Een aantal principes uit de moderne natuurkunde bieden enige structuur aan de grote chaotische soep vol rollen, emoties, gedachten, meningen, archetypes, et cetera. De werelddans die we uitvoeren, bestaat namelijk uit zich herhalende patronen die op verschillende niveaus terug te vinden zijn. In interacties tussen twee mensen, maar ook bijvoorbeeld tussen continenten. De verbindingen die we met anderen aangaan, bestaan uit voortdurende herhalingen. Hoe diep we ook kijken en ver we rollen ook uitvergroten, overal doen zich duidelijk dezelfde vormen voor. Er ontstaan patronen in patronen in patronen … Dit noemt men in de moderne natuurkunde fractalen.
Een fractaal is een wiskundig fenomeen dat staat voor een oneindig patroon dat zich voortdurend herhaalt. In kleine en grotere vormen. Hoewel fractalen er uiteindelijk heel complex uitzien, zijn deze dus gevormd door de herhaling van een eenvoudige vorm. De natuur zit vol fractale patronen. Je ziet ze bijvoorbeeld terug in de bladeren van een varen, maar ook in spiraalvormige dingen zoals schelpen, orkanen en melkwegstelsels. Fractalen laten zien hoe eenvoud tot complexiteit kan leiden. Complexe vraagstukken zijn niet gecompliceerd meer als je de fractale patronen eenmaal op het spoor bent.
Fractale patronen
Een deel heeft dezelfde textuur en opbouw als het geheel. Een fractaal is een patroon in een patroon. Doorgaans is er sprake van een vergelijkbaar patroon, niet een herhaling van exact hetzelfde patroon.
Het herhalen van patronen kennen we ook onder de naam ‘het Droste-effect’, waarbij een afbeelding een verkleinde versie van zichzelf bevat. Voor de verkleinde afbeelding geldt weer hetzelfde, et cetera.
Op verschillende plekken vergelijkbare patronen
Ons gedrag en het gedrag in groepen lijken wellicht een niet te duiden ongecontroleerde warboel van toevalligheden, maar schijn bedriegt. Als je goed kijkt, zie je een netwerk van gedragspatronen die zich telkens net even anders maar toch vergelijkbaar herhalen. Een archetypische rol, zoals een moeder of leider, is in wezen een fractaal patroon dat je overal tegenkomt. Daarom kunnen we deze ook zo makkelijk herkennen. De manier waarop een teamleider iets aan zijn team vertelt, is niet hetzelfde als maar wel vergelijkbaar met hoe de directeur iets aan de organisatie vertelt. Ook in onze menselijke relaties zitten allerlei fractale patronen.
Hoewel elk persoon en daarmee elke groep uniek is, komen in vergelijkbare groepen vergelijkbare patronen terug. In elke lerende groep zitten de rollen ‘leren door te doen’ en ‘leren door theorie’. Elke leider zal de twee patronen ‘leiden door te sturen’ en ‘leiden door te volgen’ herkennen. De specifieke uitkomst is uniek voor die persoon en die groep, maar de patronen zijn herkenbaar en universeel aanwezig in andere groepen. Fractalen brengen orde in de chaos aan.
De manier waarop de CEO met zijn collega’s communiceert en de dilemma’s waar zij mee stoeien, zijn vergelijkbaar met die van de teamleden een paar echelons lager. Vergelijkbaar, maar niet exact hetzelfde. De directie stoeit bijvoorbeeld met het uiteenzetten van een langetermijnvisie en het team systeembeheer heeft last van ad-hocvragen van gebruikers. Als je de terugkerende patronen en het weefsel van rollen gaat zien, wordt het makkelijker om de onderstroom te duiden en daarmee om veranderingen te initiëren.
Belangrijke wetmatigheden bij machtsposities
En dan is er een belangrijke wetmatigheid: wanneer ergens in het grotere geheel een van de fractale patronen verandert, verandert het geheel vervolgens ook. Immers, een groep is een bundeling relaties die volgens een bepaald patroon met elkaar verweven zijn. Wanneer het patroon verandert, verandert het weefsel van rollen en daarmee veranderen de relaties tussen de mensen en rollen. Dus: wanneer het team van systeembeheer een manier vindt om gebruikers te bewegen hun ad-hocvragen te bundelen, en deze structureel beter te behandelen, zal de directie op de een of andere manier hiervan ook invloed ervaren op hun pogingen de langetermijnvisie op papier te zetten.
Vice versa zal de impact overigens nog groter zijn: wanneer de directie een oplossing vindt om minder ad hoc te werken, zal dit veel effect hebben op de rest van de organisatie. Mensen die hoger in de rangorde staan, hebben door hun machtspositie een grotere invloed op de patronen van het geheel.
Bron: Deep Democray
Door: Jitske Kramer