De kans dat een product dat zonder testen op de markt wordt gebracht direct een succes wordt, is uiterst klein. Het komt voor, maar bijna nooit. Door veel te testen, kan doorlopend worden bijgestuurd zodat er niet of nauwelijks tijd verloren gaat aan de ontwikkeling van zaken die de klant toch niet waardeert.
Feedback stelt je in staat om te zien hoe de klant jouw product gebruikt. Het levert waardevolle input op die je in staat stelt om je plannen doorlopend te valideren: Kloppen de aannames die je hebt ten aanzien van het gebruik van het product? Welk onderdeel van het product slaat wel aan en welk onderdeel juist niet? Gebruikt iedereen het product zoals verwacht, of zijn er duidelijke verschillen? Ben je op de goede weg, of zijn drastische wijzigingen noodzakelijk?
Om te testen, heb je meer nodig dan een prototype, maar minder dan een vrijwel afgerond product. Een mvp is een goede middenweg. Dit is een eerste versie van het product, waarbij de belangrijkste functionaliteiten werken: de kern functioneert en zal straks ook de kern van het eindproduct zijn. Een potentiële klant kan tot op bepaald niveau het product echt gebruiken.
Wanneer het team voldoende technische kennis heeft, kan het de mvp zelf bouwen. Maar ook zonder (veel) technische kennis is het mogelijk om een eerste mvp te ontwikkelen. Bram Kanstein ontwikkelde een training (‘No-Code mvp’) die je leert hoe je in een dag een eerste mvp bouwt met behulp van de vele onlinetools die tegenwoordig beschikbaar zijn.
Ik krijg weleens de vraag wanneer de ontwikkeling het mvp-stadium heeft bereikt. Er is echter nooit maar één mvp. Meestal is er sprake van een reeks mvp’s. Allemaal momenten waarop het product wordt getest bij de doelgroep. Steeds wordt de mvp een stukje geoptimaliseerd en uitgebouwd.
Sommige start-ups spreken van een pre-mvp, een mvp en een post-mvp. Over het algemeen is het verstandig om snel te testen, zolang je maar geen onprofessioneel product voorlegt. Zo kun je bijvoorbeeld kiezen voor een ‘Wizard of Oz’-werkwijze (ook wel ‘dummymodus’ genoemd). Dan biedt het product een volledig palet aan opties en doet het
voorkomen alsof het volledig werkt, maar aan de achterkant wordt alles handmatig gerealiseerd. Dat is over het algemeen beter dan het bieden van een product met slechts één optie die al volledig werkt. Het gaat erom dat de mvp je in staat stelt om bepaalde conclusies te trekken.
Aan vrienden heb je niks
De vraag is hoe je een mvp op de juiste wijze kunt toetsen. Het merkwaardige is dat zowel start-ups als corporates de neiging hebben om hun mvp’s voor te leggen aan mensen die ze kennen. Corporates kiezen ervoor om collega’s naar hun werk te laten kijken en start-ups richten zich vaak op vrienden van de oprichters. Dat zijn nou precies de groepen die de minst goede feedback geven. Ze hebben al een bepaalde band met jou. Er bestaat een context. En die wil je te allen tijde voorkomen wanneer je een mvp test.
Het is belangrijk dat je een groep gebruikers vindt die geen enkele band met je heeft. Mensen die zonder enige kennis vooraf met jouw product aan de slag gaan. Bij voorkeur een mix van mensen uit verschillende groepen: innovators, early adopters, early majority en enkele laggards. Uiteraard wel binnen je vooraf bepaalde doelgroep. Zolang het maar niet alleen mensen zijn die gewend zijn om met nieuwe producten aan de slag te gaan. Die zijn immers veel beter in staat om een nieuw product te begrijpen. Een zogenoemde false positive ligt op de loer: het idee dat je mvp geweldig is, waarna later blijkt dat alleen een heel klein groepje innovatieve mensen in staat is om je uiteindelijke product te gebruiken. Je product groeit in zo’n situatie nooit voorbij de innovators.
Een mvp kun je binnen een gesloten groep testen. De meeste start-ups kiezen voor zo’n aanpak, zeker bij de eerste versies. Maar het is ook mogelijk dat een mvp openbaar beschikbaar wordt gemaakt. In dat geval kan iedereen gebruikmaken van het product.
Hypotheses
Om goed te kunnen testen, moet je vooraf een aantal hypotheses stellen. Hoe verwacht je dat de mvp zal worden gebruikt? Welke stappen zullen worden doorlopen? Welke flow wordt gevolgd? Hoe snel worden bepaalde acties uitgevoerd? Hoe beter je voorbereid bent, des te beter je achteraf kunt vaststellen welke verbeteringen noodzakelijk zijn.
Tijdens het gebruik van de mvp kun je de groep observeren om vast te stellen hoe ze interacteren met het product. Leg zo veel mogelijk data ter analyse vast. Na afronding van de test kun je bepaalde vragen stellen, zoals:
- Wat waardeer je aan het product?
- Wat mis je nog?
- Waarom zou je het product weer gebruiken?
- Wanneer en hoe vaak wil je het product gebruiken?
- Zou je het product aan anderen aanraden?
- Wat heeft je verrast?
- Zou je voor het product willen betalen? Hoeveel?
Stel bij elke vraag de waaromvraag. Je kunt er ook voor kiezen om de groep bepaalde functionaliteiten of onderdelen van het product een score te geven.
Aanrader: meerdere mvp’s
Sommige start-ups hebben de luxe dat ze uitgebreide testen met mvp’s kunnen doen. Ze leggen tot wel tien verschillende mvp’s voor aan de groep om verschillen in gebruik vast te leggen. Als je die ruimte hebt en de testgroep is groot genoeg, dan is dat een aanrader.
Er is een alternatieve methode om feedback op de eerste versie van je product te verkrijgen. Je kunt jouw mvp voorleggen aan investeerders en bekijken of ze interesse hebben om (op termijn) de verdere productontwikkeling te financieren. Vaak levert dat interessante feedback op. Tot slot kun je ervoor kiezen om je mvp op een site als kickstarter.com te plaatsen.
Als veel mensen nu al willen betalen voor jouw idee, dan ben je (waarschijnlijk) op de goede weg.
Bron: Start-up: van idee tot exit
Door: Jeroen Bertrams