Politiek sensitief zijn is geen beroep of functie. Het is altijd een kwaliteit die aanvullend nodig is naast een aantal andere kwaliteiten, zoals: leidinggeven, financiële deskundigheid, verstand van woningen bouwen, inzicht in onderwijs of kennis van de gezondheidszorg. Het is niet zo moeilijk om bij een personeelsadvertentie ‘politieke sensitiviteit’ in het rijtje van vereisten op te nemen die voor de functie benodigd zijn. Velen doen dat. De vraag is natuurlijk wat je daarmee wilt bereiken, wat je eronder verstaat en hoe je de juiste kandidaat dan laat bovendrijven.
Geschatte leestijd: 5 minuten
Inhoudsopgave
Soorten sensitiviteit
Bij de Rijksoverheid heeft men getracht, in algemene zin, alle competenties voor medewerkers te objectiveren en eenduidig vast te leggen in een rijksbrede beschrijving, het zogenoemde Functiegebouw Rijk. Daarin maakt men onderscheid tussen verschillende soorten sensitiviteit. De exacte invulling verschilt per functie en per niveau (schaal). De volgende tabel is een voorbeeld van hoe het Rijk er invulling aan geeft voor communicatieprofessionals. De linkerkolom bevat een algemene beschrijving uit Functiegebouw Rijk en de rechterkolom een bij de functie en schaal passende operationalisering in een aantal voorbeelden.
Houdt balans in de effecten van beleid en het eigen handelen op (individuele mensen in) de samenleving, de politiek-bestuurlijke omgeving en de eigen organisatie. | Begrijpt het bestuurlijke krachtenveld en heeft gevoel voor politiek. Kan inschatten wat de effecten zullen zijn van een gekozen frame in politiek, organisatie en samenleving. Benut en creëert – in overleg – actief publicitaire mogelijkheden. Schat politieke en maatschappelijke afbreukrisico’s goed in, escaleert tijdig naar directeur of senior woordvoerder. Verplaatst zich in de ander om zo zorgen en vragen in kaart te brengen. Zoekt contact met stakeholders binnen en buiten de organisatie. Toont zich een actieve luisteraar en vraagt door. |
Houdt rekening met de gevolgen van ontwikkelingen, beslissingen en acties voor de bewindspersonen, het beleid en de ambtelijke top. | Begrijpt het bestuurlijk krachtenveld en heeft gevoel voor politiek. Verbindt de actualiteit met wat er speelt op het beleidsterrein. Anticipeert op tegengeluiden en risico’s in de publieke opinie op het betreffende beleidsthema. Schat goed in welke vragen rond een beleidsthema moeten worden onderzocht. |
Houdt rekening met de gevolgen van interne ontwikkelingen, beslissingen en acties voor de organisatie. | Heeft goed inzicht in de (belangen)tegenstelling tussen verschillende onderdelen van een departement en verschillende bewindspersonen. Verwerft steun voor zijn aanpak bij collega-speechschrijvers, de eerste woordvoerder, politiek adviseur en betreffende beleidscollega’s. Weet woorden te vinden die de beleving van de eigen organisatie raken. Begrijpt hoe processen in de organisatie lopen. Weet waar taken en verantwoordelijkheden liggen. Escaleert op het juiste moment naar de directeur communicatie of eerste woordvoerder. |
De verschillen tussen de hierboven genoemde vormen van sensitiviteit, hebben met name betrekking op de context waarin de sensitiviteit benodigd is. Sensitiviteit ten aanzien van de samenleving, de organisatie of de politiek. In alle gevallen gaat het om een bepaalde mate van gevoeligheid voor de belangen van anderen en wat dat betekent voor je eigen handelen.
Vijf universele en vijf specifieke kwaliteiten
Het Rijk heeft voor communicatiemedewerkers bovenstaande uitwerking gemaakt. Dit is een voorbeeld van hoe je de (politiek) sensitieve competenties concreet kunt maken. Afhankelijk van je eigen context kun je iets soortgelijks doen voor de medewerkers die jij zoekt. Hierbij zou je gebruik kunnen maken van de tien kwaliteiten die ik bespreek in mijn boek Politiek sensitief aan de slag.
Ik onderscheid vijf universele kwaliteiten, namelijk empathisch, observerend, politiek analytisch, resultaatgericht en nieuwsgierig. In aanvulling hierop benoem ik vijf specifieke kwaliteiten die tot nut zijn als je over gaat tot politieke actie. Dus als je zelf gaat interacteren met anderen: relationeel, charismatisch, betrouwbaar, creatief en humoristisch.
Ga voor elk van deze kwaliteiten na hoe relevant je deze vindt voor de functie die je wilt invullen. Vervolgens bedenk je welke operationalisering erbij past: enkele voorbeelden van wat de persoon in de praktijk zou moeten kunnen. Door dit te doen wordt het concept ‘politieke sensitiviteit’ tastbaarder en concreter. Je maakt voor jezelf duidelijker waar je naar zoekt en wat jouw kandidaat zou moeten kunnen.
Tips voor selectiegesprekken
In de voorbereiding op het schrijven van Politiek sensitief aan de slag heb ik veel met de geïnterviewden gesproken over hoe je politieke sensitiviteit herkent en waar zij op letten als ze iemand moeten selecteren. Ik geef vijf voorbeelden van ervaringen en suggesties:
- Pas de STAR-methode toe. Vraag de kandidaat om een Situatie. Wat was daarin zijn Taak? Welke Actie heeft hij uitgevoerd en wat was het Resultaat? Bijvoorbeeld voor een bestuurder van een woningcorporatie: heb je wel eens draagvlak moeten zoeken voor een moeilijk besluit, zoals het slopen van een wijk?
- Tast af hoe een kandidaat zijn brede oriëntatie op vraagstukken doet. Gaat hij met betrokkenen praten? Pakt hij de fiets om erop uit te trekken?
- Organiseer peer-to-peergesprekken. Een gesprek met iemand in een vergelijkbare functie om af te tasten of de kandidaat een goed beeld heeft bij de functie en kan aangeven hoe hij zou handelen in een dergelijke situatie. Tegelijkertijd voor de kandidaat een manier om zich een beter beeld te kunnen vormen en te kunnen nadenken of hij wel echt over de benodigde competenties beschikt.
- Laat een kandidaat reflecteren op een dossier. Volgt iemand het nieuws een beetje? Heeft iemand betrokkenheid bij het publiek belang? Hoe een kandidaat over iets praat, zegt al heel veel. Sommigen hebben weinig besef van wat hun toegevoegde waarde kan zijn en zijn verblind door de inhoud. Anderen vallen juist op doordat ze goed lijken te doorzien wat nodig is.
- Let op taal en relativeringsvermogen. Het vermogen ook om anderen iets te gunnen. Soms de ander het succes gunnen en zelf naar de achtergrond gaan en dat niet erg vinden. De persoon is niet groter dan de zaak.
Door: Michel de Visser
Bron: Politiek sensitief aan de slag