Een paar weken geleden werd ik geïnterviewd door Eduard van Brakel over projectmanagement. Het leerzame van zo’n interview en vervolgens van het artikel, is dat je de eigen opvattingen door de ogen van iemand anders leest. Een aantal opvattingen die ik blijk hebben over het projectmanagement heb ik uit zijn gespreksverslag gehaald.
Ik schijn met grote stelligheid gezegd te hebben dat zonder duidelijkheid over het eindproduct of eindresultaat (‘Wat is er klaar als het project klaar is?) het geen donder uitmaakt welke projectmanagementmethode je kiest, pas dan kun je een methode kiezen. En ook naar die methodes schijn ik relativerend te kijken: ‘Vaak worden er methodes gevonden met een heleboel nieuwe woordjes. Want de meeste dingen waren er al wel’, zegt Kor. ‘Een teamlead, is gewoon een afdelingsleider of een projectmanager. Hij doet hetzelfde aan het einde van de dag, maar dat willen we niet horen. Een product owner is gewoon een gedelegeerd opdrachtgever, maar dat klinkt niet zo spannend. Een scrum-adept zal zeggen dat het echt anders is. Maar als ik er met mijn sarcastische blik naar kijk, denk ik ‘ach…’
Sjoemelruimte is weg
‘Door het efficiency denken, of je dat nou Lean noemt, of een andere school aanhangt, of wat vroeger het BPR (business process reengineering – red.) was, hebben we ook alle marges uit de organisaties weggehaald. Vroeger hadden we sjoemelruimte of overcapaciteit. En die overcapaciteit hebben we weggeorganiseerd. En als je nu dus tekortkomt, heb je verkeerd gepland. Vroeger had je nog wat uitloop, kon je nog verkeerd timmeren als je een ark bouwde. Dingen zijn nu veel ingewikkelder geworden. Je hebt steeds meer schaarse capaciteit, maar wel een harde einddatum. Dan ontkom je niet aan de ellende dat je het goed moet gaan managen.’
De projectmanager kan het nooit goed doen
En dan komt de projectmanager in beeld. En die heeft het niet altijd gemakkelijk, vindt Kor: ‘Een projectleider kan het bijna nooit goed doen. Als hij weinig regels heeft, is hij nonchalant, als hij wel regels heeft is hij bureaucraat. Als hij naar het nu kijkt, heeft hij geen visie, en als hij naar de toekomst kijkt, zit hij te weinig in het nu. Is hij van de feiten, dan zeggen ze dat een beetje intuïtie geen kwaad kan. Is hij van de intuïtie, dan zeggen ze dat wat meer feiten geen kwaad kunnen. De projectleider kan door die tegenstrijdige eisen het eigenlijk nooit goed doen.’
Lost de methode problemen op?
Maar daarvoor heb je projectmanagementmethodes, zou je zeggen. Kor: ‘We hebben wel methodes, maar houden die methode nooit vast. Ik zou zeggen: kies een methode die bij je organisatie past en hou die methode vast. Zit je bij een heel ambtelijke organisatie, en je gaat daar scrum, of agile toepassen, dan wordt dat niks. Want je krijgt met scrum geen stuurgroepen, geen projectplannen, geen vooruitblikken in de toekomst. En die wil zo’n ambtelijke organisatie wel. En zo kiezen we vaak een aanpak of voor het verkeerde vraagstuk, of voor de verkeerde organisatie. En dan mag je hopen dat de methode die je kiest, meer problemen oplost dan creëert.‘
Door: Rudy Kor
Bron: Twynstra Gudde