Er bestaan verschillende methoden van conflictoplossing: bovenpartijdig en tussenpartijdig. In dit artikel leggen we uit wat elke oplossing inhoudt.
Bovenpartijdige conflictoplossing
Bij bovenpartijdige geschiloplossing neemt een neutrale (meestal juridisch) deskundige derde kennis van het geschil of conflict tussen A en B en de argumenten die beiden hebben. Het gaat hier om (bewijsbare) feiten en rechtsregels op basis waarvan de boven de partijen staande derde een besluit neemt. Dit besluit valt meestal in het voordeel van de een of de ander uit. Er is dus op zijn minst één verliezer.
Beluister de podcast: Conflictvaardig op het werk
Vier vormen
De bekendste vorm van bovenpartijdige conflictoplossing is de rechtspraak. Drie andere vormen zijn arbitrage, bindend advies en semibindend advies:
- Arbitrage is een wettelijk geregelde procesvorm, waarbij een deskundige uit de sector zelf als derde in beslotenheid een bindende uitspraak doet (bijvoorbeeld een aannemer als arbiter in de Raad voor Arbitrage voor de Bouw in Utrecht).
- Bij bindend advies doet een derde (vaak een geschillencommissie) een uitspraak die bindend is, nadat A en B hiertoe vooraf een overeenkomst hebben gesloten. Via algemene voorwaarden is dit in diverse branches van de consumentenmarkt van toepassing. Denk aan banken, verzekeraars, stomerijen en reisorganisaties. Een ander voorbeeld is De Rijdende Rechter.
- Semibindend advies: in veel cao’s en sociale plannen is opgenomen dat er sprake is van een ‘adviescommissie sociale begeleiding’ of een ‘bezwarencommissie’. Dit zijn vaak commissies met drie externen (een onafhankelijke voorzitter, een werkgevers-en een werknemerslid) die een zwaarwegend advies geven over een gemeld bezwaar, waar de werkgever alleen gemotiveerd en om zwaarwegende redenen van mag afwijken.
Tussenpartijdige conflictoplossing
Bij tussenpartijdige geschiloplossing werken partijen A en B zelf aan het oplossen van het conflict: via onderhandelen of mediation.
Onderhandelen
Onderhandelen is qua omvang veruit de meest toegepaste manier van conflict oplossen. Volgens Alex Brenninkmeijer, oud-Nationale Ombudsman, is onderhandelen de sociale vaardigheid die gericht is op het hanteerbaar maken van tegenstellingen tussen mensen in situaties van wederzijdse afhankelijkheid. Er kan onderhandeld worden door A en B zelf, of door gemachtigden die namens A en B onderhandelen. Dit kan beide in en buiten mediation.
Mediation
Mediation is een vorm van bemiddeling in conflicten, waarbij een neutrale professionele deskundige – de mediator – de communicatie en onderhandelingen tussen partijen begeleidt om vanuit werkelijke belangen tot een gezamenlijk gedragen oplossing te komen. A en B komen daarbij zelf tot optimale besluitvorming, zonder inhoudelijke sturing van de mediator. Ook hier kunnen gemachtigden bij aanwezig zijn.
Kenmerken van mediation
Mediation heeft een aantal specifieke kenmerken:
- Zelfbeschikking: de mediator heeft primair tot doel om de autonomie van A en B te steunen en te stimuleren (een totaal ander perspectief dan de bovenpartijdige geschiloplosser).
- Vrijwillige deelname: A en B doen mee aan mediation omdat zij hier zelf voor kiezen en niet omdat zij daartoe gedwongen zijn. Daarnaast is er sprake van ‘commitment’ aan het proces om er samen uit te komen vanuit de noodzaak dat men in de huidige patstelling een ‘brandend platform’ ervaart.
- Vertrouwelijkheid: A en B moeten zich vrij voelen zich uit te spreken over grenzen en wensen zonder dat dit later mogelijk tegen hen wordt gebruikt in of buiten de rechtszaal.
- Bewezen proces: de opbouw van het mediationproces is niet willekeurig, maar gestoeld op onderzoek hoe mensen met conflicten omgaan en deze zo effectief mogelijk kunnen worden opgelost.
De uitbreiding met een deskundige neutrale derde beoogt de cliënten A en B te ondersteunen in hun transitie van vergiftigende
machteloosheid naar zelfsturing. Dat maakt het mogelijk dat zij samen weer in gesprek komen en zo tot een voor beiden aanvaardbare oplossing. Via transitie naar transformatie dus.
Bron: Conflictvaardig op het werk
Door: Jan Plevier, Frank Emmelot