In de afgelopen maanden hebben collegaveranderkundigen en ikzelf verschillende mensen uit andere vakgebieden gesproken over ons mooie vak. Er bleken veel overeenkomsten te bestaan.
Zo viel op dat wij niet wezenlijk andere dingen doen dan een antropoloog. Alleen ons vertrekpunt verschilt: wij worden geacht te onderzoeken én ook iets te veranderen. Ook van een architect verschillen we niet veel. Wij ontwerpen een ruimte, waarbinnen de patronen die als prettig en functioneel worden ervaren, kunnen plaatsvinden en waarbinnen verandering kan ontstaan. Het proces daarvoor is wel anders: de architect tekent vanuit zijn expertise jouw huis. De veranderkundige helpt mensen hun eigen ruimte te maken en stelt hoogstens vanuit expertise een aantal contextinterventies voor, zoals het betreden van een nieuwe markt door samen te werken met een ander bedrijf, het wijzigen van de besturingsstructuur, het maken van een ontmoetingsplek om samenwerking tussen professionals te bevorderen et cetera. Echter, het meest confronterende vond ik hun vergelijkbare vraag aan ons: Hoe zorg je voor ‘verandering’ zonder schade aan te richten? Ontstaat duurzame verandering niet vanzelf? Maakt alles wat je daarin probeert het niet erger dan het was? Zijn wij veranderkundigen veroorzakers van natuurrampen? Niet alleen smelt langzaam het ijs en stijgt de waterspiegel; heel langzaam denken mensen in organisaties dat ‘veranderen’ iets is wat je jaar in, jaar uit actief met elkaar moet doen. Wij veranderkundigen hebben ‘veranderen’ tot thema gemaakt. Als wij niet zouden bestaan, zouden organisaties net zo goed veranderen, alleen zonder verandertrajecten, interventiestrategieën en ontwikkelprogramma’s.Masterclass Veranderen als samenspel
Met onder anderen Jaap Boonstra en Shirine Moerkerken. Schrijf je in