Defensie stond de laatste tijd flink in de spotlight. Minister Hennis en commandant der Strijdkrachten Middendorp traden af na een vernietigend rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) over het mortierongeval in Mali. Bij dat ongeval sneuvelden twee militairen en raakte een derde zwaar gewond. De vraag is hoe dat heeft kunnen gebeuren in een organisatie die juist bekend staat om discipline en procedures. Het antwoord is complex, maar in de basis terug te brengen op een organisatie die is overvraagd, en de complexe verhouding tussen loyaliteit en integriteit. Processen die bij meer, al dan niet grote, organisaties spelen.
Vredesdividend
Al sinds de jaren 90 van de vorige eeuw wordt er bezuinigd op de krijgsmacht. Na de val van de Berlijnse muur en de instorting van het Oostblok kon het vredesdividend geïnd worden. De krijgsmacht schakelde over van een dienstplichtig leger, naar een beroepsleger. Tegelijk werd er fors bezuinigd, omdat de dreiging van Rusland niet meer aanwezig was en het geld dat werd uitgegeven aan Defensie anders gebruikt ging worden. Het gevolg was dat fregatten verkocht werden, tanks van de hand werden gedaan, vliegtuigen werden afgestoten en kazernes gesloten. De financiering ging fors naar beneden en het aantal militairen ook. Alle militairen passen nu met gemak in het PSV-stadion, waar eind jaren 90 nog zeker twee volle Kuipen nodig waren. Defensie verloor de aandacht en het debacle in Srebrenica deed het imago van de krijgsmacht geen goed. Voor de opeenvolgende kabinetten werd Defensie een sluitpost op de begroting. Een organisatie waar geld gehaald kon worden. De wereld werd na de val van de muur echter niet veiliger en overzichtelijker, de geopolitieke situatie werd alleen maar complexer. Het gevolg was dat de krijgsmacht tussen 1995 en nu juist vaker werd ingezet, voor meer verschillende missies die ook nog eens gevaarlijker werden. Denk maar aan de inzet in Irak en natuurlijk Afghanistan, waar Nederlandse militairen de grootste slag sinds de Korea-oorlog uitvochten in de Slag om Chora. De krijgsmacht raakte overvraagd en moest zelfs ‘nee’ gaan verkopen (Patriot-missie in Turkije afgeblazen, F16’s weg uit Irak en geen schip voor de Vluchtelingencrisis in de Middellandse Zee). Ongekend voor een organisatie die dienstbaar moet zijn naar de politiek. De verhouding tussen politieke ambities en militaire realiteit is niet meer in verhouding, doordat de tanden van de krijgsmacht (tanks, fregatten, F16- artillerie, pantservoertuigen) werden afgenomen, terwijl die tanden nodig zijn voor de inzet. Als militair zonder tanden ben je een gemakkelijk doelwit en loop je dus meer gevaar. Al zien veel politici dat graag andersom, maar de militaire werkelijkheid is zoals de Belgische voormalig generaal Van Impe die beschrijft: ‘Een grote beer vang je met grote berenklemmen.’Bijzondere positie van de militair









