In feite is het cyclisch denken veel ouder dan het lineaire vooruitgangsdenken en bestond het al ruim voor onze jaartelling in China en India en bij indianenstammen in Noord-Amerika. Het medicijnwiel is een van de oudste vormen van cyclisch denken, de Mayakalender is gebaseerd op cycli, zoals de 365 dagen tellende periode die sterk overeenkomt met ons zonnejaar. Joseph Campbell heeft in zijn Reis van de held laten zien welke universele cyclische patronen er bestaan in mythen uit alle tijden en culturen. Ook economische verschijnselen doen zichvoor in cycli. Een bekende cyclus is genoemd naar de Russische econoom Kondratieff. Hij stelt dat de wereldeconomie zich ontwikkelt in onverstoorbare cycli van vijftig tot zestig jaar, met afwisselend hoge groei en tragere groei.
Hoewel het cyclisch denken eeuwenoud is, sluit het goed aan bij de verandering die zich voltrekt in de samenleving. We zien steeds meer vormen van circulaire productie en het is goed mogelijk dat deze productie in de eenentwintigste eeuw de traditionele lineaire productieketen helemaal gaat vervangen. Circulaire
productie is gebaseerd op energie uit hernieuwbare bronnen als water, zon en biomassa. Grondstoffen worden gebruikt en verwerkt tot producten en als die zijn opgebruikt, worden ze ingezameld en opnieuw verwerkt tot nieuwe producten. Hoe sneller en duurzamer bedrijven hun producten kunnen herbestemmen, hoe meer hun kosten dalen en hoe succesvoller ze zullen zijn.
De circulaire of kringloopeconomie betekent een radicale breuk met het lineaire vooruitgangsmodel van de huidige wereldeconomie, dat uitgaat van de eindigheid van een product: uit grondstoffen wordt een product gemaakt en na gebruik belandt dat op de vuilnishoop. Deze manier van denken biedt een wezenlijk alternatief voor het huidige groeimodel dat verbonden is met vooruitgangsdenken. Het gaat eigenlijk om een basisprincipe waar omheen vele concepten zijn uitgewerkt, zoals het ‘cradle to cradle’-principe, het biomimicry-principe en het concept van Blauwe Economie. Dat binnen de wetenschap zulke concepten ontstaan, wijst op een fundamentele verandering in het denken over economie.
Mildheid door cyclisch denken
Wat mij aanspreekt in het cyclisch denken is dat het leidt tot een grotere aanvaarding van de dingen zoals ze zijn. Allerlei mogelijke ervaringen, van gedrevenheid tot wanhoop, van verbinding tot verraad en eenzaamheid, hebben hun plaats in een betekenisvol geheel. Vanuit deze benadering kunnen we de huidige situatie in de westerse samenleving beschouwen in een periode van neergang (na een lange periode van bloei), waarin de uitdaging is om terug te keren naar de essentie, waarna hernieuwde bloei kan ontstaan. Voor onverbeterlijke idealisten als ik geeft dat lucht. Perioden van (schijnbare) stilstand of teruggang horen erbij en kunnen zelfs nieuwe creativiteit brengen.
Tegelijkertijd biedt de cyclische manier van denken hoop: een toestand kan nooit eeuwig duren, omdat ze altijd gevolgd wordt door een andere toestand, zelfs al is die toestand niet per definitie beter, zoals in het lineaire vooruitgangsdenken. Waar het vooruitgangsgeloof succes van een organisatie beschouwt als een
soort eindstation, is succes in het cyclisch denken slechts een stap in een cyclus, een fase die waarschijnlijk gevolgd zal worden door een tegenslag die de organisatie dwingt om oppervlakkig succes te verdiepen. Als je in deze opvatting al zou spreken van ‘vooruitgang’, dan bestaat deze uit lessen die men op steeds hoger (of dieper) niveau leert.
Een derde aspect dat mij aanspreekt in het cyclisch denken is dat het ons meer bewust maakt van de manier waarop dingen samenhangen. Als we eenzijdig consumeren en na gebruik weggooien, krijgen we de consequenties op ons bordje: afvalbergen en uitputting van natuurlijke grondstoffen. Als we ons meer afstemmen op de natuur, zijn er mogelijkheden om rijkdom te ervaren zonder de aarde uit te putten. In het cyclisch denken is de mens maar zeer ten dele veroorzaker. Het is veel meer de samenspraak tussen mens en natuur die voor evenwicht zorgt. Eigenlijk is er volgens het cyclisch denken geen simpele samenhang tussen oorzaak en gevolg; er zijn meerdere samenhangen en waarheden. Het denken is minder gericht op hoe iets komt en welk doel je ermee hebt, dan op hoe het zich voordoet. Ontwikkeling gaat weliswaar in één richting, maar er is geen vast begin- en eindpunt.
Vertrouwen in veerkracht
Het cyclisch denken getuigt van vertrouwen in de veerkracht van levende systemen zoals organisaties en samenlevingen. Als we organisaties meer zien vanuit een cyclisch perspectief, kunnen we wellicht minder sturen en richting geven en meer vertrouwen op de natuurlijke loop van ontwikkelingen. We kunnen misschien
wat meer geduld hebben om de effecten van een verandering af te wachten, voordat we de volgende verandering initiëren. Ook kunnen we wat meer uitgaan van samenwerking en afstemming met andere organisaties, bedrijven en cliëntengroepen.
Bron: Wat bezielt ons?
Door: Lenette Schuijt