dus over aanleg.
Deze trait nieuwsgierigheid wordt tegenwoordig steeds vaker vergeleken met de state nieuwsgierigheid: een staat van zijn, die opgeroepen kan worden door omgevingsfactoren. Deze vorm van nieuwsgierigheid wordt ook wel situationele nieuwsgierigheid genoemd. Dit betekent dat dezelfde persoon in bepaalde situaties nieuwsgieriger kan zijn dan in andere situaties. In aanleg ben je dus meer of minder nieuwsgierig. Je kunt ook een aangeboren voorkeur hebben voor een bepaalde vorm van nieuwsgierigheid.
Nieuwe prikkels
Maar in het dagelijks leven ervaar je continu prikkels van nieuwigheden, tegenstellingen en dingen die verrassend, complex of verwarrend zijn en je in een nieuwsgierige staat kunnen brengen. Jouw omgeving bepaalt dus mede hoe nieuwsgierig je bent. Wanneer je in aanleg meer dan gemiddeld nieuwsgierig bent, maar je je in een omgeving bevindt met minder stimulerende prikkels of waar je nieuwsgierigheid gedempt wordt, zul je minder nieuwsgierig worden of je nieuwsgierigheid minder durven delen met anderen. Op dezelfde manier kan iemand die in aanleg gemiddeld nieuwsgierig is, nieuwsgieriger worden dan gemiddeld. Dit kan gebeuren wanneer hij gevoed wordt door een omgeving die rijk is aan stimulerende prikkels en waarin nieuwsgierigheid wordt aangemoedigd en ondersteund.
Aanleg tot nieuwsgierigheid
Je wordt geboren met een bepaalde aanleg, maar op latere leeftijd verandert er iets in je brein. Dat wordt minder gevoelig voor noradrenaline en dopamine, twee neurotransmitters die eraan bijdragen dat je in een nieuwsgierige staat komt. Doordat je brein minder gevoelig wordt voor deze twee neurotransmitters ervaar je minder nieuwsgierigheid. Maar dit geldt niet voor alle soorten nieuwsgierigheid.
Robinson en zijn collega’s toonden aan dat er een afname te zien is van drie soorten nieuwsgierigheid van de jonge tot de late fases van volwassenheid:
- epistemische nieuwsgierigheid
- sociale nieuwsgierigheid
- nieuwsgierigheid naar jezelf.
Zintuigelijke nieuwsgierigheid bleek niet of nauwelijks af te nemen. Meer over deze vormen van nieuwsgierigheid lees je in hoofdstuk 4 van het boek Schaamteloos nieuwsgierig.
Betekenisvolle doelen
Je wordt niet alleen minder intellectueel nieuwsgierig door afnemende cognitieve functies, maar ook door een verandering in beleving van tijd en motivatie. Omdat ouderen een kortere toekomst voor zich hebben ervaren ze minder nut en belang van kennisdoelen en intellectuele nieuwsgierigheid. Ouderen hebben daarentegen een voorkeur voor emotioneel betekenisvolle doelen, zoals banden met familie en vrienden.
De rol van ervaren relevantie uit zich ook in praktische voorkeuren. Zo blijkt uit onderzoek naar de acceptatie van huisrobots dat de trait curiosity (aanleg) van oudere volwassenen kleiner was dan die van jonge volwassenen. Maar de state curiosity (staat van zijn) voor deze robot was hoger bij ouderen dan bij jongere volwassenen. De verklaring voor deze grotere nieuwsgierigheid van ouderen is dat zij na interactie met de robot potentiële voordelen zagen voor hun welzijn.
Nieuwsgierig zijn blijkt een effectieve manier om mentale en fysieke achteruitgang te vertragen.
Fit blijven
Hoewel je nieuwsgierigheid over het algemeen zal afnemen, blijkt nieuwsgierig zijn een effectieve manier om mentale en fysieke achteruitgang te vertragen. Onderzoek naar openheid voor ervaringen – een veelgebruikte indicator van nieuwsgierigheid – toont aan dat mensen die gedurende hun leven hoger scoren op openheid actiever, en meer educatieve en stimulerende, activiteiten opzoeken en hierdoor minder cognitieve achteruitgang ondervinden op hogere leeftijd. Langdurige – en zelfs kortstondige – nieuwsgierigheid speelt een belangrijke rol bij het ‘fit houden’ van het geheugen, de algemene cognitie en het mentale en fysieke welzijn van ouderen.
Nieuwsgierigheid is dus te ontwikkelen. Maar de mate waarin en de manier waarop is afhankelijk van vele factoren, zoals je aanleg, de kwaliteit van je cognitieve functies, je omgeving en veranderingen in je motivatie en je beleving van tijd. Wil je ook op oudere leeftijd nieuwsgierig en gezond blijven? Dan loont het om nu te investeren in je nieuwsgierigheid. In hoofdstuk 8 van het boek Schaamteloos nieuwsgierig vind je meer informatie over wat je nieuwsgierigheid kan aanwakkeren en dempen.
Bron: Schaamteloos nieuwsgierig
Door: Danae Bodewes