Een van de belangrijkste aspecten van ons gedrag die we moeten ombuigen, is ons denken vanuit schaarste. In een wereld waarin kennis zich razendsnel verdubbelt, is het oude adagium ‘kennis is macht’ een garantie om snel achter de feiten aan te lopen. Kennis voor jezelf houden kost energie en beperkt je vermogen om naar de buitenwereld te kijken. Je zou zelfs kunnen stellen dat kennis voor jezelf houden een ouderwetse verdedigende actie is, die onnodig energie kost. Kennis delen daarentegen verrijkt de kennis, veroorzaakt versnelling en geeft ruimte. Kennis wordt – net als inspiratie, optimisme, vertrouwen en ideeën – altijd meer als je haar deelt.
Dat geldt helaas ook voor haat, angst en woede, zoals veel politici weten. Het zaaien van haat, angst en woede staat namelijk haaks op het omarmen van diversiteit. Met dezelfde energie waarmee je haat zaait, kun je ook optimisme, kennis, ideeën, hoop, vertrouwen en andere positieve bijdragen delen. De voorbeelden in mijn boek Ondernemen met Impact geven aan tot welke positieve effecten dat kan leiden.
Angstig leiderschap
Leiderschap dat is gericht op angst voor het onbekende, lijkt krachtig, en sommigen vinden het zelfs dapper. Daardoor vinden dit soort leiders helaas veel gehoor. Angst voor nieuwe culturen en onbekende ontwikkelingen ligt in onze veranderende samenleving natuurlijk voor de hand. Er is echter geen enkele indicatie dat we het groeien van de diversiteit in onze samenleving kunnen tegenhouden, dus je energie steken in het proberen te stoppen van die beweging, of in het benadrukken van die verschillen waardoor de onverdraagzaamheid wordt gevoed, is sowieso een doodlopende straat. De innovaties die we nodig hebben volgen juist uit het omarmen van de verschillen. Dat is niet alleen goed voor de wereld, maar ook voor de business. In de bedrijven van Silicon Valley wordt dit dagelijks bewezen, met een internationale diversiteit aan talenten. Het is dan ook veel slimmer en effectiever om te kijken welke kansen diversiteit biedt. Met een golf meesurfen is veel leuker en geeft veel meer energie dan tegen de stroom inzwemmen. Bovendien zullen we ontdekken dat het omarmen van diversiteit ook daadwerkelijk tot betere oplossingen leidt.
Herwaardering vakmensen
Een ander knelpunt in onze maatschappij is dat we allemaal een ego hebben dat gestreeld moet worden. Zeker in het Facebooktijdperk. Ieder mens heeft graag aanzien. Ik heb me laten vertellen dat zelfs Moeder Teresa een ego had. Dus met ego op zich is weinig mis. Maar als ego’s ons in de weg zitten of belemmerend werken bij het nemen van goede besluiten, wordt het lastig. Toch zijn elementen als trots, waardering en aanzien wel degelijk belangrijk. Het is ongelooflijk hoeveel energie er vrijkomt als mensen zich gewaardeerd voelen! Het is daarom belangrijk dat we een nieuw soort aanzien creëren in onze veranderende wereld. Aanzien waarbij je niet meer wordt gewaardeerd op het aantal mensen dat je aanstuurt of het woord ‘manager’ op je visitekaartje, maar op de bijdrage die je levert. In Duitsland zijn vakmensen ‘meister’ en genieten daarmee binnen hun gemeenschap bijna evenveel aanzien als een notaris of burgemeester. Elvis Martinus geniet aanzien omdat hij een groep kinderen een betere toekomst heeft gegeven.
In Duitsland zijn vakmensen ‘meister’ en genieten daarmee binnen hun gemeenschap bijna evenveel aanzien als een notaris of burgemeester.
Maar in Nederland en veel andere Europese landen lijkt het geen aanbeveling te zijn als je vakman of vakvrouw bent. Docenten op middelbare en basisscholen voelen zich nauwelijks gewaardeerd. Zorgprofessionals voelen zich dusdanig gecontroleerd dat het belemmerend werkt. Terwijl het tekort aan vakmensen alleen maar zal groeien en de rol van managers zal afnemen. Met elkaar investeren in meer respect en aanzien voor de onmisbare vakmensen en specialisten, omdat ze een hoofdrol spelen in de samenleving van de toekomst, is dus belangrijker dan ooit.
Is goed voor de planeet ook goed voor de economie?
Met de toenemende kwaliteit en capaciteit van zonne-energietechnologie en de technologische mogelijkheden om elke vorm van kennis razendsnel over de wereld te verspreiden, kunnen we nu al enorme vooruitgang boeken in het verduurzamen van de wereld. Als de welvaart – mede daardoor – verder toeneemt, zullen overal op de wereld minder kinderen geboren worden. Europa, maar ook Japan en China hebben nu al te maken met krimp van de autochtone bevolking, een proces dat nauwelijks omkeerbaar is. China zal volgens diverse onderzoeken zelfs terugvallen van de huidige 1,4 miljard mensen naar 1 miljard mensen in 2065. Japan is zijn economie al aan het inrichten op krimp. Het belangrijkste ingrediënt voor groei, namelijk een toename van het aantal mensen, zal in de belangrijke economieën van de wereld wegvallen. Dat is goed nieuws voor onze planeet, maar slecht nieuws voor onze economieën.
De groei moet in de toekomst komen uit innovatie, uit verhoging van de productiviteit. Technologieën als robotisering, kunstmatige intelligentie en kernfusie – de heilige graal van menig wetenschapper – komen eraan. Daardoor gaan we beschikken over een overvloed aan energie en hebben we tegelijkertijd minder mensen nodig om al het werk te doen. Tot die tijd zullen onze kinderen waarschijnlijk niet zo snel werkeloos worden. Ze zullen immers ook geld moeten verdienen voor het vergrijzende deel van de samenleving. Maar zijn ze bereid hun inkomen te delen? Of kunnen we werk leuker, gezonder en effectiever organiseren zodat we langer fit blijven en niet meer met pensioen willen? Kunnen we werk voor iedereen zoveel zin geven en zodanig op ieders talent laten aansluiten dat we langer willen, kunnen en mogen doorgaan, gewoon omdat het voldoening geeft? Wat daarvoor nodig is, is ruimte voor ieder talent om mee te denken, bij te dragen en zich te ontwikkelen.
Kunnen we werk leuker, gezonder en effectiever organiseren zodat we langer fit blijven en niet meer met pensioen willen
Ook is technologie nodig die het geestdodende werk kan uitvoeren, zodat wij kunnen doen waar we goed in zijn, namelijk mens zijn. Techniek kan het gebrek aan arbeidskracht en denkkracht compenseren dat de vergrijzing met zich meebrengt, zodat de kleine groep die het de komende zestig jaar moet verdienen zich niet over de kop hoeft te werken. Het mooie is: dat gaat allemaal lukken. Robotisering verloopt razendsnel. Kunstmatige intelligentie kan ons ondersteunen en misschien zelfs overtreffen. Het wachten is op het eerste uitzendbureau voor robots, simpelweg omdat het kán.
Nieuw leiderschap
Er is alleen een heel belangrijke randvoorwaarde die moet worden ingevuld: we hebben nieuw leiderschap nodig. Leiderschap dat niet meer gericht is op het maximaliseren van de winst, maar leiderschap dat streeft naar het innovatieoptimum voor nieuwe oplossingen en het integriteitsoptimum voor een economie die in balans is. Leiderschap dat minder vanuit beperkende normen denkt en handelt, en juist ruimte geeft vanuit waarden. Leiderschap van mensen die beseffen dat het beter is om in control te zijn dan alles en iedereen te willen controleren. En leiderschap dat het tegengeluid waardeert en omarmt. Dat vraagt van aandeelhouders en andere investeerders de bereidheid om, veel meer dan nu, te delen. Een te groot verschil tussen arm en rijk doet de middenklasse verdwijnen en leidt daarmee tot welvaartsverlies. Dit welvaartsverlies gaat uiteraard ten koste van de koopkracht. Als je doorredeneert, zal juist het liberale, kapitalistische principe van winstmaximalisatie leiden tot minder bestedingen door de van oudsher grootste en koopkrachtige groep consumenten, de middenklasse.
Je zou dus kunnen stellen dat we dreigen af te stevenen op een samenleving waarin de aandeelhouders gaan ontdekken dat de bedrijven waarin ze hebben geïnvesteerd hun koopkrachtige doelgroep zien slinken, waardoor uiteindelijk ook de bedrijven en daarmee diezelfde aandeelhouders schade zullen leiden. Een eerlijker verdeling, waarbij ieders belang wordt gehoord en gewaardeerd, kan ervoor zorgen dat we juist het tegenovergestelde gaan zien: zelfs bij een vergrijzende gerobotiseerde, duurzame samenleving kunnen we de welvaart voor iedereen op peil houden als we oude economische en leiderschapsmodellen durven los te laten.
Duurzaam ecosysteem
Henry Ford begreep dit een eeuw geleden al: hij gaf zijn medewerkers loonsverhoging, zodat ze allemaal een T-Ford konden kopen. Een oplossing voor een te groot en daarmee disfunctioneel welvaartsverschil tussen vermogende aandeelhouders en hun betrokken hardwerkende stakeholders op de payroll, is bij het Arnhemse bedrijf Infocaster bedacht. De Infocaster methode, waarbij werkers evenveel profiteren als de aandeelhouders, lijkt meer op een duurzaam ecosysteem. Het huidige kapitalisme is aan het einde van zijn curve gekomen. Het is tijd voor een nieuw soort kapitalisme: sociaal kapitalisme of democratisch kapitalisme. De welvaart die we in de westerse wereld hebben bereikt, heeft ervoor gezorgd dat we ons niet meer hoeven te gedragen als roofdieren, die allemaal ernaar streven om de top van de voedselketen in te nemen. Toch wil ons oerbrein nog steeds dat we op die manier naar de wereld kijken.
Gelukkig hebben we de keuze om het anders te doen. En gelukkig zijn er genoeg inspirerende voorbeelden en is er voldoende kennis om het anders aan te pakken in onze samenleving, onze bedrijven en ons eigen leven. China heeft bijvoorbeeld bewezen dat de eenkindpolitiek niet werkt. Als de Chinese leiders zouden hebben vertrouwd op de eigen bevolking, zouden vrouwen in China ook minder kinderen hebben gekregen. De welvaart in het land neemt namelijk toe, en vrouwen die een mooie carrière hebben en bijdragen aan de samenleving willen over het algemeen geen groot gezin.
Zoals NRC Handelsblad concludeerde, zal de gemiddelde Chinees zijn gestorven voordat hij rijk is. Hoe zal dit land, dat de laatste decennia vrijwel alleen maar groei heeft gekend, zich kunnen aanpassen aan de krimp van de bevolking en de effecten daarvan op de economie? Is de rijkdom van de Chinese herfst al groot genoeg om een nieuwe lente te kunnen financieren? En wat betekent het antwoord op die vraag voor de rest van de wereld?
Voorbereiden op het onverwachte
Wij hebben de gebeurtenissen in China niet in de hand. Ook hebben we in Europa niet in de hand wie er in Brazilië en in de Verenigde Staten als president worden gekozen. De meesten onder ons hebben ook niet in de hand hoe de wereldeconomie zich ontwikkelt. Het is dan ook lastig te voorspellen wat er met onze economie en ons geldsysteem zal gebeuren als gevolg van een combinatie van bevolkingskrimp, vergrijzing, nieuwe technologie en negatieve rente. We naderen een periode waarin de samenleving zich moet aanpassen aan in veel opzichten totaal onontgonnen terrein, waarvan we ons niet echt een voorstelling kunnen maken. Des te effectiever is het om ons voor te bereiden op het onverwachte.
Het is belangrijker dan ooit dat we heel goed nadenken over hoe we van betekenis kunnen blijven voor onze omgeving, hoe we ons steentje kunnen bijdragen om altijd onderdeel te zijn van de oplossing – en niet van het probleem.
Het is belangrijker dan ooit dat we heel goed nadenken over hoe we van betekenis kunnen blijven voor onze omgeving, hoe we ons steentje kunnen bijdragen om altijd onderdeel te zijn van de oplossing – en niet van het probleem. Minstens even relevant is dat we onszelf en onze werkomgeving niet klemzetten in verdedigend gedrag, maar juist naar buiten kijken, zodat we weten wat de belangrijkste trends zijn en hoe we daarmee elke dag een beetje beter kunnen omgaan. We hebben alleen ons eigen gedrag in de hand. Niet alleen de leiders van landen en organisaties moeten zich hiervan bewust zijn. Hiërarchie zit namelijk net zo diep verankerd in de breinen en het gedrag van alle andere mensen.
Gedrag, keuzes, prioriteiten
De twee belangrijkste aspecten die onze ontwikkeling naar een wendbare en weerbare samenleving in de weg staan, hebben te maken met ons gedrag, de keuzes die we maken en de prioriteiten die we stellen: verouderde businessmodellen en verouderd leiderschap. Beide hebben te maken met de hiërarchie die we aanbrengen in onze bedrijven, organisaties en samenleving. Maken we een overlevingsrace, een soort voedselketen van alles wat we doen? En accepteren we dat de kop van deze voedselketen een roofdier is dat alles opslokt? Of laten we eindelijk de patronen van ons oerbrein los en passen we ons aan de samenleving aan die we zelf hebben gecreëerd, waar ruimte en overvloed kunnen heersen voor iedereen?
Internet heeft ervoor gezorgd dat iedereen over een enorme hoeveelheid informatie kan beschikken en dat ieder individu zijn stem kan laten horen. Natuurlijk gaat de een daar slimmer mee om dan de ander. Natuurlijk heeft de een meer of andere talenten dan de ander. En natuurlijk zijn er (gelukkig) altijd koplopers die slimmer, eerder, beter of harder werken dan anderen, waardoor ze een voorsprong hebben. De één zal de mogelijkheden die de wereld biedt benutten om een business te bouwen of nieuwe technologie te ontwikkelen, terwijl de ander juist van toegevoegde waarde wil zijn door zorgverlener, onderwijzer of maatschappelijk werker te worden.
Bron: Ondernemen met Impact
Door: Arko van Brakel