In deze serie van zes blogs maak ik je met praktijkvoorbeelden uit organisaties en mijn eigen leven bewuster van conflicten waar jij deel van uitmaakt. Zodat je op tijd maatregelen kunt nemen om escalatie te voorkomen en de samenwerking weer productief kunt maken. Deze keer gaat het over stereotyperingen.
Myrna Lewis, de grondlegster van Deep Democracy (the Lewis Method), onderscheidt zes stadia van conflict die ze beschrijft in haar boek ‘Inside the NO’. Deze zes stadia zijn:
- Spanning
- Dubbele boodschappen
- Slechte/gestopte communicatie
- Conflict verliest inhoud
- Stereotyperingen
- Scheiden
Bij elk stadium loopt de spanning op en wordt het conflict dieper. In dit vijfde blog kijk ik met je naar het stadium: stereotyperingen.
Stadium 5: stereotyperingen
In mijn vorig blog heb ik je verteld hoe stereotype denkbeelden ontstaan. Mensen die ruzie met elkaar hebben in stadium vier, waarin het conflict inhoud verliest, gaan meestal niet meer uit zichzelf aan de tafel zitten om hun problemen op te lossen en als ze dat wel doen komen ze er niet uit. Beide partijen claimen de waarheid en vinden dat ze gelijk hebben. Een patstelling en herhaling van zetten is het gevolg.
Neem twee ruziënde managers in de werksituatie. Ze kunnen elkaar alleen nog in stereotypen zien. Leonie vindt Katja ongevoelig, dominant en bazig. Katja vindt Leonie een softie, emotioneel en een slechte manager. Het gevaar dat het conflict zich uitbreidt naar de teams van deze managers is aanwezig.
In groepen zie je dezelfde stereotype denkbeelden ontstaan: de uitvoerenden vertrouwen het management niet. Het management heeft geen verstand van zaken en meet met twee maten. Het management vindt dat de medewerkers de kantjes er vanaf lopen, zeuren over kleinigheden en passief zijn.
In een politieke/ maatschappelijke context zie je bijvoorbeeld Denk tegenover de PVV staan. Hier speelt de media nog een belangrijke rol: alle uitingen worden als brandstof gebruikt om de stereotype beelden te voeden en het vuurtje brandend te houden en zo mogelijk verder aan te wakkeren. In beide groepen heb je vaak een ‘pusher’ die de boel opzweept.
In de stereotyperingen worden vaak karikaturen gemaakt van de andere partij: alle mannen zijn net kinderen en vrouwen zijn wispelturig. Bij deze stereotypering voegt zich de persoonlijke woede. Er wordt selectief geluisterd zodat stereotype beelden bevestigd worden. Dit kan leiden tot self fulfilling prophecy. ‘Zie je wel’ kan de ene partij dan zeggen, ‘typisch X. Ze gaat totaal niet in op mijn beschuldiging en daaruit blijkt dat het waar is wat ik denk’.
De voorspelling die je zelf gelooft, houdt een foute voorstelling van zaken in stand. Dit roept bij de andere partij nieuw gedrag op waardoor de voorspelling waar wordt. De cocktail van stereotypering en woede zorgt ervoor dat er geen beweging meer komt in het conflict.
Het lastige van dit stadium is bovendien dat je eigenlijk je stelling niet meer fatsoenlijk kunt verlaten zonder gezichtsverlies. Doe je dat wel, dan wordt je uitgestoten door je eigen groep. Dit fenomeen zie je ook bij gangs.
Mediation
Voor de ruziënde managers, teams of afdelingen is het aan te raden een onafhankelijke en neutrale mediator in te schakelen. Dat kan ook iemand zijn binnen de organisatie met mediation kwalificaties die neutraal kan bemiddelen. Wacht er niet te lang mee want het volgende stadium kan zich aandienen: scheiding/ vertrek.
Pak een vastgelopen conflict aan
Het belangrijkste in dit stadium is het herkennen en erkennen van:
- Stereotyperingen en karikaturisering
- De partijen willen/kunnen niet meer met elkaar praten. Proberen ze dit wel dan lopen ze keer op keer vast.
- Als het om groepen gaat: er zit geen beweging meer in de groepen, en er zijn twee kampen ontstaan. Mensen veranderen niet meer van mening en oordeel.
Als je de dynamieken beschreven in de bullets herkent, je zelf vastzit in stereotyperingen, of je op de een of andere manier je collega, je team of afdelingen in deze conflictfase ziet zitten? Zoek dan een mediator die het conflict weer bespreekbaar kan maken en mogelijk weer vlot kan trekken.
Door: Sandra Bouckaert