Een beter milieu begint niet bij jezelf. Twee zomers geleden las ik dit prikkelende boek van journalist Jaap Tielbeke. Over Schiphol sprak het kabinet nog in termen van groei (vooruit, en van coronasteun), de rechter moest nog uitspraak doen in de zaak Milieudefensie versus Shell en ik fietste nog met mijn linnen tasje naar de supermarkt.
Dat laatste doe ik overigens nog steeds. Zoals ik mijn afval scheid, de auto laat staan als ik ook de trein kan pakken, het licht uitdoe in ruimten waar ik niet ben, de kraan dichtdraai tijdens het tandenpoetsen, steeds vaker vegetarisch en biologisch kook, een dikke trui aantrek in plaats van de verwarming een graad hoger te zetten, regelmatig nadenk over mijn voetafdruk en op al deze (en andere) punten heus ook wel eens zondig, soms gedachteloos en soms met een gevoel van schaamte.
Net als Tielbeke groeide ik op in de tijd van de overheidscampagne ‘Een beter milieu begint bij jezelf’. De boodschap van die spotjes: als iedereen zijn steentje bijdraagt, maken we samen van de wereld a better planet. Sympathiek idee, en wat is er nou mis met korter douchen en plastic tasjes weigeren?
Verantwoordelijkheid bij de consument
Niets, dacht ik. En nog steeds lijkt het me beter dan al die adviezen in de wind te slaan. Maar de wereld redden we er niet mee. ‘Een beter milieu begint bij jezelf’ heeft heel lang de verantwoordelijkheid gelegd bij het individu, bij de consument, terwijl de partijen die echt invloed hebben op klimaatbeleid doorgingen met het uitputten van de aarde.
Tielbeke legt daarom de bal bij de politiek en de grote bedrijven. Immers: ‘Met een beetje goede wil kan een milieubewuste burger zijn eigen levensstijl vergroenen, maar alleen regeringen hebben de macht om kolencentrales te sluiten of belasting te heffen op CO2.’ En, vraagt hij zich af: ‘Draagt de baas van Shell evenveel schuld als de automobilist die zijn tank vult met Euro95?’
In de rechtbank en op de barricaden
In Een beter milieu begint niet bij jezelf prikt hij een aantal mythes door, onder andere over het boekhoudkundig handelen in CO2-rechten of dat technologie ons uiteindelijk wel zal redden. En Tielbeke laat zien waar een beter milieu wel begint. In de rechtbank (denk aan de Urgenda- en Milieudefensie-zaken), op de barricaden (ook door activistische aandeelhouders) en bij de politiek.
Daarmee biedt het boek ook perspectief, en een sprankje hoop. Ik heb bovendien het idee dat het gevoel van urgentie alweer wat breder gedragen wordt dan een paar jaar geleden. Tegelijkertijd heb ik sterke twijfels of ‘we’ voldoende doen en of ‘we’ hard genoeg gaan. Een eufemisme, dat realiseer ik me. We kunnen het ons eenvoudigweg niet permitteren langer te dralen: 2 graden opwarming (en onomkeerbare gevolgen) zijn angstvallig dichtbij.
Niet met oogkleppen op richting snel financieel gewin
Hieraan moest ik denken toen ik afgelopen zomer Klimaatwerkers las van transformatie-expert Charlotte Extercatte en journalist Joep Boerboom. Hun ondertitel? Een beter klimaat begint op je werk. Dat lijkt verdacht veel op die verfoeide leus uit de Postbus 51-spotjes van begin jaren negentig. En toch ligt het dichter bij wat Tielbeke stelt dan je op het eerste gezicht denkt. Immers ook hij wijst erop dat multinationals en andere grote bedrijven een veel grotere verantwoordelijkheid moeten nemen in het klimaatdebat.
Een onderneming an sich handelt echter niet; daar zijn mensen voor nodig. En in dit geval klimaatwerkers, betogen Extercatte en Boerboom. Wie dat zijn? ‘Mensen die geen genoegen nemen met een bullshitbaan maar die werk willen doen waarmee ze echt iets bijdragen aan de maatschappij. Mensen die zich niet met oogkleppen richten op snel financieel gewin en sluitende businesscases, maar die oog hebben voor de toekomst en willen samenwerken aan oplossingen. Mensen die in zijn voor een nieuwe uitdaging, het voortouw durven nemen en daarmee anderen enthousiasmeren en stimuleren.’
Doodnormale medewerkers die hun gezond verstand gebruiken
Klimaatwerkers tekent onder andere het verhaal op van Ray Anderson, de oprichter van tapijttegelproducent Interface. Een bedrijf met een aanzienlijke voetafdruk. Jaarlijks zet Interface samen met zijn leveranciers een half miljard kilo aan grondstoffen op aardoliebasis (nylon, bitumen) om in vloertegels. Dat levert dagelijks tonnen aan snijresten op. Althans, tot Anderson het roer omgooit. Hij besloot op een dag dat zijn onderneming geen negatieve impact meer mocht hebben op het milieu. Inmiddels gaat de tegelproducent beyond zero: met tapijttegels die CO2 vasthouden levert het een positieve bijdrage aan milieu en klimaat, schrijven Extercatte en Boerboom. ‘Hiermee is het een voorbeeld voor andere koplopers [..]. Zij laten zien dat je veel kunt leren van klimaatpioniers en dat je geen CEO of klimaatdeskundige hoeft te zijn om het verschil te maken.’
Dat pionieren hoeft niet te blijven bij simpele ingrepen zoals afval scheiden en de lichten uitdoen als je je kantoor verlaat – liever niet zelfs. De auteurs vertellen in hun boek de verhalen van, zoals ze zelf schrijven, ‘doodnormale medewerkers die door hun gezond verstand te gebruiken praktische oplossingen met grote impact aandroegen waardoor hun organisatie klimaatvriendelijk is gaan werken’.
Hindernissen, lessen en succesfactoren
Henk Voormolen bijvoorbeeld, die bij zijn werkgever cateraar Albron de strijd tegen (voedsel- en plastic)verspilling succesvol aanjaagde en het voor elkaar kreeg het aanbod te veranderen naar meer biologisch en minder vlees. Of Aart Kees Evers, die bij de provincie Utrecht zijn collega’s aanmoedigde werk te maken van het klimaat en vast van plan is dat ook te doen bij zijn nieuwe werkgever het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. ‘Zorg voor geloofwaardigheid door het goede voorbeeld te geven. Het kabinet zal echt moeten laten zien dat de rekening niet enkel bij de burger ligt, maar zal ook de grootste vervuilers moeten aanpakken.’
Zijn het allemaal succesverhalen? Ja, en nee. Want klimaatwerk gaat niet altijd in één keer goed. Extercatte en Boerboom tekenen ook op welke hindernissen de klimaatwerkers tegenkwamen, waar ze hun hoofd stootten, welke lessen ze leerden. Dat vertalen ze naar praktische tips en tien succesfactoren om zelf het klimaatverschil in je eigen organisatie te kunnen maken. Van een visie hebben tot trots uitstralen en successen (en ‘succesvolle mislukkingen’) delen.
‘Iedereen kan iets bijdragen. Als burger, als consument, als kiezer maar vooral: als werkende’, besluiten de auteurs hun betoog. ‘Of je nou inkoper, marketeer, controller, ambtenaar, docent, directeur of eigen baas bent.’
Het echte verschil maak je op je werk
Schuilt er dan toch meer waarheid in ‘Een beter milieu begint bij jezelf’ dan ik aan het begin van dit artikel dacht? Misschien wel. Niet per se als particulier. Eén glaasje biologische melk bij mijn thuislunch zet niet zo veel zoden aan de dijk (al juich ik ook dat toe). Enkel biologische melk en alleen een vegetarisch aanbod in alle bedrijfsrestaurants in Nederland helpt al een stuk meer. En twintig vierkante meters CO2-neutrale tapijttegels op mijn bovenverdieping zijn leuk, maar veel mooier zou het zijn als tegelproducenten ervoor zorgen dat het hele marktaanbod bestaat uit vloeren die meer CO2 aan het klimaat onttrekken dan dat ze uitstoten.
Om die beweging in bedrijven (verder) op gang te krijgen blijft het individu hard nodig. Dus ja, soms begint een beter milieu ook bij jezelf, bij het individu. Maar het echte verschil maak je op je werk. Laten we daarom allemaal klimaatwerkers worden. Gewoon nog steeds met een linnen tasje naar de supermarkt, maar op het werk collega’s en directie aanmoedigen het ook op grote schaal over een andere boeg te gooien.
Je invloedssfeer is groter dan je denkt
Nogmaals, dat is meer dan nodig; 2 graden opwarming is angstvallig dichtbij. Een beter milieu begint niet bij jezelf legt het probleem bloot, zoals tal van andere publicaties dat doen en deden, en vooral ook moeten blijven doen. Klimaatwerkers laat inspirerende oplossingen zien die hopelijk velen motiveren in hun onderneming, bij hun werkgever de rol van pionier, klimaatwerker op zich te nemen. (En nee, dat ontslaat de politiek niet van haar heel grote eigen verplichting ook meer actie te ondernemen!)
Laat ik met twee aanstekelijk optimistische quotes van Extercatte en Boerboom besluiten. ‘Juist in organisaties die van ver moeten komen, is veel klimaatwinst te behalen.’ Plus: ‘Doe wat je binnen jouw eigen invloedssfeer kunt doen – en die invloedssfeer is vaak groter dan je denkt.’
Zo is het. En nu aan het klimaatwerk.
Door: Paul de Kuyper