Het was maandagochtend. Projectleider Herman stond stipt om half negen voor de grote draaideur van het hoofdkantoor. Vorige week had de Raad van Bestuur een tweede projectleider naast hem gezet. Ze hadden gezegd dat hij goed was in het aansturen van het project ‘Anders werken’, maar ook dat er nog te weinig draagvlak was voor het ‘andere werken’. ‘En dat bereik je niet zomaar Herman, daar heb je bepaalde kwaliteiten voor nodig. Daar gaan we je bij helpen’, hadden ze gezegd. Daarom was Nadia naast hem gezet, en dat voelde als een vernedering. Hij vond haar trouwens een prima meid. Ze was deskundig en ze kon het met iedereen goed vinden.
Afgelopen weekend had Herman nagedacht. Door de opgelegde tijdsdruk van het project had hij zich misschien te veel op de planning gericht, op vergaderen, mensen achter de broek zitten en stukken opleveren. Hij had te weinig oog en oor gehad voor wat er leefde onder de collega’s. Hij was tot de conclusie gekomen dat hij het project graag goed wilde afronden; dan zou hij klaar zijn voor de volgende stap in zijn loopbaan. Hij moest zorgen dat hij er tegen die tijd goed voor zou staan. Als een projectleider die wat voor elkaar had gekregen, doortastend en met oog voor alles. Een spelverdeler misschien wel. Hij had het allemaal in zijn hoofd nu. Nadia zou druk zijn met draagvlaksessies. Hij zou haar vragen om nog wat projectassistentie te regelen; dat lukte Nadia wel met haar charme. Hij kreeg zo meer tijd en zou zich wat meer laten zien. Stemmingen peilen, ideeën delen over hoe je hobbels in het project kon slechten. Hij zou anderen ook waarderend benaderen, ze ruimte geven en ze zo nodig op het schild hijsen. Hij zou de voorzitter van de Raad van Bestuur wat vaker aanschieten en haar vertellen hoe de dingen liepen. De projectpresentaties zou hij samen met Nadia doen, haar laten floreren, maar ook laten zien dat hij ontspannen was en alles onder controle had.
Het zou niet gemakkelijk worden; hij was nu eenmaal gebakken als Herman. Hij wist ook dat hij zich af en toe zou moeten inspannen om niet het duiveltje in hemzelf te laten opspelen. Al dat draagvlakgepraat, terwijl je toch ook gewoon kon doorpakken. Hij aarzelde, maar stapte toch welgemoed de hal in. Er was iets veranderd, hij leek er zelfs een beetje zin in te hebben. Over een jaar een mooie volgende stap in zijn loopbaan, het zou hem lukken.
Nieuwe kleur en intensiteit
Ik heb het verhaal van Herman laten doorlopen en een nieuw perspectief voor hem gekozen. Zijn ervaring illustreert wat er in een relatief korte tijd op je werk kan veranderen. Op zulke momenten denk je na over het waarom en het hoe van zoiets. Je denkt ook na over wat je echt belangrijk vindt in je werk en je bepaalt opnieuw je positie en je verhouding tot anderen en hoe je verdergaat. Het politieke krijgt weer een nieuwe kleur en intensiteit. Herman dacht ook na over wat hij echt wilde. Hij besloot zijn speelveld groter te maken dan enkel het project dat hij met Nadia te managen had. Hij ontdekte hoe hij in zijn werk stond en zag dat er meer is dan alleen de formele projectplanning. Hij nam zich voor er anders in te gaan staan. Hij zou gaan verkennen, peilen hoe anderen denken en een andere kant van zichzelf laten zien, op weg naar de volgende stap in zijn werkzame leven.
Politiek spel op de werkvloer gaat over beweeglijkheid, over jezelf telkens opnieuw instellen bij gewijzigde situaties en omstandigheden. Zeker als manager heb je die lenigheid elke dag nodig. Want hoe goed je ook rondkijkt en je oor te luisteren legt, je weet nooit zeker wat er op je afkomt en hoe je jezelf ertoe moet verhouden. Er kan zoveel gebeuren: een kwestie van persoonlijk functioneren, beleid dat wijzigt, een reorganisatie of een werkproces dat je plotseling moet inregelen. De lijst met dit soort situaties is lang en komt dagelijks op je bordje. Toch gaat politiek spel over meer dan reageren op gewijzigde situaties, opnieuw je positie bepalen en strategieën bijstellen. Organisatiepolitiek is ook proactief. Er zijn evenzoveel situaties waarin jij persoonlijke of functionele belangen hebt, bijvoorbeeld omdat je vindt dat dingen in je organisatie anders moeten. Je kunt deze veranderwens ‘tegenmacht’ noemen. Anders gezegd: je volgt kritisch de zittende macht en de beleidskeuzes die gemaakt worden, maar je staat ook kritisch tegenover informele machtsprocessen en gegroeide culturele gewoontes. Juist dit politieke spel van de tegenmacht zie ik in organisaties weinig. Dat is jammer, want zo’n kritische houding bevordert een evenwichtige en vernieuwende organisatieontwikkeling. Op dit punt is nog een wereld te winnen.
Beide situaties – die van het reactieve en proactieve soort – kun je goed naar je hand zetten met een zekere basis aan politieke vaardigheid en persoonlijke machtsbronnen. Je kunt er spelwisselingen mee opvangen en er een persoonlijk strijdplan of tegenmachtcoalitie mee optuigen. Bij wijze van samenvatting en als stimulans om het politieke in jezelf aan te wakkeren en te versterken, zet ik de belangrijkste elementen en aspecten ervan nog kort voor je op een rij. De motto’s waarmee ik ze betitel, vormen een kernachtige omschrijving van elk van de politieke vaardigheden.
Omarm het informele
Naarmate je meer gericht bent op de formele kant van je werk met zijn steeds toenemende en elkaar opvolgende opdrachten, wordt de neiging sterker om harder en langer te werken. Probeer die werkopvatting te relativeren. De wereld van de vergadertafels is slechts een deel van de werkelijkheid. Er is ook een ander deel van het leven op de werkvloer, het geleefde deel. In deze informele werkelijkheid van meerstemmigheid en belangenruil worden het tempo en de accenten van ‘de echte organisatieverandering’ bepaald. De gang van zaken is er dynamisch en onvoorspelbaar, maar je kunt er dingen bepleiten en voor elkaar krijgen die je als mens en professional belangrijk vindt. Het maakt je effectiever en je blijft er fitter bij.
Omarm dus het informele in je werkleven. Hecht meer waarde aan een vooraf- of achterafgesprek met een paar collega’s of je directeur, dan aan de planningsvergadering waaraan je deelneemt. Laat die maar voortkabbelen en bedenk in de tijd dat anderen praten wie je straks even moet spreken. Duik de wandelgangen in, bel of app, knoop relaties aan en maak je punt. Weersta de neiging om na de vergadering meteen achter je laptop te gaan zitten en het projectplan aan te passen, zoals afgesproken.
Zoek de macht in jezelf
Natuurlijk krijg je in het formele deel van je werkleven ook veel voor elkaar. Het is prettig als je het zo geregeld hebt dat alles op rolletjes loopt, dat er weer een klus geklaard is en dat de vergaderingen met je team soepel en lichtvoetig verlopen. Toch kun je niet alles naar je hand zetten. Je positie en bevoegdheden om bepaalde beslissingen te nemen, laten je soms in de steek. Realiseer je dan, dat ook het vermogen om iets voor elkaar te krijgen twee kanten heeft: je formele positie aan de ene kant, en je politieke macht aan de andere. Als je af en toe een politieke rol aanneemt, krijg je soms meer voor elkaar dan je misschien denkt.
Het gebruiken van je politieke machtspotentieel vereist wel een zekere moed en overgave. Je moet het willen. Maar als je eenmaal die drempel over bent, gaat het je veel brengen. Als je deze stap wilt zetten, zoek dan naar de macht in jezelf. Hoe staat het met je netwerkvaardigheid, je sociale blik en je retorische vaardigheden? En wat heb je verder aan machtsbronnen in huis? Dit beeld krijg je snel scherp met vertrouwde anderen, je werkvrienden.
Weet wat je wilt
Als je het politieke omarmt, kun je vaak snel met een belletje of gesprekje iets regelen of een beslissing bespoedigen. Het ‘grotere politieke werk’ vergt meer tijd en voorbereiding. Het begint altijd met de start-vraag: wat is belangrijk genoeg om een machtsspel voor op te zetten? Die vraag is niet altijd makkelijk te beantwoorden, want wat wil je nu echt voor jezelf en voor de organisatie? Op je werk zijn veel dingen belangrijk; iedere dag vechten talloze zaken om je aandacht. Waar wil je voor gaan? Wil je je team beschermen of is een loopbaanstap het belangrijkste? Wil je bepaald onrecht aanpakken of zorgen voor een betere werk-privéverhouding? Alles kan, of het nu groots en meeslepend is of klein en eenvoudig. Denk goed na over je belangen. Maak bewuste keuzes van prioriteiten, het bevordert je focus in het spel. Je kunt al een simpel onderscheid maken naar zaken die vanuit je functie en je persoonlijk perspectief belangrijk zijn, zoals je loopbaan en privégerelateerde zaken. Verder helpt het als je voor je belangenkeuze een ruimer tijdsbestek kiest dan vandaag en morgen. Zoek naar gewichtige zaken die zich uitstrekken over een wat langere tijdperiode en die onder ‘normale omstandigheden’ relatief lastig voor elkaar te krijgen zijn. Vraag je ook af of die belangen te verzilveren zijn binnen een realistische cirkel van invloed. Vind vertrouwelingen en bondgenoten Om het machtsspel te spelen heb je anderen nodig. Dit geldt uiteraard als je met anderen het spel gaat opzetten voor een gedeeld belang, maar ook als je een-op-een iets gedaan wilt krijgen, zijn bondgenoten van onschatbare waarde. Een sterk persoonlijk netwerk is dus cruciaal.
Meestal ontstaat zo’n groep mensen vanzelf, op basis van sociale identificatie. Je deelt een verleden, een overtuiging, een visie met anderen, of er is gewoon ‘een klik’. Werkvriendschappen ontstaan vaak zomaar uit het niets.
Je kunt de groep mensen die je kent sterker maken, door te kiezen voor een meer proactieve en naar buiten gerichte houding. Je springt dan gemakkelijker over gaten en legt contacten met mensen in andere netwerken, met wie je jezelf misschien niet onmiddellijk identificeert.
Goede contacten leg je door in gesprekken zowel waardering voor de ander als eigenheid te tonen. Die balans vinden is een ware kunst. Of het zinvol is om je netwerk te versterken kun je bepalen door drie noodzakelijke typen netwerken als maatstaf te nemen. Vraag jezelf af wie je kent op operationeel en op strategisch niveau, en wie er deel uitmaken van je ontwikkelingsnetwerk. Deze laatste groep van vertrouwelingen of werkvrienden biedt een luisterend oor, geeft eerlijke feedback en levert coalitiegenoten als je politiek actief wordt. Van zulke collega’s kun je veel leren, en ze leveren een belangrijke bijdrage aan je persoonlijke welbevinden. In de loop van dit boek heb ik de groep regelmatig getipt als sparringpartner in het persoonlijke en het politieke spel. Deze collega’s zijn van grote waarde. Besteed er voldoende tijd aan, ook al heb je het razend druk.
Laat je ogen en oren werken
Een gesprekje bij de koffiemachine, tijdens een wandeling of via een telefoontje of appje: ontspannen gesprekjes voeren gaat de meesten van ons goed af. Al die contacten lijken weinig om het lijf te hebben, maar als het erop aankomt, moet je alert zijn en je oren en ogen openhouden om het sociale veld om je heen goed te kunnen analyseren. Dit vergt een bijna journalistieke houding, nieuwsgierig en onderzoekend. Wat zit er achter een opmerking, en wat zegt het over iemands belang of positie?
Wie heeft hier welke belangen? Conflicteren ze met de mijne of delen we ze? Wie kan iets voor me doen, wie is me nog iets schuldig? Het zijn allemaal vragen waarop je antwoorden wilt zodra het politieke spel om grotere zaken gaat dan ‘een dingetje regelen’. Een belangrijke politieke zaak vraagt om sociale alertheid en scherpte.
Er is geen standaardrecept om dergelijke veldverkenningen uit te voeren. Als je ermee aan de slag gaat, zul je het vanzelf beter onder de knie krijgen. Probeer het gewoon. Samen met enkele van je werkvrienden op verkenningsmissie gaan kan nog leuk zijn ook. Neem een journalistieke houding aan en leg in het begin iets meer nadruk op luisteren en kijken, dan op vragen stellen. Er is één vraag die je bij je verkenningen altijd bij de hand hebt: wie heeft hier belang bij?
Luister, spreek en speel met overtuiging
Politiek succes komt aan op een loepzuivere speluitvoering. De basis is geloofwaardig zijn, vertrouwen uitstralen en de ander kunnen overtuigen. Taal is hierbij een van de krachtigste hulpmiddelen. Woorden creëren de werkelijkheid die je voor je ziet. Maar woorden alleen zijn niet genoeg. Hoe je een betoog opbouwt, het vraag- en antwoordspel, je stemmodulaties, je houding en voorkomen: dit alles bij elkaar maakt je geloofwaardig en overtuigend. Het is de combinatie van vragen, luisteren én jezelf verbaal en non-verbaal laten zien. Het gaat om het vinden van de juiste balans. Dit lijkt eenvoudig, maar ik ken meer mensen die van het poneren zijn dan van het vragen stellen.
Ook je overtuigingsvaardigheden kun je met de hulp van werkvrienden vergroten. Ze zien en horen je in actie en kunnen je een spiegel voorhouden, met observaties over je taal, je manier van spreken, je non-verbale signalen, je kleding, je houding en waar je gaat zitten. Jezelf openstellen voor kritische beschouwing is niet altijd gemakkelijk, maar je leert er veel van over het effect van je gedrag op anderen.
Ontdek het mooie van het spel
Met oog voor het waardevolle van het politieke kun je je werk beter en makkelijker uitvoeren. Toch vergt het soms ook moed om voor jezelf op te komen en de strijd aan te gaan. Het zal niet altijd gemakkelijk zijn om dwars tegen de stroom in te roeien, meer te weten dan de anderen en je mond te moeten houden voor de goede zaak, of een rol te spelen terwijl je gewoon wilt zijn wie je bent. Verder zullen er ook teleurstellingen komen, bijvoorbeeld als je het tijdens een vergadering even niet meer weet en de collega die je zou steunen zijn snor drukt. En laten we ook de uitglijders niet vergeten, bijvoorbeeld als de spanningen oplopen en je de grens van het onbetamelijke dreigt te overschrijden. Maar het mooie is: als je het politieke spel eenmaal in de vingers hebt, gaat het je passen als een tweede huid. Misschien krijg je er wel plezier in! tuigen. Taal is hierbij een van de krachtigste hulpmiddelen. Woorden creëren de werkelijkheid die je voor je ziet. Maar woorden alleen zijn niet genoeg. Hoe je een betoog opbouwt, het vraag- en antwoordspel, je stemmodulaties, je houding en voorkomen: dit alles bij elkaar maakt je geloofwaardig en overtuigend. Het is de combinatie van vragen, luisteren én jezelf verbaal en non-verbaal laten zien. Het gaat om het vinden van de juiste balans. Dit lijkt eenvoudig, maar ik ken meer mensen die van het poneren zijn dan van het vragen stellen. Ook je overtuigingsvaardigheden kun je met de hulp van werkvrienden vergroten. Ze zien en horen je in actie en kunnen je een spiegel voorhouden, met observaties over je taal, je manier van spreken, je non-verbale signalen, je kleding, je houding en waar je gaat zitten. Jezelf openstellen voor kritische beschouwing is niet altijd gemakkelijk, maar je leert er veel van over het effect van je gedrag op anderen.
Ontdek het mooie van het spel
Met oog voor het waardevolle van het politieke kun je je werk beter en makkelijker uitvoeren. Toch vergt het soms ook moed om voor jezelf op te komen en de strijd aan te gaan. Het zal niet altijd gemakkelijk zijn om dwars tegen de stroom in te roeien, meer te weten dan de anderen en je mond te moeten houden voor de goede zaak, of een rol te spelen terwijl je gewoon wilt zijn wie je bent. Verder zullen er ook teleurstellingen komen, bijvoorbeeld als je het tijdens een vergadering even niet meer weet en de collega die je zou steunen zijn snor drukt. En laten we ook de uitglijders niet vergeten, bijvoorbeeld als de spanningen oplopen en je de grens van het onbetamelijke dreigt te overschrijden. Maar het mooie is: als je het politieke spel eenmaal in de vingers hebt, gaat het je passen als een tweede huid. Misschien krijg je er wel plezier in!
Voor Machiavelli waren mensen zelfstandig denkende en autonome wezens. Burgers die wat macht betreft niet konden tippen aan de alleenheerser, maar die wel iets konden doen om hun situatie te verbeteren. Machiavelli kwam voor dit belang op, vanuit de vrije overtuiging van wat goed en belangrijk is, zowel namens hen als voor zichzelf. Hij reisde zijn hele leven lang stad en land af en vocht voor de vrijheid van zijn geboortestad Florence. Als een messcherp politicus in woord, geschrift en daad.
Ik wens je toe dat je op je werk een hedendaagse Machiavelli wordt.
Bron: Machiavelli op de werkvloer
Door: Math de Vaan