De lancering van Google’s eigen smartphone Pixel (en andere hardware zoals een intelligente luidspreker) en Digitale Assistent en de overname van digitale assistent Viv door Samsung, laat zien dat de platformenstrijd een nieuwe ronde ingaat. Google, Microsoft, Apple, Facebook en Amazon bestrijden elkaar op vele fronten.
Strijd tussen platformen
Vorige week lanceerde Google zijn eigen smartphone, de Pixel. Met een zeer goede camera, ingebouwde digitale assistent en strak ontwerp gaat Google directer de concurrentie aan met Apple. Google treedt hiermee in de voetsporen van Microsoft dat met de overname van Nokia besloot om eigen hardware te gaan maken. Het laat goed de dynamiek zien rond platformen, van samenwerken en concurreren en voortdurende evolutie. Door het ontwerp van de hardware meer zelf ter hand te nemen, kan Google meer controle houden over de totale gebruikerservaring die bepaald wordt door de integratie van hardware, appstore en besturingssysteem (Android). En dat is waar de concurrentie tussen de grote platformen van Apple, Google en Microsoft om draait. Het hebben van meerdere fabrikanten gaf Google een enorm voordeel toen het zich rond 2010 in de markt moest vechten waar anderen destijds de dienst uitmaakten (zoals Symbian van Nokia, Blackberry en Apple iOS). Nu anno 2016 de markt steeds meer is uitgekristalliseerd, wordt die veelheid aan fabrikanten een ballast: consumenten krijgen per fabrikant een wisselende ervaring, apps werken niet overal even soepel of vlekkeloos. Om die reden heeft Google de afgelopen jaren zijn greep op Android vergroot en is het minder open geworden.The next thing: de digitale assistent
De concurrentie is een nieuwe fase ingegaan. Nu de markt voor losse smartphones steeds meer aan het verzadigen is, schuift de concurrentie op naar de randen: de interface en de randapparatuur. Bij de interface zien we dat de digitale assistent belangrijk wordt: de assistent kan gebruikers helpen o.a. bij het opzoeken van informatie, het plannen van de agenda en het vinden van de snelste route. Op de achtergrond gaat het hier om kunstmatige intelligentie. In deze strijd zien we als dominante spelers: Siri (Apple), Google Assistent, Cortona (Microsoft) en Alexa (Amazon). Deze assistenten zijn niet gebonden aan een apparaat maar ze zijn de toegangspoort naar alle apparaten en diensten binnen hetzelfde platform. Hoe meer apparaten, producten en diensten gebruikmaken van deze assistent, hoe slimmer en beter deze wordt. Hier draait alles om zoveel mogelijk gebruikers te krijgen op het eigen platform.Internet der Dingen
Vandaar de uitbreiding van de smartphone-platformen met steeds meer nieuwe hardware. Apple creëerde een hele nieuwe productgroep horloges, de Apple Watch. Google nam eerder al NEST over, de fabrikant van domotica-toepassingen zoals slimme rookmelders en beveiligingscamera’s. Microsoft en Facebook zetten stappen in de wereld van virtual reality, een wereld waar Google zich nu ook nadrukkelijker op wil gaan storten. Amazon had in Amerika succes met de intelligente luidspreker Echo, die vragen kan beantwoorden en apparaten in huis kan bedienen via digitale assistent Alexa. Google lanceerde vorige week ook een concurrent voor deze luidspreker met de ingebouwde Google Assistent. Samen met een WiFi-ontvanger (Chromecast Ultra) die gemakkelijk te installeren is. Ook de plannen van Google en Apple in het maken van auto’s kan gezien worden in deze context. We gaan naar een cloud van onderling verbonden apparaten in een Internet der Dingen.Alles draait om gebruikers en het naadloos samenwerken van de hardware en software die daarbij hoort. Zo kunnen ontwikkelaars van diensten en adverteerders er het maximale rendement uit halen.