We bewonderen vaak de daadkracht van succesvolle leiders. Die zijn resoluut, scherpzinnig, zeker van hun zaak. Denken we. Verrassend genoeg laat onderzoek iets heel anders zien. De meest effectieve leiders? Die nemen hun tijd, staan open voor twijfel, en weten dat ze niet alles zeker weten. Net als wetenschappers doen. Sterker nog, bedrijven met leiders die dit wetenschappelijk denken omarmen, presteren tot wel veertig keer beter dan hun concurrenten. Ja, dat lees je goed. Veertig keer!
Wetenschappelijk denken
Wat betekent dat ‘wetenschappelijk denken’ voor jou?
Jij als leider, van teammanager tot bestuurder of aanvoerder van je hockeyteam, kunt leren van wetenschappers: die zijn erop getraind om niet blind te geloven wat ze denken, maar om te onderzoeken of hun gedachten kloppen. Ze zijn nieuwsgierig, kritisch, en bereid hun mening te herzien als de feiten dat eisen. Zelfs als dit van ze vraagt tegen hun oorspronkelijke overtuigingen in te gaan!
Stel jezelf de vraag: ben jij bereid je eigen diep gekoesterde overtuigingen ter discussie te stellen, in dienst van betere resultaten?
Je eigen verhaal bevragen: ongemakkelijk, toch?
Je eigen verhaal kritisch onder de loep nemen, voelt vaak ongemakkelijk. We zijn het niet gewend om onszelf uit te dagen op de vraag: “Klopt het wat ik zeg? Maak ik een denkfout? Zou het kunnen zijn dat ik het fout heb?” In onze cultuur hebben we geleerd we zeker moeten zijn, een plan moeten hebben, en resoluut knopen moeten kunnen doorhakken. De afgelopen periode lijken onze politieke leiders zelfs door te schieten van een gezonde zelfverzekerdheid naar “Ik moet bij stuk houden! Zelfs als blijkt dat wat ik zeg niet waar is!” Trump loog de eerste vier jaar in het Witte Huis 30.573 keer, turfde de Washington Post. Omdat het voor hem belangrijker is zijn eigen verhaal te vertellen, dan op zoek te gaan naar wat écht waar is.
Liegen en bullshit
De Amerikaanse filosoof Harry Frankfurt maakte ooit een onderscheid tussen liegen en wat hij ‘bullshit’ noemde. Leugens kennen de waarheid, maar verbergen die. Bullshit, daarentegen, interesseert zich niet eens voor de waarheid. Het gaat over oppervlakkigheid: snel iets roepen, een mooi verhaal ophangen, indruk maken. Op jezelf of anderen.
Hoe klinkt jouw shitterige eerste versie?
We maken ons allemaal schuldig aan op zijn minst bullshitten, omdat we nu eenmaal graag zo snel mogelijk een verhaal willen hebben. Dat voelt comfortabel, dus we combineren een beperkte hoeveelheid echte gegevens en een grote hoeveelheid gefantaseerde gegevens tot een emotioneel bevredigende versie van de werkelijkheid, aldus psycholoog en leiderschapsonderzoeker Brené Brown. Dat zijn onze zogenaamde shitterige eerste versies van de werkelijkheid. Niet erg betrouwbaar.
Welke shitterige eerste versies verzin jij? En wat kost jou dat? Of jouw collega’s? Of jouw organisatie?
De kracht van kritische zelfreflectie
Echt goede leiders dagen hun eigen bullshit uit, en ook die van de mensen om hen heen. Zij willen wérkelijk weten wat het probleem is / waar de pijn zit / wat werkt / wat anders in elkaar zit dan hun eigen ideologie hun idealiter doet geloven. Zij zijn bereid hun eigen shitterige eerste versies in te ruilen voor meer doorleefde wijsheid. Hoe doen ze dat? Zij maken het zichzelf goedbedoeld moeilijk: ze dagen zichzelf continu uit.
De les van Socrates
Jij hoeft geen wetenschapper te zijn om de kunst van goedbedoeld moeilijk maken onder de knie te krijgen. De Griekse filosoof Socrates geloofde dat je door vragen te stellen dichter bij de waarheid komt. Niet zomaar vragen, maar echte, scherpe vragen, die jouw denken liefdevol ontregelen: Waarom denk ik dat dit waar is? Wat mis ik hier? Wat zou een ander hiervan zeggen? Door deze houding geef je niet alleen jezelf ruimte om te groeien, maar win je ook het vertrouwen van je team. Niemand wil immers een leider volgen die alleen mooie verhalen ophangt.
En vergeet niet: leiders die hun denken continu bevragen, kunnen hiermee ook nog eens organisaties tot 40x winstgevender maken! Of eerlijker. Of socialer. Of effectiever. Wat jij nastreeft.
Wat kun je nú doen?
Hier is een simpele oefening die je vandaag kunt proberen:
1. Schrijf een overtuiging op waar je zeker van bent:
- Bijvoorbeeld: “Onderlinge feedback helpt een team groeien.”
2. Vraag jezelf:
Kan ik 100% zeker weten dat dit waar is?
- Bijvoorbeeld: “Ja.” Dan stopt je onderzoek hier. Heb je jezelf écht uitgedaagd?
- Bijvoorbeeld: “Nee.” Ga door naar stap 3.
3. Neem een andere positie in:
Zoek naar een concreet voorbeeld waarin je overtuiging niet waar was.
- Bijvoorbeeld: “Ik zie dat de spanningen in het team oplopen, nadat ik heb opgeroepen elkaar meer feedback te geven, zonder dat de resultaten beter zijn.”
4. Formuleer een vraag:
Wat heb jij nu te onderzoeken, nu je weet dat je eerste overtuiging niet altijd waar is? Formuleer een onderzoeksvraag, zoals een wetenschapper dat zou doen.
- Bijvoorbeeld: “Wat zijn de randvoorwaarden om feedback te laten werken?”
En nee, ga niet proberen je eerste overtuiging te verdedigen! Maar laat je ego varen en ga op zoek naar wat je oprecht nog niet weet!
Jouw superkracht als leider
Je zult merken dat deze simpele oefening niet alleen je denken verfrist, maar ook nieuwe mogelijkheden opent. Niet-weten is geen zwakte. Het is een superkracht.
Beluister de podcast: Goedbedoeld moeilijk maken met Ariane van Heijningen
Door: Ariane van Heijningen
Dit artikel is het vierde van een serie van vijf blogs voor Boom Management, geschreven door Ariane van Heijningen, auteur van het boek Goedbedoeld moeilijk maken – hét boek voor coaches en iedereen die het lef heeft om levensveranderende gesprekken te voeren. Van Heijningen is spreker, trainer en coach en heeft een scherp oog voor het menselijke denken en doen. Ze helpt mensen vragen te stellen die leiden tot verdieping, en dat doet ze met passie, humor en toewijding. Lees meer op Denkplaats