In haar column van 20 mei jl. in het Financieele Dagblad stelt econome Annet Aris de vraag of we beter worden van platformen. Haar conclusie: platformen zijn alleen aantrekkelijk voor beroepsgroepen als taxichauffeurs, huisjesverhuurders, klussers, et cetera, zo lang ze nog relatief klein zijn.
Zodra ze groot worden, neemt de prijsdruk toe en komt de winst van de gebruikers onder druk te staan. Deze beroepsgroepen zijn dan uiteindelijk slechter af in de wereld van digitale platformen dan bij de huidige analoge spelers.Alternatieven: de commons en de co-ops
Of we als samenleving (als geheel) of als ondernemende burger (individueel) beter worden van platformen is niet eenvoudig te beantwoorden. Het hangt af van de structuur en opbouw van de platformen. De meest bekende platformen van vandaag de dag, zoals Uber, Facebook en Airbnb, zijn op een bepaalde manier opgezet en ze hebben platformen een bepaald imago gegeven. Platformen kunnen op basis van hun structuur ingedeeld worden langs twee assen: open-gesloten en coöperatief-competitief. Meer hierover in mijn eerste artikel uit de zoektocht naar eerlijke platformen. Er zijn alternatieve platformen in opkomst die gebaseerd zijn op meer sociale waarden. Bepaalde platformen hanteren bijvoorbeeld het uitgangspunt dat ze toegankelijk zijn voor de hele gemeenschap, de zogeheten ‘commons’.Eerlijke platformen realiseren zich dat zij hun succes niet te danken hebben aan een handjevol oprichters of bestuurders, maar vooral aan alle deelnemers op het platform.Verder zien we platformen die lijken op een zelforganiserende zwerm: een groep gelijkwaardige gebruikers (‘peers’) coördineren onderling hun samenwerking zonder de macht in het netwerk neer te leggen bij een centrale entiteit. Sommigen zien dit soort ‘decentralized autonomous organisations’ of ‘co-ops’ (platform cooperatives, platformcoöperaties) als de toekomst voor de deeleconomie. Daarnaast zien we dat naarmate platformen zich verder ontwikkelen en volwassen worden, ze meer verantwoordelijkheden op zich willen nemen die reguliere werkgevers ook hebben. Het behouden van goede werknemers wordt dan belangrijk. Zie meer hierover in mijn eerdere deel uit de zoektocht naar eerlijke platformen.
Ontwerpprincipes voor eerlijkere platformen
Dit brengt ons bij de vraag: wat zijn ‘eerlijke’ ontwerpprincipes, zodat meer mensen ervan profiteren, in het bijzonder de gebruikers (aanbieders) van het platform.1. Gedeeld eigenaarschap
Bij de huidige platformen als Facebook, Uber en Airbnb, profiteert vaak het platform zelf het meest omdat het per transactie een bepaald bedrag verdient. Een belangrijk deel van de winst gaat naar een kleine groep investeerders in deze platformen, die vaak een snelle return on investment willen. Eerlijke platformen realiseren zich dat zij hun succes niet te danken hebben aan een handjevol oprichters of bestuurders, maar vooral aan alle deelnemers op het platform: de aanbieders en vragers (consumenten). Via gedeeld eigenaarschap of aandeelhouderschap kunnen deelnemers profiteren van de winst die het platform maakt. Dus taxichauffeurs die meedelen in de winst van hun eigen platform. Voorbeelden zijn ook klusjessite Loconomics, een alternatief voor TaskRabbit en marktplaats Fairmondo, een alternatief voor Amazon. Sommigen pleiten voor een systeem waarbij iedere gebruiker beloond wordt voor zijn ingebrachte kennis of idee of naar rato van zijn inbreng of inzet voor het platform. Startup Mobbr ontwikkelt een dergelijk beloningssysteem gebaseerd op blockchaintechnologie waarmee kleine transacties en betalingen gedaan kunnen worden tussen deelnemers onderling. Bij vervoersdienst LaZooz kun je ritjes betalen met punten die je verdiend hebt met het rijden van anderen.2. Organiseren van solidariteit
In de meeste van de huidige deelplatformen zijn de gebruikers (de aanbieders op het platform) concurrenten van elkaar; bijvoorbeeld in het leveren van een taxiritje of het doen van een klusje in huis.Reputatiesystemen zouden meer rekening kunnen houden met de subjectiviteit in de beoordelingen.Het platform zou een belangrijke rol kunnen spelen in het organiseren van collectiviteit. Door te zorgen voor continuïteit van de dienstverlening, door vervangers te regelen in geval van ziekte. Of door kortingen die het vanwege zijn omvang kan bedingen op het gebied van inkoop en verzekeringen door te geven aan de gebruikers. Daarnaast zien we dat bepaalde platformen meer verantwoordelijkheden, zoals traditionele werkgevers die hebben, op zich willen nemen, in het zorgen voor mensen en zorgen voor een vangnet. Het Broodfonds is een goed voorbeeld van een platform dat zich volledig richt op het zorgen dat deelnemende zzp’ers hun risico op arbeidsongeschiktheid kunnen opvangen door zich te verenigen. Denk ook aan de rol die uitgeverijen altijd gespeeld hebben door via fondsen te investeren in meer risicovolle producties en in diversiteit van aanbod. Bestsellers financieren de onrendabele titels. Voor de deelnemende auteurs betekent dit dat de sterschrijvers nagenoeg evenveel royalty’s per boek krijgen als kleinere schrijvers. In de huidige wereld zien we dat individuele auteurs, acteurs en artiesten gaan voor maximalisatie van hun individuele winst zodra ze succesvol zijn.
3. Eerlijke reputatiesystemen
Reputatiesystemen spelen een belangrijke rol in het bepalen van het succes voor de individuele gebruikers. Wie een hoge ranking heeft, kan doorgaans veel verdienen; met een lage ranking verdien je nauwelijks iets.
De huidige reputatiesystemen versterken dit door hun eenzijdige focus op populariteit. Wat populair is zal wel goed zijn, wordt bovenaan geplaatst en in het zonnetje gezet. De populairste aanbieders worden daarmee nog populairder. Door aanbieders willekeurig te kiezen via loting, en door met verrassende voorstellen te komen richting de consumenten (‘hand picked’, ‘keuze van de redactie’), krijgt een grotere groep aanbieders/dienstverleners op het platform een kans om een inkomen te verdienen. Amazon, Apple en Blendle zijn voorbeelden van platformen die dit doen.
Veel platformen zijn momenteel niet transparant over hoe hun ranking precies tot stand komt. Reputatiesystemen zouden meer rekening kunnen houden met de subjectiviteit in de beoordelingen. Ze dienen vooral om de rotte appels eruit te halen en dienstverleners te prikkelen hun best te doen om een goede kwaliteit te leveren.
4. Meer democratie: inspraak en vrijheid
Platformen zouden hun gebruikers meer inspraak kunnen geven in de koers van het platform en de gebruikersvoorwaarden, de mogelijkheid bieden om bezwaar te maken of tegenvoorstellen te doen en regelmatig te stemmen over nieuwe voorstellen. Ook kunnen platformen andere stakeholders betrekken en inspraak geven. Bijvoorbeeld een huisjesverhuursite die ook de omwonenden (niet-gebruikers) en gemeentebestuurders laat meedenken hoe overlast kan worden teruggedrongen en hoe de buurt aantrekkelijker kan worden gemaakt, waar uiteindelijk iedereen weer van profiteert. Toch heeft inspraak geven ook nadelen, omdat in bepaalde gevallen een strakke regie, snelheid van beslissen en het vasthouden van koers bepalend kan zijn voor het succes van de platformen. Het is een uitdaging om democratie te balanceren met economische principes als snelheid en efficiency. We zien bij veel van de huidige platformen een neiging om steeds meer regie te nemen en dicterend te worden richting de gebruikers (en vaak ook richting de consumenten) van het platform, terwijl de meeste gestart waren als open platformen die vragers en aanbieders bij elkaar lieten komen, zonder al te veel bemoeienis en met lage bemiddelingskosten. De gedachte achter deze regie, naast winstmaximalisatie door het platform, is dat hiermee de kwaliteit van de dienstverlening wordt vergroot. Er zijn ook andere manieren denkbaar om dit te bereiken, bijvoorbeeld door best practices extra te belichten en te verspreiden naar de andere deelnemers.De overheid kan concurrentie bevorderen en monopolies tegengaan of sterk controleren en reguleren.