De coronapandemie heeft bij velen tot inzichten geleid. We zijn ons ervan bewust geworden dat we als mensheid niet altijd de regie in handen hebben. Dat de natuur ons kan ‘overvallen’ met een pandemie die hard ingrijpt in ons leven. Tegelijk groeit het besef dat deze pandemie naar alle waarschijnlijkheid mede het gevolg is van onze manier van leven en de wijze waarop we omgaan met de natuur, in het bijzonder met onze dieren in de bio-industrie. In die zin is de pandemie een kans om ons te bezinnen op onze handelswijze.
Geschatte leestijd: 4 minuten
Inhoudsopgave
Willen we op dezelfde voet door of grijpen we de kans om een nieuwe start te maken? Gaan we weer net zoveel vliegen en autorijden als voorheen of benutten we de ervaring die we noodgedwongen hebben opgedaan met thuiswerken en online vergaderen? Gebruiken we onze kennis over de verspreiding van virussen van dier naar mens om onze bio-industrie kritisch onder de loep te nemen? Accepteren we de stijgende energierekening als gevolg van hogere olie- en gasprijzen of zetten we in op alternatieven?
Groot denken, klein beginnen
Die herbezinning geldt niet alleen voor topwetenschappers, wereldleiders en multinationals, maar ook voor jou en mij. Omdat het om complexe problemen gaat die niemand in zijn eentje kan oplossen, bestaat het gevaar dat niemand zich verantwoordelijk voelt en iedereen afwacht tot een ander de eerste stap zet en er dus
niets gebeurt.
Elke stap, hoe klein ook, is een stap in de goede richting: een rimpeling die uiteindelijk een golf kan veroorzaken. Een voorbeeld?
Als jij vanavond je gasten in plaats van vlees een smakelijke vleesvervanger voorzet, gooien zij er misschien volgende week ook een in hun winkelwagen, waarop de supermarkt volgende maand de plantaardige afdeling uitbreidt, waardoor de producent van vleesvervangers volgend jaar kan investeren in nieuwe smaken. En zo
rolt de groeiende sneeuwbal als vanzelf verder.
Minder vanzelfsprekend op het werk
Opmerkelijk genoeg vinden veel mensen het minder vanzelfsprekend om ook op hun werk het goede voorbeeld te geven. Misschien herken je je hierin wel? Thuis scheid je keurig je afval en stimuleer je je kinderen om dat voorbeeld te volgen, maar als er op je werk geen aparte bakken staan, kom je niet op het idee om dat aan te kaarten of denk je ‘laat maar’. In de supermarkt ga je als het even kan voor bio of scharrel, maar in de bedrijfskantine sta je er niet bij stil welke variant je op je bord legt. De eerlijkheid gebiedt te zeggen het omgekeerde ook voorkomt: zoals er tandartsen zijn die hun eigen gebit verwaarlozen, zijn er ook duurzaamheidsmedewerkers die zo druk zijn met het terugdringen van de broeikasgassen van hun organisatie dat ze er niet aan toekomen om hun eigen oude diesel in te ruilen of zonnepanelen op hun dak te leggen.
Interessant wordt het als er een wisselwerking ontstaat tussen thuis en werk. Neem de commerciële medewerker die wat aan de klimaatimpact van de verpakkingen van zijn bedrijf wilde doen om te voorkomen dat hij een grote klant zou verliezen. Bij het boodschappen doen in de supermarkt begon hij als vanzelf ook te letten op verpakkingen. Waarom zit er eigenlijk plasticfolie om een komkommer? Deze heeft toch al een schil van zichzelf? Steeds vaker ergerde hij zich aan de in zijn ogen onnodige hoeveelheid plastic verpakkingsmateriaal.
Toen hij dit tijdens een lunchpauze ter sprake bracht onder collega’s veroorzaakte zijn verontwaardiging een feest van herkenning. Maar ze konden ook allemaal voorbeelden noemen van hoe het beter kon. Uit deze waterval aan ideeën selecteerden zede beste en pasten die toe bij hun eigen verpakkingen.
Beter klimaat begint op je werk
Een beter klimaat begint op je werk. Dit hoeft niet te blijven bij simpele ingrepen zoals afval scheiden en de lichten uitdoen als je je kantoor verlaat. In het boek Klimaatwerkers zien we voorbeelden van doodnormale medewerkers die door hun gezond verstand te gebruiken praktische oplossingen met grote impact aandroegen waardoor hun organisatie klimaatvriendelijker is gaan werken.
Hiervoor hoef je echt geen topman of -vrouw binnen je organisatie of klimaatactivist te zijn. Hopelijk laat je je bij het zetten van stappen niet ontmoedigen door de aanhoudende stroom alarmerende berichten in de media (en in dit hoofdstuk!) over het klimaat, maar vat je die juist op als een aansporing. Want zoals gezegd: de oplossingen zijn er en we zijn nog niet te laat om het tij te keren.
Succesvolle klimaatwerkers houden voortdurend scherp voor ogen hoe hun inspanningen bijdragen aan de hogere (maatschappelijke) langetermijndoelen van hun organisatie. Door die andere, bredere blik zijn ze gemotiveerder, creatiever en innovatiever. Soms kun je die ‘hogere doelen’ vrij letterlijk nemen. Neem de jonge medewerker die bij de NASA de vloer stond te dweilen toen president John F. Kennedy er een bezoek bracht. Op de vraag van de president wat zijn werk inhield, antwoordde hij trots: ‘Ik help een mens op de
maan te krijgen.’ Zoals iedereen bij de NASA op zijn eigen manier bijdroeg aan de maanmissie, zo kan iedereen binnen zijn of haar organisatie bijdragen aan de klimaatmissie.
Groot denken, klein beginnen: daar gaat het om.
Bron: Klimaatwerkers