Bestaat er een Hollandse School van Veranderen? Een ‘community of practitioners’ die staan op de schouders van grote voorgangers en voortbouwen op elkaars werk? Een school die past in het Hollands landschap, een context van een waterrijk land, gewonnen op de zee? Wij denken van wel, ook al kun je natuurlijk een boom opzetten over wie tot die school behoren en wat die school typeert. In de geheel herziene, nieuwe editie van Essenties van verandermanagement schetsen we de contouren van deze Hollandse School.
Niet bij ideeën alleen!
De eerste opvatting die veel veranderaars in de Hollandse School delen is dat het in de praktijk zelden misgaat op het veranderidee. Waarom moet de verandering er komen? Wat is het nut en de noodzaak en de al dan niet gevoelde urgentie? Wat moet er in de organisatie vervolgens gebeuren? Meestal hebben we daar wel een idee bij. Tools voor diagnose en analyse te over. En als we het veranderidee zelf niet voldoende scherp krijgen, dan zijn er nog altijd externen die ons daarbij helpen. Nee, het veranderidee verwoorden is misschien niet de grootste veranderopgave. Niet dat het nooit misgaat, maar vergeleken met de complexiteit en taaiheid van het veranderproces is niet het veranderidee onze grootste uitdaging. De fundamentele veranderkundige vraag is veel meer hoe we het idee tot leven brengen, van het papier af. Weten we het idee te vertalen naar nieuwe individuele en collectieve gedragspatronen en werkpraktijken?
Hedendaags Weickiaans!
In de Hollandse School delen we (ten tweede) de opvatting dat veranderideeën met al hun prachtige strategische woorden veelal over de hoofden van de medewerkers en managers heengaan. Cliëntregie, een inclusieve participatiemaatschappij, een circulaire economie, niets mis mee, maar nog niet bepaald een helder handelingsrepertoire. Aan dergelijke inhoud moet nog betekenis worden verleend. Mensen handelen immers niet op basis van een objectieve werkelijkheid, maar op basis van hun ‘definitie of interpretatie van de situatie’. Wij moeten de wereld waarin wij leven duiden, van betekenis voorzien. Dat doen we in interactie met elkaar. Zo produceren wij zelf onze ideeënwereld en dus kunnen wij die ook zelf veranderen. Zonder het faciliteren van processen van betekenisverlening tussen de verschillende betrokken partijen komen verandering niet van de grond. We doen het wellicht allemaal op verschillende manieren, maar een sociaal geconstrueerde werkelijkheid is een gemeenschappelijk vertrekpunt.
Niet lullen, maar intelligent klooien!
Ten derde, veranderen begint in de geleefde werkelijkheid. Ons gedrag is gebaseerd op ervaring en bestaat uit ingesleten routines. Het veranderidee moet landen in robuuste werkpraktijken die bewezen effectief zijn. Als Hollandse veranderaars vinden we het vanzelfsprekend dat het oorspronkelijk idee gedeukt, gebutst en vervormd raakt. Het bestaande werkt, is ‘evidence based’, succesvol en vertrouwd. Het nieuwe is nog niet in de praktijk getest. Het is een virtueel en conceptueel prototype waarvan nog maar moet blijken of het werkt. Kortom, het veranderidee is een abstractie, de werkpraktijk gebaseerd op ervaring. We zoeken, knutselen, frommelen, experimenteren hoe de verandering en het dagelijkse werk zich tot elkaar verhouden. Het blijft tobben! Korter kun je het veranderproces niet verwoorden.
Emoties komen van rechts en hebben voorrang!
In de Hollandse School worstelen we ten slotte met het inzicht dat veranderkunde een intentioneel en rationeel vak is. We weten ook dat in individuele en collectieve gedragsverandering emoties in het geding zijn. Het verlaten van de gedragsrotonde gaat gepaard met basale emoties als angst, boosheid, verdriet en plezier. Schieten we als willoze ballen door de flipperkast of kunnen we bijsturen? Ontwikkelingen in de neurologie maken duidelijk dat emoties van rechts komen en voorrang krijgen. Het bewuste weloverwogen kiezen, zelfcontrole, blijkt mogelijk, maar is een begrensd vermogen. Het kost veel energie en we raken snel uitgeput. Waarna de emoties het weer overnemen. Wordt de urgentie niet sterk gevoeld? Is de werkdruk in de organisatie hoog? Hebben de betrokken partijen last van stress? Moet er veranderd worden in hiërarchische machtsrelaties? Dan is de kans op verandering niet zo groot, en draaien we nog een rondje op onze rotondes. In de Hollandse School zijn we op zoek naar in een situatie passende interventies die inhoud en betekenis, denken en gevoel verbinden. Interventies die meer plezier geven, of angst vermijden. Die direct binnenkomen en het emotionele platform raken op een verandering bevorderende manier. Nog niet zo eenvoudig!
Zo bezien voel ik mij thuis en ben ik trots om lid te zijn van de Hollandse School van Veranderen.
Door: Marco de Witte