Als een positieve emotie leidt tot zowel een verbreding als een verdieping van de capaciteiten van degene die deze emoties ervaart, dan zou het mooi zijn als wij dit zouden kunnen (blijven) stimuleren. Als een intrinsiek gemotiveerd persoon beter presteert in creativiteit en complexe taken dan een extrinsiek gemotiveerd persoon, dan loont het zeker om beter te begrijpen hoe je intrinsieke motivatie stimuleert.
Intrinsieke motivatie: een beter begrip
Sterker nog, om te voorkomen dat de bron van de aanmoediging buiten de persoon ligt (dus extern) en hierdoor mogelijk een afhankelijkheidsrelatie ontstaat, is het slimmer de bron van de aanmoediging dichter bij huis te zoeken. Wat nu als de bron van aanmoediging binnen de persoon zelf kan worden ontdekt? Dan kan hij zichzelf aansporen het gewenste doel te bereiken. In voetbaltermen: hij is dan in staat ook zijn uitwedstrijden te winnen, onafhankelijk van zijn thuispubliek, in het geloof dat hij het kan. Om dit te bereiken, verdiepen we ons in motivatietheorieën en wat deze ons leren over de kracht van zelfaanmoediging. Een beter begrip van intrinsieke motivatie kan ons daarbij helpen. Een prachtige theorie over hoe wij onszelf meer kunnen motiveren, is de zelfdeterminatietheorie van Richard Ryan en Edward Deci.
Zelfdeterminatie betekent zelfstandig of autonoom beslissen iets te doen. Deze theorie laat zien dat mensen uit zichzelf ergens gemotiveerd voor kunnen raken, als er is voldaan aan drie aangeboren psychologische basisbehoeften:
- autonomie – het gevoel dat je ergens uit vrije wil zelf voor mag kiezen/hebt gekozen;
- competentie – het gevoel dat je bepaalde taken steeds beter beheerst, doordat je vooruitgang boekt;
- relationele verbondenheid – de basale behoefte ergens bij te horen en dingen uit te wisselen met andere mensen met wie je je verbonden voelt.
Basisbehoeften gewenst gedrag
Deze behoeften hebben wij allemaal. Hoe meer deze worden bevredigd, hoe sterker onze motivatie is om te presteren en hoe groter het gevoel van welzijn zal zijn. Deze basisbehoeften zijn drie belangrijke aanknopingspunten voor het effectief aanmoedigen van gewenst gedrag.
Hieronder bekijken we ze nader.
Autonomie – ik kies zelf
Autonomie betekent ruimte; gepercipieerde ruimte, welteverstaan. Belangrijk hierbij is dat je het gevoel hebt dat je kunt handelen zonder druk te ervaren. Dit gevoel van vrijheid wordt gestimuleerd als je zelf kunt meebeslissen, als er keuzemogelijkheden zijn of als een taak op een empathische wijze en met voldoende verantwoording wordt opgedragen. In het kader van aanmoedigen is het dus van belang dat de ander zo veel mogelijk keuzevrijheid ervaart. Dit zorgt voor meer intrinsieke motivatie om een doel te behalen of gewenst gedrag te laten zien. In het voorbeeld van de darters is dit de manier waarop de speler zich kleedt, welke muziek hij kiest bij het betreden van de zaal tot aan de manier waarop hij zijn pijlen gooit: uniek, eigen en onderscheidend.
Maar autonomie is niet alleen ruimte krijgen, het is ook daarbinnen zelf je verantwoordelijkheid nemen. Autonomie wordt versterkt als je voldoende openstaat voor de consequenties van je eigen keuzes en je bereid bent verantwoording af te leggen voor het resultaat van deze keuzes. Hoe hoog leg je de lat? Zo hoog als jij realistisch denkt te kunnen springen.
Competent – ik geloof dat ik het kan (leren)
De basisbehoefte competentie geeft aan dat iedereen graag doeltreffend met zijn omgeving wil omgaan. Mensen willen hun omgeving begrijpen, ontdekken en beheersen. Als jij je competent voelt, dan stimuleert dat verdere groei van je capaciteiten en je flexibiliteit, waardoor je je beter kunt aanpassen aan een veranderende omgeving. Het gaat om het goede gevoel dat je hebt als je door inzet en volharding een taak goed hebt volbracht. Je krijgt meer zelfvertrouwen en je wordt gestimuleerd om een nieuwe, uitdagender taak aan te pakken. Daarom werkt aanmoediging zo goed als iemand een taak volbrengt, bijvoorbeeld als er een doelpunt wordt gemaakt, als een dartpijl de triple 20 raakt of als een klacht van een klant naar grote tevredenheid wordt opgelost. Aanmoediging bevestigt dat de ander het kan en versterkt het vertrouwen dat hij het uiteindelijke doel zal behalen. In coachingstermen wordt dit ‘coach de progressie’ genoemd. ‘Elke stap vooruit is er eentje in de goede richting: Ga door. Als dit je lukt, dan lukt de volgende stap je ook. De kans dat diegene doorgaat en gemotiveerd is om steeds beter te presteren, is dan groot.
Kanttekeningen
Twee kanttekeningen zijn hierbij belangrijk. Een aanmoediging als de ander zich onvoldoende competent voelt (bijvoorbeeld doordat de taak volkomen nieuw is), kan een averechts effect hebben. Zij leidt dan tot dat gevoel van druk dat ineens toeneemt als iemand meekijkt. Ik kan mij nog een van mijn eerste aikidolessen herinneren, waarin wij een bepaalde oefening moesten doen. Het ging redelijk goed, dacht ik tenminste, totdat mijn leraar langskwam en mij observeerde. Ik voelde de druk toenemen om goed te presteren en binnen de kortste keren was ik uit balans. Waarom? Ik was nog onvoldoende competent en zijn aanmoediging (zijn persoonlijke aandacht) zorgde alleen maar voor meer druk. Dat was een les waarvan ik veel heb geleerd voor later. Het is makkelijk alleen maar te zeggen dat het goed gaat of aanmoedigen dat de ander het wel kan. Als de ander echter nog aan zichzelf twijfelt, zijn voorzichtigheid en empathie geboden. Dan is het effectiever de stappen kleiner te maken en vooral focus te leggen op wat hij al wel kan en de inspanning die hij levert om het doel te behalen.
De tweede kanttekening is de mindset van de ontvanger, de overtuiging van de ontvanger of er intelligentie en kwaliteit te ontwikkelen zijn of niet. Carol Dweck heeft jarenlang onderzoek gedaan naar de invloed van opvattingen over de ontwikkelbaarheid van intelligentie en persoonlijke kwaliteiten op de mate waarin wij succesvol kunnen zijn. Daarbij maakt zij onderscheid tussen een growth mindset en een fixed mindset.
Growth mindset en intrinsieke motivatie
Simpel gezegd: als je een growth mindset hebt, geloof je dat je kunt blijven leren en groeien door tegenslagen en feedback. Je staat dan open om te leren, je bent nieuwsgierig en je zoekt actief feedback op. Met een fixed mindset daarentegen, zie je intelligentie en andere kwaliteiten als vaststaande feiten vanaf de geboorte. Feedback en uitdagingen op onbekend gebied zijn dan risico’s die je het liefst vermijdt.
Dweck geeft dan ook als tip dat je aanmoediging moet richten op de inzet, op initiatief nemen en volharding. Dat zal een growth mindset stimuleren. Als je alleen de prestatie of het resultaat benadrukt in de aanmoediging, stimuleer je een fixed mindset. Meer over de invloed van de mindset bij de ontvanger van een aanmoediging lees je in hoofdstuk 6, waarin ik bespreek hoe een hr-cyclus op basis van aanmoediging eruit kan zien.
Relationele verbondenheid – ik sta er niet alleen voor
De mens is een sociaal wezen. Enkele van onze sociale basisbehoeften zijn het opbouwen van positieve relaties met anderen, onszelf geliefd en gesteund voelen en anderen kunnen ondersteunen. We willen allemaal ergens bij horen, bij een team, bij een bedrijf, bij een vereniging, bij een initiatief of bij een vrijwilligersorganisatie. Dit geeft een gevoel van saamhorigheid en zingeving en levert ons de kans elkaar bij te staan om een gezamenlijk doel te behalen.
Erkenning van de ander, dat hij uniek is en dat dit juist wordt gewaardeerd, is belangrijk. Ook lief en leed met elkaar delen past hierbij. Dit versterkt het gevoel van verbinding en het vertrouwen dat de ander op steun kan rekenen in moeilijke tijden. Dat is, om weer in voetbaltermen te spreken, het thuisvoordeel. Het publiek als twaalfde man. Relationele verbondenheid in het kader van aanmoediging is de bevestiging dat je erbij hoort, dat je gesteund wordt en dat je namens de groep een individuele prestatie levert. Zoals de darter die de zaal inkomt en zijn fans die zijn lied zingen, zijn kleding dragen en spandoeken met aanmoedigende teksten omhooghouden.
De zelfdeterminatietheorie van Deci en Ryan leert ons dat de sterkte van het invullen van autonomie, competentie en relationele verbondenheid voor een groot deel de intrinsieke motivatie van een individu bepaalt. En daar draait het allemaal om bij het aanmoedigen van de ander: de drie basisbehoeften versterken en vergroten en daarmee de intrinsieke motivatie hoger maken. Hoe meer de drie basisbehoeften worden bevredigd, hoe hoger de intrinsieke motivatie is.
Plezier belangrijk voor intrinsieke motivatie
En er is meer. Ook plezier speelt een rol bij het versterken van de intrinsieke motivatie. Je hebt al eerder kunnen lezen dat positieve emoties een belangrijke rol spelen bij het stimuleren van groei en volharding. Bij intrinsieke motivatie komt de motivatie vanuit de persoon zelf. Het individu handelt vanwege de intrinsieke waarde van de activiteit (‘Ik wil het’) en vanwege het plezier en de voldoening die deze activiteit met zich meebrengt (‘Ik vind het leuk’). Juist daarom is het zo belangrijk de aanmoediging in lijn te brengen met wat de ander wenst en leuk vindt.
Vooral het leuk vinden van de activiteit en het plezier van de beloning ervan, blijken de intrinsieke motivatie flink te versterken. Plezierig bezig zijn, is langer vol te houden; zeker als de beloning voor de activiteit snel volgt. Hoe sneller de beloning volgt na de activiteit, hoe leuker je het vindt en hoe meer intrinsiek gemotiveerd je bent.
Je ziet dat door het introduceren van plezier intrinsieke motivatie en extrinsieke motivatie met elkaar worden verbonden en dat ze elkaar versterken. Aanmoediging die is gekoppeld aan plezier werkt dus supergoed om de ontvanger te versterken in zijn wil om verder te gaan.
Bron: Aanmoediging
Door: Marcel de Wit