Op de werkvloer hebben we met tig tegenstellingen te maken en als je niet oppast begraven mensen zich in hun eigen gelijk, valt de communicatie uit en zit de boel muurvast. Filosoof en consultant Ivo Brughmans laat zien dat verlangens, zorgen en angsten aan beide kanten spelen maar wie focust op de inhoud is daar vaak blind voor. In een nieuw boek verkent hij manieren om vanuit gepolariseerde posities weer tot elkaar te komen en de tegenstellingen te benutten.
In juni komt het nieuwe boek (De)polarisatie van Ivo Brughmans uit en bij de totstandkoming ervan voelt hij, werkend vanuit Antwerpen en Utrecht, in zichzelf ook de nodige tegenstellingen opspelen. Want moet het niet praktischer zegt de consultant in hem? Een lekker how-to werkboek dat er makkelijk in glijdt? Nee, het moet juist grondig opgebouwd zijn vanuit een integrale visie, zegt de innerlijke filosoof.
Niet of-of maar en-en
Het hoeft niet ‘of-of’ leer je de lezer. Het mag ‘en-en’.
‘Ja dat is mijn boodschap. Daarvoor moet je begrijpen hoe ik naar polariteiten en paradoxen kijk. Polariteiten zijn twee waarden die tegengesteld lijken maar onlosmakelijk samenhangen: centraliseren en decentraliseren, controle en loslaten, theorie en praktijk. Ze houden elkaar in evenwicht en roepen elkaar als vanzelf op. Daar kun je op twee manieren mee omgaan.
Je kunt het als een dilemma zien waar je er een van moet kiezen. Maar je kunt er ook naar kijken als naar een paradox: twee kanten die elkaar lijken uit te sluiten, maar die elkaar toch kunnen versterken: dus én- én. Dan maak je de polariteiten vruchtbaar omdat je de spanning op een positieve, constructieve manier gebruikt. Dus ja, wordt het een conceptueel onderbouwd én heel praktisch boek? Dat is mijn spanningsveld en daar worstel ik nu mee. Wat vind jij?’
Je doel is wel, lees ik, om de lezer praktische handvatten te geven. Polarisatie hanteerbaar maken.
‘Ik hoor om mij heen veel nobele oproepen om meer genuanceerd te denken, met elkaar het goede gesprek te voeren en beter ons best te doen om tot elkaar te komen, maar hoe doe je dat dan? Dat antwoord wordt vaak niet gegeven en het is natuurlijk ook niet zo eenvoudig. Mensen kunnen wel proberen om genuanceerd te zijn, maar het probleem is dat ze meestal denken bij polarisatie dat ze met een inhoudelijke discussie te maken hebben. Dat is echter een misvatting.’
Waar gaat het dan wel over?
‘Polarisatie gaat altijd over identiteit. Neem dit voorbeeld over een zorginstelling dat ik laatst hoorde. Er was discussie over het geven van fruit aan de bewoners: een deel van het personeel was voor fruitpap en een deel voor hele stukken fruit. Dat klinkt banaal, daar kun je toch wel uitkomen? Maar nee het liep hoog op. Dan kun je een laag dieper gaan en zeggen: het gaat eigenlijk over tegengestelde waarden. Misschien is er ooit iemand bijna gestikt in een stuk appel en dan zet je voortaan veiligheid voorop. Terwijl de ander redeneert vanuit zelfstandigheid: een bewoner moet zoveel mogelijk zelf blijven doen. Maar dan ben je er nog niet, want als je nog dieper graaft dan blijkt het iets te zijn tussen oudgedienden en nieuwkomers op de werkvloer: een gebrek aan wederzijdse erkenning.’
Wanneer is het polarisatie?
En wanneer noem je dat dan polarisatie?
‘Polarisatie ontstaat als mensen zich gaan identificeren met hun waarden en posities. Dan wordt inhoudelijke kritiek op hun standpunt ervaren als een aanval op wie ze zijn. Dus als je dit fruitvraagstuk via de as van de inhoud tracht op te lossen dan botst het volgende week wel weer over iets anders. Er zit op een dieper niveau een breuklijn die gaat over identiteit en bestaansrecht en elk incident, hoe banaal ook, zal worden aangegrepen om deze breuklijn te voeden. Het gaat vaak niet zozeer over de verschillen in visie, maar over wat mensen in gelijke mate willen, namelijk erkend en gezien worden.’
Tegenstellingen horen erbij, wanneer wordt het echt problematisch?
‘Spanning en conflict is des levens, en dat is prima. Het wordt problematisch als mensen helemaal vast komen te zitten in een identiteit en dat daardoor de communicatie uitvalt, dat het vast zit. Tegenstellingen mogen en moeten er zijn, maar die moeten lopen en flowen en met elkaar botsen en elkaar verrijken, en dat lukt niet wanneer er loopgraven zijn.’
Waarom denk je dat we het woord polarisatie steeds meer in de mond nemen?
‘Polarisatie laait sterk op in tijden van transitie en onzekerheid, waarbij zich grote machtsverschuivingen voordoen. Bestaande groepen voelen hun invloed en status afnemen, waardoor ze krampachtig vasthouden aan wat ze hadden, en andere groepen winnen aan invloed waardoor ze zich assertiever en strijdvaardiger opstellen. Aan beide kanten lonken dan de extremen. Andrew Tate is zo populair omdat veel jonge mannen zich heel onzeker en in het defensief voelen over hun rol en positie. De alomtegenwoordige media die floreren door verschillen juist uit te vergroten en de druk die we voelen om overal iets van te vinden, zijn dan belangrijke katalysatoren.’
Polarisatie laait sterk op in tijden van transitie en onzekerheid, waarbij zich grote machtsverschuivingen voordoen
En in organisaties?
‘Mensen zijn zich veel meer als individuen gaan gedragen en gebruiken de organisatie om zelf verder te komen. Ze komen met hun eigen waarden binnen en de muren tussen binnen en buiten zijn veel minder sterk dan vroeger. Een probleem als Israël en Palestina kan wetenschappers op universiteiten verdelen. Een beweging als #metoo heeft veel teweeg gebracht op de werkvloer. Je kunt binnen je organisatie wel het goede gesprek voeren, maar dit is geen geïsoleerd gebeuren. Daarbuiten zitten anderen de boel op te stoken en die invloed kun je niet controleren. Dan krijg je een werknemer die op kantoor zegt dat hij wel snapt dat vrouwen zich onveilig voelen maar dan in zijn eigen kring door vrienden een watje wordt genoemd. Daarnaast moeten we steeds meer met elkaar samenwerken, maar moet het ook allemaal heel snel. Door de grote druk is er vaak weinig tijd om echt met elkaar te praten en dan trekken mensen zich al gauw terug in hun eigen gelijk.’
De echte ergernis
Je schrijft in je boek dat we om te depolariseren onze eigen emotionele reacties moeten onderzoeken. Daar hoort bij dat we andere kanten in onszelf verkennen, zonder dat we onze eigen identiteit hoeven te ontkennen. Waarom is dat zo moeilijk?
‘In mijn boek geef ik het voorbeeld van de controlfreak die zich stoort aan de losbol. De echte ergernis is dat de ander met een eigenschap wegkomt die jij jezelf niet toestaat. Het is dan makkelijk om boos te worden op de ander terwijl je ook de losbol in jezelf een plek kunt geven. Soortgelijke discussies tref je ook tussen generaties als het gaat om veel uren maken of om het opofferen van tijd met je gezin. De oudere generatie vindt het dan makkelijker om de nieuwe generatie verwend te noemen en maatregelen voor meer balans overdreven. Want als je toegeeft dat het ook anders kan, dan is jouw offer voor niks geweest. Dat is te pijnlijk. Het is makkelijker om dan te zeggen dat de ander moet doen wat jij hebt gedaan. Als je zelf nooit met je gezin kon eten en nu ziet dat jonge mensen die balans wel opeisen, ja, dat is lastig om te aanvaarden. De kunst is om je eigen pijn hierover onder ogen te zien en de ontdekking dat het ook anders kan als een verrijking te zien.’
Je best doen om de behoefte van de ander echt te begrijpen, vraagt dat om wederkerigheid?
‘Ja, je zult ook zelf met de billen bloot moeten. Wat averechts werkt, is dat je de ander als een soort therapeut gaat uitvragen terwijl je zelf op de vlakte blijft. Dan krijg je totale ongelijkwaardigheid. Toch gebeurt dat wel veel onder het motto: het probleem ligt bij de ander en die moet zich verklaren. Dan werkt het dus niet.’
En als je overtuigd bent van het goede, moet je daar dan op toegeven?
‘Nee nee, je gaat voor wat je passioneel gelooft, alleen is het belangrijk om daar de relativiteit van in te zien. Je ziet toch altijd een gedeeltelijk perspectief, je ziet het nooit helemaal. Die fundamentele openheid blijft voor mij een hele belangrijke.’
Maar stel je bent echt tegen Zwarte Piet en wil rondom Sinterklaas niks in het bedrijf zien dat daarop wijst? Punt.
‘Het is toch interessant om te weten wat de ander daar dan zo in raakt? Dit kan het gevoel zijn dat er iets wordt afgepakt, dat men niet gehoord wordt of plots wordt weggezet als racist. Het is goed om dat uit te spreken. Pas dan kan je een volwassen gesprek voeren. Erkenning geven aan elkaar. En kijken wat daar uit komt.’
Moet het altijd een compromis worden?
‘Als we op het niveau van de inhoudelijke standpunten blijven, dan is een compromis het hoogst haalbare. Maar wanneer we er dieper in gaan en beter de onderliggende waarden en behoeften van de ander trachten te begrijpen, dan kunnen we die ook meenemen en het vraagstuk breder stellen. Dan ontstaat er ruimte om te zoeken naar creatieve en/en-oplossingen die de kracht van beide kanten benutten. In het geval van Zwarte Piet, hoe kunnen we een verbindend kinderfeest hebben waarin én de waarde van traditie én het gevoel van inclusie centraal staan? Dat is de paradoxale uitdaging. Dan ontstaan er veel meer mogelijkheden.’
Uit de loopgraven
Je neemt in je boek ook de tradwives als voorbeeld. Vrouwen nemen elkaar graag de maat op dit onderwerp. Hoe komen we uit onze loopgraven?
‘Het is prima dat je een mening hebt. En als fulltime werken voor jou comfortabel is en jouw identiteit voedt, dan is dat ook prima. Maar waarom wil je zo graag dat anderen hetzelfde doen als jij? Schaadt het jou dat zij het anders doen? Waarom word je daar kwaad van? Het helpt om dat eerlijk te onderzoeken. Je kunt het zijn van tradwife ook zien als een ultieme feministische keuze. Of geldt alleen werken als een manifestatie van vrouwelijke kracht en waarom dan?
‘Het gevaar is dat je motieven gaat toeschrijven aan de ander. Je gaat die persoon vernauwen en reduceren tot één label. Maar die persoon is veel meer dan dat en dat zie je niet meer. Het wordt dan een abstract idee waar je je woede op kunt richten. En daarmee doe je die persoon maar ook jezelf onrecht aan. Ontmoet elkaar daarin, dat zou mijn boodschap zijn.’
Het boek van Brughmans speelt zich af op vier systemische niveaus. Het begint bij kritisch zelfonderzoek, schakelt daarna door naar onze omgang met anderen en klimt vervolgens naar het niveau van leiderschap om te eindigen op het niveau van beleid: hoe kunnen structurele maatregelen polarisatie voorkomen, indammen en kanaliseren.
Wat moeten leidinggevenden kunnen om met loopgraven op de werkvloer om te gaan?
‘De leidinggevende moet zich vooral verbinden met het einddoel en de verleiding weerstaan om voor een van beide kanten te kiezen. Hij is op dat moment van het begeleiden van het proces en niet van de inhoud. Soms lukt dat niet, omdat je zelf een agenda hebt die je verdacht maakt. Dan moet je die rol aan een neutrale derde overlaten. De rol van de leidinggevende in het algemeen, maar in het bijzonder bij polarisatie, is er een van zorgvuldig balanceren: tussen openheid en veiligheid, tussen verbinden en begrenzen of tussen sensitiviteit en zaken duidelijk benoemen. Benoem ook je eigen spanningsvelden. Een leider die een sterke onwankelbare mening heeft, dat werkt niet meer in een wereld die ongelooflijk complex is geworden. De veranderingen zijn onvoorspelbaar en daar kan je niet meer met een vaste koers doorheen. Wat helpt is het einddoel voor ogen houden. Dat doe je als opvoeder ook: je wilt een zelfstandig mens opvoeden. Daarvoor moet je vasthouden en loslaten, maar nooit een van de twee. Soms veer je mee en soms ben je streng. Dus identificeer je niet met het middel, maar met het doel. Zeg niet: ik ben van centralisatie of decentralisatie. Nee, je zet datgene in wat nodig is. Je speelt als het ware met de schuifjes op het mengpaneel.’
Leiders die voor polarisatie zorgen
Een leider kan zelf ook voor polarisatie zorgen, schrijf je.
‘Absoluut. Verdeel en heers is een zeer goede techniek die menig manager beheerst. Team A kan het wel, maar team B heeft het nog niet. Of bij veranderopgaven: ‘de aanpak uit het verleden was flut en dit is de nieuwe briljante visie’. Wees je ervan bewust dat je soms zelf de grote aanjager bent. En dat het tegen elkaar opzetten van mensen ertoe kan leiden dat het verhardt en disfunctioneel wordt. Competitie kan wel werken, maar dan moet je ook heel sterk inzetten op verbinding aan de andere kant.’
Een hele mooie passage uit het boek is deze: ‘Kunnen we onszelf zien als gedreven door dezelfde mix van waarden, verlangens, angsten en basale behoeften als ieder ander?’ Kan jij dat inmiddels Ivo?
‘Uiteraard heb ik ook de neiging om me beter te voelen dan anderen. Ik erger mij bijvoorbeeld continu aan mensen die hun eigen ego en status weer eens flink in de verf willen zetten, bijvoorbeeld door met hun opgevoerde auto door mijn straat te scheuren. Dat roept bij mij een gevoel van morele superioriteit op: ‘ik bezondig mij daar niet aan, dus ben ik verder ontwikkeld dan zij’. Maar als ik eerlijk naar mezelf durf kijken, dan kan ik alleen maar vaststellen dat ik precies dezelfde drijfveren heb, al uiten ze zich op een totaal andere manier. Ik ontleen mijn ego en status aan het feit dat ik boeken schrijf en lezingen geef, en vind dat ik daardoor bijzonder ben. Het gaat mij daarbij ook niet alleen om mijn onbaatzuchtige bijdrage aan een betere wereld. Ik wil evengoed gezien worden en aandacht en waardering krijgen, maar dan op mijn manier. Als ik dat doorzie, kan ik met wat meer zelfrelativering, humor en mildheid naar mezelf kijken, en op die manier ook naar anderen.’
Ivo Brughmans spreekt op het Jaarcongres Verandermanagement op 26 juni in Leusden. Erbij zijn? Inschrijven kan hier. Zijn nieuwe boek (De)polarisatie wordt in juni verwacht bij Boom Management.
Door: Jannie Benedictus