Giftig gedoe op de werkplek. Eerder schreven we al een artikel over hoe je giftig gedoe herkent, daarom is het nu tijd voor wat cijfers. Volgens het CBS werkten in 2021 9,4 miljoen professionals in Nederland. Uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2021 door TNO en CBS, blijkt dat 13,3 procent te maken had met giftig gedoe zoals intimidatie, pesten, ongewenste seksuele aandacht en lichamelijk geweld door collega’s en leidinggevenden. Dat komt neer op ruim 1.250.000 werkenden. Tel daar nog eens 7,8 procent mensen bij op die gediscrimineerd worden door collega’s en leidinggevenden en je komt op een percentage van 21,1 procent van alle werkenden die zeggen op de een of andere manier met giftig gedoe op de werkplek te zijn geconfronteerd. Dat is ruim een op de vijf. Omgerekend waren dat in 2021 bijna twee miljoen medewerkers (om precies te zijn 1.983.400) die zijn lastiggevallen, bedreigd, seksueel geïntimideerd, gepest, vernederd, uitgescholden of met fysiek geweld bedreigd. Schokkende cijfers, die nog eens versterkt worden door het feit dat een aantal slachtoffers te maken kreeg met een opeenstapeling van giftige gedragingen. Het volgende lijstje telt de diverse incidenten bij elkaar op.
Volgens deze lijst kregen bijna twee miljoen werkenden te maken met interne agressie tijdens een kleine 2,5 miljoen incidenten. Probeer je daar eens een voorstelling van te maken. Dat is drie keer het inwonertal van Amsterdam. Vijftig volle Johan Cruijff
Arena’s. En dan ontbreekt in deze cijfers nog het grijze gebied van gedragingen waarvan het de vraag is of zij al dan niet toelaatbaar zijn. In dat grijze gebied gaat plagen over in pesten. Slaat een geagiteerde houding om in verbale agressie. En gaat een onschuldig lijkende flirt over in seksuele intimidatie. De grenzen tussen (nog net) toelaatbaar en ontoelaatbaar gedrag zijn moeilijk te trekken. Bovendien verschillen die per land en per situatie. Het is dan ook niet verwonderlijk dat onderzoekers over de hele wereld met verschillende resultaten op de proppen komen.
Wereldwijd giftig gedoe in cijfers
In Amerika
Volgens Amerikaans onderzoek van de Society for Human Resource Management (SHRM) viert toxiciteit hoogtij op de werkplek. Bijna iedereen (96%) heeft wel eens giftig gedoe van nabij meegemaakt. Bijna twee derde (65%) zegt zelf wel eens slachtoffer te zijn geweest. Ruim een kwart (26%) zelfs meerdere malen in hun werkzame carrière. Op basis van uitspraken van hun ruim driehonderdduizend leden zien de onderzoekers een groei van giftig gedoe op de werkplek. Bijna veertig procent van de HR-professionals zegt dat er de afgelopen jaren aanmerkelijk meer klachten zijn binnengekomen.
Vooral seksuele intimidatie en discriminatie. Met name leeftijdsdiscriminatie vormt een steeds zwaarder wegend probleem. Een kwart van de oudere werknemers heeft hiermee te maken gehad. Opvallenderwijs zegt eenzelfde percentage jongere medewerkers soortgelijke ervaringen te hebben.
De onderzoekers geven een indicatie van de aard en omvang van giftig gedoe en proberen de schadelijke effecten ervan in kaart te brengen. Het blijkt dat giftig gedoe van invloed is op de betrokkenheid, de productiviteit, de gezondheid en het welzijn van werknemers. Een kwart van de Amerikanen ziet er vanwege giftig gedoe tegenop om naar het werk te gaan. Een op de vijf meldt zich regelmatig ziek om giftig gedoe te ontlopen.
De onderzoekers hangen ook een prijskaartje aan giftig gedoe: de kosten van productiviteitsverlies en ziekteverzuim door giftig gedoe zouden jaarlijks 86 miljard dollar bedragen.
Brits gedoe
Ander land, andere gegevens. Uit Brits onderzoek komt naar voren dat jaarlijks 40 procent van de werkenden met een of andere vorm van giftig gedoe te maken krijgt. Daarvan heeft 29 procent zich ‘enige tijd’ ziek gemeld. Nog vaker (34%) komt het voor dat medewerkers in hun schulp kruipen en zich overgeven aan mentale afwezigheid (absenteeism). Van alle slachtoffers blijkt 42 procent haar of zijn baan te hebben opgezegd. Die beslissing is ingegeven door de aard en de impact van het giftig gedoe en vooral ook door de manier waarop de organisatie daarmee omgaat. Ruim een derde van de ondervraagden voelde zich niet serieus genomen bij het melden van klachten. Zij stellen dat er niet naar hun klachten is geluisterd en dat zij het gevoel hadden monddood te zijn gemaakt. Twee derde (67%) geeft aan gedurende langere periodes te hebben geleden onder angst en slapeloosheid. Bijna driekwart (71%) daarvan is hiervoor in therapie gegaan.Noors gif
Een laatste greep uit de lange reeks van onderzoeken: volgens een Noorse studie uit 2010 zou in een op de drie (en in sommige sectoren zelfs een op de twee) organisaties sprake zijn van regelmatig voorkomend giftig gedoe. Ervan uitgaande dat de meeste professionals niet hun gehele werkzame leven bij een en dezelfde werkgever in dienst zijn, impliceren de Noorse cijfers dat bijna alle werkenden ooit zijn geconfronteerd met giftig gedoe op de werkplek. Direct, doordat ze er zelf mee te maken kregen. Of indirect door signalen of verhalen van collega’s of leiding, het uitvallen of vertrek van collega’s of door de toename van bedrijfsongevallen vanwege een toxische cultuur.Wat zeggen deze cijfers eigenlijk?
De cijfers laten zien dat de schaal waarop giftig gedoe zich voordoet veel groter is dan menigeen denkt. Er is, plat gezegd, sprake van chronische klootzakkerij. Macht die wordt misbruikt. Egoïstische lusten die worden botgevierd. Interacties waarbij
normen zijn vervaagd en de scheidslijn tussen acceptabel en onacceptabel uit het oog is verloren. Maar ook te ver doorgevoerde onderlinge concurrentie, waardoor het sociale weefsel van teams en organisaties wordt aangetast. De gevolgen? Mensen raken fysiek, mentaal en emotioneel beschadigd. Ze hebben klachten die variëren van gespannenheid, concentratieverlies, demotivatie, somberheid, hoofdpijn, buikpijn en hardnekkige vermoeidheid. Ze kampen met gevoelens van verminderde eigenwaarde en een gebrekkig psychisch welzijn. Ze worden gekweld door angst, wantrouwen, woede, vernedering en schaamte. En dat is dan ‘alleen nog maar’ de persoonlijke schade. Maar giftig gedoe leidt ook tot organisatorische schade. Denk aan hoger ziekteverzuim, een groter verloop, meer foutgevoeligheid, een negatievere sfeer, verminderd prestatievermogen, een verminderde creativiteit, lagere betrokkenheid en een toename van onderling wantrouwen.
Er is, plat gezegd, sprake van chronische klootzakkerij.
Het is veilig aan de top
De berichten over misstanden in de media- en cultuursector, de sport en de universitaire wereld doen vermoeden dat giftig gedoe zich vooral in die sectoren manifesteert. Dat is niet zo. Volgens de arbobalans 2020 springen vooral de beveiligingsbranche
(29%), de industrie (productiemachinebedieners en assemblagemedewerkers 25% en metaalarbeiders en machinemonteurs 24%), de voedselverwerking (23%), de bouw (22%) en de overheid (21%) eruit. Dezelfde bron laat ook zien op welk niveau giftig gedoe de minste kans heeft om voor te komen: de hoogste regionen van de organisatie. Maar acht procent van de algemeen directeuren zegt het afgelopen jaar met giftig gedoe te zijn geconfronteerd. De top van organisaties slaagt er blijkbaar goed in zich tegen giftig gedoe te wapenen. De verbaasde reacties van topmanagers en bestuurders op een affaire binnen hun organisatie, is daarmee ook verklaarbaar: in de perceptie van de top komt het nauwelijks voor.
Beluister de podcast over Giftig gedoe op de werkplek
Wanneer vindt giftig gedoe vooral plaats?
In het lijstje missen we sectoren als horeca en zorg. Terwijl we uit eigen ervaring weten dat daar het nodige speelt op het gebied van giftig gedoe. Dat zette ons op het spoor om niet zozeer naar sectoren te kijken, maar naar risicofactoren. In de literatuur komen wij meestal de volgende vier risicofactoren tegen: machtsongelijkheid (vergroot de kans op machtsmisbruik), afhankelijke werkrelaties (zorgt ervoor dat slachtoffers en omstanders geneigd zijn te zwijgen), een diffuse en permissieve cultuur (waardoor de normen vaag zijn en veel ‘moet kunnen’) en torenhoge ambities (het doel heiligt alle middelen).
Hier willen we eerst een andere vraag beantwoorden: wanneer vindt giftig gedoe vooral plaats? Dat gebeurt meestal op afwijkende werktijden (in de avond) en/of op plekken die buiten het zicht van de organisatie liggen. In beide gevallen is sprake van verminderd toezicht. Een andere uitschieter van giftig gedoe is de kerstperiode.
Terwijl iedereen de mond vol heeft over harmonieus samenzijn en vrede op aarde, is de kans op ontoelaatbaar gedrag juist in die periode het grootst met kerstfeestjes en (vervroegde) nieuwjaarsborrels. Onder invloed van een vrolijke sfeer, alcohol of
andere genotsmiddelen vallen sociale remmingen weg en neemt de mate van zelfbeheersing af. Datzelfde gebeurt ook bij bedrijfsuitjes. Vooral skivakanties zijn wat dit betreft berucht. Maar die uitjes komen minder vaak voor dan kerstvieringen. Vandaar dat die bovenaan de lijst van risicomomenten staan.
- Het boek Giftig gedoe op de werkplek staat op de Longlist voor Managementboek van het Jaar 2024 >>>