De contemplatieve dialoog is een gesprekstechniek waarin bezinning, stilte en aandacht voor jezelf en de ander belangrijke aspecten zijn. Deelnemers krijgen over een bepaald thema een dieper inzicht in hun eigen overtuiging en die van anderen – om daarna tot een passend besluit of een volgende stap te komen.
Contemplatieve dialoog brengt dichterbij
Het brengt mensen ook dichter bij hun gevoel waardoor ‘onderstroom’ in een groep gemakkelijk op tafel komt en bespreekbaar wordt. Daarmee wordt een andere laag in communicatie geraakt; het niveau van de ‘zielenroerselen’ van de deelnemers. Het is een vorm die gestoeld is op gebed en meditatie.
Je verbindt de deelnemers op het proces: proces en uitkomst zijn even belangrijk. Het resultaat is verbondenheid in diversiteit. Het gaat uiteindelijk om ontvankelijkheid en een dieper inzicht in de gevoelens van de ander (en in tweede instantie van jezelf). Daarmee is het een belangrijke groepsinterventie.
Voorbeeld
Toepassing in een leiderschapsprogramma waar de contemplatieve dialoog bij hoogopgeleide professionals wordt ingezet om hen uit de ratio en hun sterke vermogen tot argumenteren te krijgen. In de eerste module van het leiderschapsprogramma, dat gericht is op ‘ken jezelf’, geven de begeleiders een indringende persoonlijke presentatie van hun ervaringen met de organisatie. De groep wordt gevraagd te luisteren en in eerste instantie niet te reageren. Na de nodige stilte wordt een ronde gemaakt waarin iedereen gevraagd wordt om aan te geven ‘wat hem/haar raakt in het verhaal’. De formulering van de vraag dwingt om naar het gevoelsniveau te gaan en vanuit emotie te reageren. Vervolgens wordt de vraag herhaald naar aanleiding van de reacties van de groep, in de eerste ronde. Na de stilte, zoveel als nodig, wordt het gesprek gevoerd over ‘wat er is gebeurd, gehoord en ervaren’. Dat gesprek dient ter betekenisgeving. Het levert in het leiderschapsprogramma een diepgewortelde acceptatie om het zelfonderzoek in het leiderschapsprogramma aan te gaan. |
Wat eraan voorafgaat
Deze verbijzonderde vorm van dialoog is een witte interventie die op alle momenten in het proces van veranderen in een groep past. Zowel bij de diagnose, bij veranderstrategie als bij interventie in de ‘realisatie’ van de verandering.
Voorwaarde voor de contemplatieve dialoog is dat de groep bereidheid naar en betrokkenheid op elkaar heeft om als een groep een vraagstuk uit te diepen. Dat vraagstuk kan lastig en complex zijn in diverse opzichten: inhoudelijk/cognitief, qua procesaanpak en interactie. Maar ook als het emotioneel, kwetsbaar en lastig bespreekbaar is. Dan speelt de context een belangrijke rol; veiligheid, weg van de werkplek, een omgeving waarin contemplatie en reflectie passen in het geboden programma, zoals leiderschapsprogramma’s.
Je kunt werken in verschillende rondes
De begeleider stelt de centrale vraag (bijvoorbeeld ‘wat gaat ons verder brengen in dit team’) of introduceert het thema (bijvoorbeeld ‘onze visie op leiderschap’, ‘de onderlinge samenwerking’ of ‘de wijze van besluitvorming’). Hij doet dit door ter inspiratie een film of een schilderij te laten zien of naar muziek te luisteren (alle met een duidelijke boodschap). De keuze daarvoor is aan de begeleider; de enige voorwaarde is dat het gekozene verbeeldend en associatief werkt en de mogelijkheid biedt om op een ander niveau met elkaar in gesprek te gaan.
In stilte wordt eenieder gevraagd om, al dan niet voorafgegaan door een actieve introductie van de begeleider, iets op te schrijven over het thema: gedachten, gevoelens, vragen.
Ronde 1: Introductie van de vraag of het thema waarvoor de groep bij elkaar is.
De introductie moet kort en ‘feitelijk’ zijn, omdat anders het risico gelopen wordt dat de aanwezigen een bepaalde richting in geleid worden.
Wat roept die vraag op? Wat raakt je? De uitnodiging aan alle deelnemers is om tot zichzelf te komen in stilte en zich te bezinnen. In contemplatie komt eenieder tot zijn reactie op de vraag. De reacties worden met elkaar gedeeld, maar er wordt niet op elkaar gereageerd. Het is niet de bedoeling dat het rijtje deelnemers wordt afgewerkt om de reacties te verzamelen. Essentieel is dat de persoon die wat wil zeggen dat doet. De anderen oefenen in het ontvankelijk luisteren zonder te spreken. En door zich gewaar te worden van hun eigen innerlijke processen.
Ronde 2: Wat raakt je in wat zojuist gezegd is?
De werkwijze is verder gelijk aan die in ronde 1.
Alternatief: een ronde verduidelijkende vragen stellen naar aanleiding van ronde 1. Hierbij is het van belang op te letten dat oordelen en voorstellen voor oplossingen achterwege blijven.
Alternatief: een extra stap inbouwen; wat de een gezegd heeft, laten samenvatten door de ander waarbij juist de emotie opgezocht wordt (‘het emotioneel geraakte over het voetlicht laten brengen’).
Ronde 3: Stel opnieuw de vraag
Wat raakt je in dit alles voor je werk/je vak; wat betekent het voor ‘de buitenwereld’. Of de vraag: ‘wat word je gewaar door alles wat hier gebeurt?’.
Alternatief: eenieder formuleert voor zich wat de dialoog hem/haar heeft opgeleverd (qua inhoud en innerlijk beleven).
Spelregels van de contemplatieve dialoog
Voor de contemplatieve dialoog bestaat een aantal spelregels, zoals:
- stil zijn
- kan aangescherpt worden met de spelregel dat de stilte net zo lang moet zijn als er daarvoor gesproken is (kapittelen)
- niet op elkaar reageren
- uitstellen van oordelen en oplossingen
- ontvankelijk luisteren
- alle zintuigen openstellen: de deelnemers stellen zich open en kunnen in contact komen met innerlijke gedachtes en gevoelens
- neem geen pen en papier mee
- het resultaat is vooraf niet bekend. Het is een proces met open eind. Als ‘resultaat’ zou je kunnen spreken van een vorm van zelfonderzoek.
Indicaties en contra-indicaties
De interventie werkt vaak als er al veel is gebeurd, is ‘geprobeerd’ of in een groep waar het debat en de argumenten regelmatig de boventoon voeren. Dan wordt het een interventie om ‘te ontregelen’ door langs een totaal andere weg met elkaar de dialoog aan te gaan en volle aandacht te hebben voor in eerste instantie de ander. Pas daarna komt de vraag aan de orde wat de ander bij jou teweegbrengt.
De contemplatieve dialoog is toepasbaar als er behoefte is om op een andere manier met elkaar in gesprek te gaan.
De interventie is toepasbaar als er behoefte is om op een andere manier met elkaar in gesprek te gaan. De aanleiding hiervoor kan bijvoorbeeld zijn dat de groep altijd veel praat en in het rationele blijft hangen. De uitdaging is dan om ruimte te creëren voor elkaars verhaal.
Niet toepassen: de contemplatieve dialoog wordt geleid door stilte, meditatie en innerlijk zelfonderzoek. Een groep kan hier niet aan toe zijn als er veel gepraat wordt of veel gelachen om maar geen stiltes te laten vallen. Voor stilte moet je je op je gemak voelen. Je kunt toetsen of er bereidheid is om de werkvorm aan te gaan. Een andere reden om het niet te doen is als er issues zijn rondom posities in de groep. Iedere deelnemer mag en kan er ‘zijn’.
Tips voor de contemplatieve dialoog
- Korte inleiding houden.
- Filmpje/schilderij laten zien/muziek laten horen.
- De groep moet al een zekere mate van ‘losheid’ hebben: dan kan deze vorm direct ’s ochtends (na de avond ervoor) worden toegepast; geen al té koude start; warming-up in passende vorm helpt.
De werkvorm contemplatieve dialoog is afgeleid van het socratische gesprek, om op een ander niveau met elkaar in gesprek te gaan: vertragen, onderzoeken en uitstellen van het oordeel. Dat kan bij lastige kwesties waar al vaak discussie over is.
Auteur: Dorine Wesel is veranderkundige bij Twynstra Gudde en heeft haar focus op het begeleiden van verandertrajecten en leiderschapsprogramma’s.
Bron: Hanna Boersema-Vermeer en Gertjan de Groot (red.), Werken met Leren Veranderen, Vakmedianet, 2016