Maar liefst 1,2 miljoen mensen in Nederland zitten nu thuis op de bank. Bij zo’n getal denk je niet meteen: “Dat gaan we eens even oplossen.”’ Aan het woord is Bartel Geleijnse. ‘Ik merk dat ik me niet meer laat ontmoedigen.’ Na de opening van de 25e locatie van The Colour Kitchen is hij nu via Purpose People Practice vooral bezig met de uitrol van de ParticipatieCarrousel.
Kun je vertellen hoe je je loopbaan begonnen bent?
Ik ben vanaf mijn zestiende de wereld van eten en drinken ingestapt. In de afwas begonnen, bediening gedaan, keuken gedaan … Op mijn zeventiende mocht ik al wijnen proeven in hotel-restaurant ’s Molenaarsbrug. Ken je dat? Het heeft het mooiste terras van de hele omgeving! In dat familiebedrijf in Alphen aan den Rijn heb ik op een klassieke wijze het vak geleerd. Ook omdat we heel veel gerechten aan tafel bereidden. Wij brachten daar alles wat in de kookboeken van Escoffier stond in de praktijk. Tegelijkertijd – en dat vind ik de grote meerwaarde van het horeca-vak en het werken in de catering – is dat je ondertussen heel veel mensenkennis opdoet. De vraag is alleen of je je daar bewust van bent en of je daar iets mee wilt doen.
Hoe bedoel je dat?
Nou, er zullen genoeg mensen zijn in de bediening die, als je vraagt naar hun vak, de technische aspecten ervan gaan uitlichten. Ik vond de bereiding van kreeften steeds minder interessant en begon me in toenemende mate te interesseren voor het mensenwerk. Waarom behandelen we die ene gast op deze manier en dat gezin op die manier? Ik ben ook naar de hogere hotelschool gegaan, omdat ik merkte dat ik in die opleiding mijn social skills kwijt kon.
Die twee vragen zijn bepalend geworden voor wat ik de tien jaar daarna ben gaan doen.
Over Bartel Geleijnse
Bartel Geleijnse is co-founder en CEO van Purpose People Practice, een platform dat sociaal ondernemen stimuleert en aanjaagt. Tien jaar geleden was hij medeoprichter van The Colour Kitchen. Ofschoon hij nog wel aandeelhouder is, heeft hij de bedrijfsvoering in 2017 overgedragen. The Colour Kitchen is een hospitality-bedrijf met een groot maatschappelijk hart. Sinds de start van de landelijke uitrol in 2012 zijn er 25 (bedrijfs-)restaurants in exploitatie genomen, waar ruim 200 professionals en rond de 250 leerlingen per jaar actief zijn. Voorheen was Bartel onder meer commercieel directeur bij Avenance Nederland en algemeen directeur van Dishcovery Catering Company.
Hoe ben je vervolgens sociaal ondernemer geworden?
Op de eerste plaats is dat nooit een doel op zich geweest. Maar dat ontstond toen ik bij Avenance aan de slag was als interim commercieel directeur. We hebben het dan over 2008. In die jaren deden we nog helemaal niet speciaal aan Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO). Zoals overigens negen van de tien bedrijven dat indertijd nog niet hoog in het vaandel had. We hadden wel wat staan in onze bedrijfspresentatie over dubbelzijdig kopiëren en een A-label wagenpark, maar dat waren typisch zaken die ik nu “ingekocht MVO” zou noemen. Of erger nog: “afgekocht MVO”. Ik weet nog goed dat we meededen met een aanbesteding rondom de bezoekersverzorging voor in het Sophia Kinderziekenhuis in Rotterdam. En wij waren uitverkoren voor de slotpresentatie, wat betekende dat we bij de laatste twee zaten. Nou, dan vierden wij al bijna het feestje, want wij wisten dat we gewoon goed waren in het houden van die slotpresentaties. Ook tijdens de presentatie voelde ik dat we in een soort flow zaten. Er werd geknikt als we hoopten dat ze knikten. En er werd gelachen als we hoopten dat ze het leuk zouden vinden. En toen kwamen we bij de een na laatste sheet. De sheet die ging over MVO. Op dat gebied deden we wat we moesten doen. Hetzij omdat het volgens de wet moest of omdat het de norm was en je niet negatief wilde opvallen. We waren nog niet bij de derde bullet of de voorzitter van de Raad van Bestuur leunt naar voren en zegt: ‘Ja, u komt nu een beetje op mijn terrein.’ En ik denk: ‘Wat??’ Dat had ik nog nooit meegemaakt! Dat een bestuursvoorzitter het onderwerp MVO claimde als integraal onderdeel van zijn portefeuille. Dus toen kreeg ik het al wat benauwd. En hij gaat verder en zegt: ‘Weet u, we hebben eigenlijk maar twee vragen. De eerste vraag is: “Wat doet u nu eigenlijk zelf in het licht van MVO?” En de tweede vraag is: “Waar bent u nu trots op als het erom gaat waar uw bedrijf aan bijdraagt of wat uw bedrijf maatschappelijk gezien helpt mogelijk te maken?”
Dus de regie van het gesprek kwam even andersom te liggen?
Ja, volledig! En daar stonden we met onze mond vol tanden. We hebben wel wat geantwoord, maar we hebben uiteindelijk dat contract niet gegund gekregen. Terwijl we er al erg veel in geïnvesteerd hadden. Ik had heel wat uit te leggen in de organisatie … Maar los van die teleurstelling op dat moment, zijn die twee vragen voor mij bepalend geworden voor wat ik de tien jaar daarna ben gaan doen.
Ik begon in te zien dat MVO niet alleen een gat in de maatschappij was, maar ook een gat in de markt kon zijn.
Waar ligt voor jou de grootste kracht van die vragen?
Deze bestuurder vroeg niet aan ons wat we georganiseerd hadden, maar hij vroeg naar wat er bij ons leeft. Dan gaat het niet om je verstand, maar gaat het om wat er in je hart omgaat. En door die vragen kwam er een knagend gevoel bij mij op gang. Wat wilde ik ten diepste graag doen en waar wilde ik – intrinsiek gemotiveerd – graag aan bijdragen? En als ik heel eerlijk ben: die vragen hebben mij ook commercieel aan het denken gezet. Want ik begon in te zien dat MVO niet alleen een gat in de maatschappij was, maar ook een gat in de markt kon zijn.
Waar zag je voor het eerst dit gat in de maatschappij samenvallen met een gat in de markt?
Dat was toen ik gevraagd werd om mee te denken met de mensen die The Colour Kitchen in zijn eerste versie hadden opgericht. Ik loop die zaak in Amsterdam-West binnen … En dan gebeurt er iets met je of niet. Zo simpel is het. Voor mij was het de eerste keer in mijn leven dat ik zag hoe professionals “mijn horeca-vak” met passie en compassie aan het overbrengen waren aan mensen met een zogenaamde afstand tot de arbeidsmarkt. Ik ontmoette deze leerlingen in The Colour Kitchen als complete individuen: omarmbaar, zichtbaar, live. Mensen van vlees en bloed. Tot die tijd had ik er alleen maar over gelezen en was het een grote abstracte groep voor me. En ik weet ook dat het overgrote deel van Nederland zo kijkt. Wij lezen over problemen en beperkingen, maar we weten helemaal niet wat die behelzen. En nog veel belangrijker, we weten niet hoe we weer naar hun talenten en hun kansen kunnen kijken. Voor mij was dat het moment dat ik wist dat hier het antwoord lag op die twee vragen waar ik mee rondliep. Want ik kon daar persoonlijk iets gaan bijdragen en ik wist dat me dat heel trots zou maken.
Want waarom haalde de eerste oprichter jou erbij?
Dat eerste restaurant stond niet op de juiste plek. Vanuit de toenmalige missie en fysieke positionering in Amsterdam Slotervaart werd die eerste versie van The Colour Kitchen economisch geen succes. Vervolgens werd ik door één van de twee oprichters gebeld om te kijken of ik kon helpen. Daarop hebben we The Colour Kitchen opnieuw uitgevonden. Je zou kunnen zeggen dat dat “The Colour Kitchen 2.0” werd. We hebben de missie aangepast, gericht op het gat in de maatschappij: het ontbreken van inclusie op de arbeidsmarkt. En met de verbreding van onze horeca-activiteiten naar volwaardige bedrijfscatering, zagen we de mogelijkheid van een gat in de markt. Dat vind ik mooi aan wat betekenisvolle ondernemers doen. Dat ze van iets wat maatschappelijk echt belangrijk is een gat in de markt weten te maken. En dat het op een gegeven moment lukt om daar een nieuw economisch model omheen te bouwen.
Wat zijn de grootste nieuwe en betekenisvolle uitgangspunten van The Colour Kitchen?
Met The Colour Kitchen gaan we terug naar de basis. En de basis is meedoen. In een echte omgeving. Niet gesimuleerd en niet beschut, maar echt. Met echte producten. Echte werkzaamheden. Echte dienstverlening. Echte openingstijden. Echte gasten. Echt geld. Jongeren – waar wij veel mee werken – gaan alleen maar voor echt. En aan die echtheid ontbrak het vaak in de trajecten die zij eerder vaak ontvangen hadden. Het was voor hen duidelijk: ‘Oh, je moet je urenlijstje weer afvinken?’ ‘Oh, ga je je vragenlijstje weer doen?’ of ‘Jij moet weer even een gesprekje met mij hebben, zeker?’ De sociale intelligentie van veel van onze mensen wordt structureel onderschat. Als je hebt moeten “overleven” op straat – wat vaak letterlijk of figuurlijk het geval is – dan moet je heel snel leren inschatten met wie je te maken hebt. Zij weten heel goed in te schatten wat voor type jij bent en hoe jij naar hen kijkt. ‘Oh, ben jij er zo een? Dan wil jij waarschijnlijk horen dat ik dit ga zeggen.’ Dus als je onecht bent, krijg je ook een onechte reactie. En op een bijzondere manier weten de mensen bij The Colour Kitchen – van onze coaches tot en met de praktijkbegeleider – zich te verhouden tot elk individu. Het gaat uiteindelijk steeds weer om waarachtig contact tussen mensen, begrijp je?
En wat zijn voor jou als mens – dus voorbij of achter je sociaal ondernemerschap – vormende momenten geweest?
Ik denk dat voor veel ondernemers geldt dat er ergens in hun leven iets gebeurd is wat tot een litteken of een soort trauma heeft geleid waar zij later iets mee zijn gaan doen. In mijn geval is dat het overlijden van mijn drie oudere zussen. Toen mijn derde zus overleed, was ik veertien jaar oud. Zij hadden alle drie Cystic Fibrosis, een erfelijke ziekte. Taaislijmziekte. Daar kon in de zestiger jaren nog heel weinig tegen gedaan worden. Dat heeft mij – en ons gezin – natuurlijk enorm gevormd. Op een manier overigens waar ik me pas veel later bewust van werd.
Hoe hebben deze verdrietige gebeurtenissen invloed op jou gehad?
Ze leerden mij op een veel te jonge leeftijd dat niets vanzelfsprekend is. Het overlijden van mijn zussen heeft er bij mij toe geleid, dat ik op hele jonge leeftijd extreme zelfstandigheid ging etaleren.
Ook om je ouders te ontzien?
Volledig. De keerzijde van dit patroon is dat ik ze pas dingen vertelde als ik het al geregeld had of als ik het antwoord al wist. Want alleen maar vragen bij ze neerleggen, dat zat er bij mij nooit in. Dat zit er nog steeds niet in. Dit vormt ook de kern van mijn ondernemerschap. Ik zorg voor mezelf; ik ga het zelf wel doen. Zelfstandige keuzes maken, zelf de koers bepalen en een grote dosis vasthoudendheid. Als het niet linksom kan, dan ga ik het wel rechtsom doen. Dus ik heb mijn carrière-pad gelopen zoals ik het gelopen heb. Geheel en al in lijn met wat ik op de hotelschool had geleerd. En dat was zoals we allemaal zijn opgevoed: carrière-gedreven. Monetair economisch gedreven dus, want dat stond gelijk aan succesvol zijn. Inmiddels is dat beeld van wanneer je succesvol bent flink opgeschoven sinds ik bij The Colour Kitchen terecht ben gekomen. Die nieuwe waarden zetten Kees Klomp en ik – samen met een team van ervaren purpose ondernemers en gidsen – sinds 2017 neer. Hiervoor zijn we de ‘doetank’ Purpose People Practice gestart die betekenisvol en inclusief ondernemerschap in Nederland op de kaart zet en structureel naar een hoger niveau helpt.
Welke praktische lessen heb je tijdens het opzetten en uitbouwen van je sociale ondernemingen geleerd om inclusief ondernemerschap naar dit hogere niveau te tillen?
Als je het aan de leerlingen van The Colour Kitchen vraagt, is het dat er niet over hen heen gesproken wordt, maar dat er mét hen gesproken wordt. Daarnaast hielp het daar om bewust gebruik te maken van groepsprocessen. Je wordt bij The Colour Kitchen meteen in een groep geplaatst. Daarbinnen geldt het meester-gezel-leerling systeem. Dus de oudere leerling heeft ook een rol en een functie naar de jongere leerling. Dat werkt gewoon hartstikke goed.
The Colour Kitchen is inmiddels het meest te vinden als huiscateraar binnen profit- en non-profit-instituten; daar verzorgen we onder andere het bedrijfsrestaurant. Zo zit The Colour Kitchen bij vijf Rabobank-locaties, gewoon goed zichtbaar vanaf de plek waar je de bank binnenkomt. Bij overeenkomsten met dit soort grote organisaties is het nodig om goed samen te kunnen werken met de directie. Mijn laatste belangrijke en actieve rol bij The Colour Kitchen is geweest dat ik checkte of de klik goed was. Of er een connectie was op een strategisch niveau. Ik wilde voelen en weten dat de mensen hier – los van economische voor- of tegenspoed – gewoon hun kansen blijven krijgen.
Durf het als werkgever niet in je hoofd te halen om te zeggen: ‘Maar ze hebben hier dan toch mooi zes maanden gewerkt?’
Dus niet “last in first out”?
Nee. Dan maak je het probleem wat daarna ontstaat alleen maar groter. Want durf het als werkgever niet in je hoofd te halen om te zeggen: ‘Maar ze hebben hier dan toch mooi zes maanden gewerkt?’ Denk eens na! Als je dat doet, heb je hun laatste hoop misschien wel getorpedeerd! En voor de duidelijkheid: vroeger dacht ik er zelf ook zo over, hè? Maar ik heb gezien wat dat bij mensen doet en wat zo’n baan vaak voor hen betekent. Want als dat hun laatste hoop was: denk je dat je ze ooit nog zo gemotiveerd krijgt? Nee, als je ze na zes maanden weer naar huis stuurt, ben je medeplichtig aan het cynisme en wantrouwen dat ze vervolgens ontwikkelen. Het begint echt met intrinsiek gemotiveerde werkgevers. Je kunt niet aan de slag zonder het commitment van een directie. Die moet achter zo’n structurele samenwerking gaan staan. Een punt dat daarmee samenhangt is om samen draagvlak in de organisatie te genereren. Dus organiseerden we rond de opening vaak teamactiviteiten en personeelsbijeenkomsten om goed uit te leggen waarom The Colour Kitchen in hun kantoor kwam en waarom we met mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt gingen werken. En dat moet niet alleen een verhaal zijn dat eenzijdig door The Colour Kitchen verteld wordt. Nee, het gaat om “we”: The Colour Kitchen samen met de directie.
Anders voelt het weer als dat “afgekochte MVO” waarschijnlijk … Wat ik opvallend vind: het hele begrip “mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt” gaat helemaal niet meer op. Want in alle initiatieven die jij ontplooit, haal jij die afstand tot de arbeidsmarkt juist weg.
Daarom ben ik ook vanuit Purpose People Practice een initiatief gestart dat expres de naam ParticipatieCarrousel draagt. Kern is dat je bij een terugval even uit kunt stappen, maar dat je ook weer op kunt stappen. Zonder dat er een drempel ontstaat. Het belangrijkste is dat mensen niet terugvallen naar de zitbank thuis. Want daar ontstaat wél een afstand die vervolgens niet eenvoudig meer overbrugbaar is. Daar voel je al snel dat je nergens meer onderdeel van uitmaakt. Daar doe je niet mee. En deel van het probleem is dat we mensen daarbij in allerlei hokjes stoppen. Maar door alles te verbijzonderen, houden we het probleem zelf in stand. Eigenlijk zeggen we daardoor tegen onze medemens: jij doet niet mee, want je bent Wajong. Jij doet niet mee want je bent bijstand. Jij doet niet mee want je bent langer dan drie maanden werkeloos … enzovoort. Het gedoe wat daaruit voortvloeit, creëren we allemaal zelf.
We sluiten mensen uit in plaats van een omgeving te creëren waarin iedereen mee kan doen?
Ja, het zorgt voor enorme drempels. En niet alleen drempels voor die persoon om terug te komen, maar ook voor jou en mij om die persoon überhaupt nog als mens te blijven zien. We stimuleren vaak vooroordelen waar we die juist moeten verkleinen. En dat is waarom ik zo trots ben op de Colour Kitchen. Een bedrijf met compassie dat de mens zichtbaar maakt. Meedoen is het nieuwe normaal. En ook ik was – net als iedereen – geïndoctrineerd: door wat je erover leest in de pers, door hoe anderen erover praten. Ik dacht dat een Wajonger echt een type mens was. Maar dat is geen typering; het is een uitkeringsterm. En in dit type uitkering hadden we op een gegeven moment gewoon 247.000 (!) jonge mensen gestopt. Maar de eerste vijf zogenaamde Wajongeren met wie ik kwam te werken, waren complete individuen. Die verschilden onderling dag en nacht. En die jongens reageerden dus ook 180 graden anders op één en hetzelfde incident dat zich voordeed. Maar daar kom je pas achter als je zorgt dat ze mee gaan doen.
Meedoen is het nieuwe normaal
Wat vinden jullie vanuit de doetank Purpose People Practice dat nu nodig is om de beweging van betekenisvol ondernemen gezond te houden en te laten groeien?
Ten eerste het inzicht dat we niet nog meer sociaal ondernemers nodig hebben, maar dat we socialer moeten gaan ondernemen in Nederland. Dat betekent dat het nodig is dat iedereen zijn of haar thema gaat leren omarmen, om tot betekenisvolle vormen van ondernemen te komen. Hoe ben ik maatschappelijk relevant? Waar draag ik eigenlijk bij? Ten tweede is dat co-creatie. Ik vind dat de succesvolle sociale ondernemingen die de scale-up fase voorbij zijn, zich moeten gaan openstellen. Zoals Tony’s Chocolonely dat nu doet. Zij hebben vooropgelopen, en het is hen gelukt om voor bijna 100% hun cacao-keten te verduurzamen. Daar krijgen ze van mij alle hulde en respect voor. Dat meen ik oprecht. Maar als je het daarbij laat is het niet voldoende. En gelukkig blijft Tony’s daar ook niet hangen. Tony’s is het nu gelukt om Albert Heijn als eerste partner toe te laten treden in hun Open Chain platform. Dit betekent dat Albert Heijn voor haar chocolademerk Delicata nu cacao gaat inkopen volgens de vijf samenwerkingsprincipes van Tony’s Chocolonely. Dat vind ik groot nieuws.
Dus Tony’s Chocolonely gaat hun kennis en ervaring delen. In hoeverre loopt Tony’s daardoor het gevaar om hun eigen positie te ondergraven?
Ze mogen er wel iets voor terugvragen. Hallo, we zijn allemaal ondernemers hier. En als partijen niet bereid zouden zijn om daarvoor te betalen, dan zijn ze geen co-creatie partner. Er moet wat te winnen zijn voor alle partijen. En als het goed is, is zo’n deal ook weer goed voor het op weer grotere schaal en verder verduurzamen van de keten.
Het derde punt om betekenisvol ondernemen te laten groeien is door de impact die je hebt met je bedrijf te etaleren en daarbij volledig transparant te zijn. Maak je initiatieven zichtbaar. We hebben de mensen in sociale werkbedrijven lange tijd letterlijk ‘weggeorganiseerd’. Dat helpt natuurlijk niet om inclusie te bevorderen. Dit soort sociale werkplaatsen zijn vaak geheel en al aan het zicht onttrokken.
Uit het oog, uit het hart?
Ja, kijk maar waar ze staan. Aan de rand van industrieterreinen of in verlaten poldergebieden. Het moet weer terug in het zicht. Organiseer het niet weg, maar zet het in het licht. Pas als mensen ergens mee geconfronteerd worden, gaan ze het zich eigen maken.
Organiseer het niet weg, maar zet het in het licht
Zou ik richting het eind van het interview één van je eigen twee vragen aan je mogen voorleggen? Waar ben je nu het meest trots op waar je aan bijgedragen hebt met The Colour Kitchen?
Wow, daar vraag je even wat! Waar ik heel trots op ben is de samenwerking met de Goede Doelen Loterijen voor de verzorging van hun hoofdkantoor aan de Zuidas. Deze is net geopend door koningin Maxima, die ook ons tweede restaurant geopend heeft. Ik heb in 2016 nog de gunning van deze samenwerking mogen realiseren. Waar ik daarin het meeste trots op ben, is de manier waarop die afspraken tot stand zijn gekomen. Want de reden waarom ons die opdracht gegund is, is deels omdat Arne – mijn toenmalige collega-directeur – en ik daar onze droom hebben verteld. Een droom waarvan we hoopten dat het ook de droom van de Goede Doelen Loterijen zou worden. Je moet weten dat zich in hun nieuwe hoofdkantoor ook de studio bevindt waar de 5 Uur Live! en Koffietijd wordt opgenomen.
En welke droom deelden jullie?
Wij zeiden: ‘Stel je voor. De show van 5 uur Live! start en in de studio staat jullie chef-kok klaar om over het gerecht van die avond te vertellen. En in de nieuwe setting – in jullie nieuwe studio – staat een leerling van The Colour Kitchen naast de chef-kok. Jullie chef neemt die leerling stap voor stap mee en stelt soms vragen over hoe het met zijn opleiding en zijn ontwikkeling gaat. En op gezette tijden gaat de camera mee met de leerling en wordt in beeld gebracht waar hij nu eigenlijk opgeleid wordt. En dat blijkt dan gewoon in jullie eigen kantoor te zijn! Welkom bij de Goede Doelen Loterijen. Hoe echt wil je laten zien hoe begaan je bent met ook dit vraagstuk in Nederland? En een paar weken geleden ging de eerste uitzending van start vanuit die nieuwe locatie. Eind november. De 5 uur Live! Show. En daar stond de chef-kok …
… Met een leerling van The Colour Kitchen ernaast?
Inderdaad. En toen kreeg ik een appje van Arne: ‘Vriend! Onze droom!’ Mooi, hè?
Door: Guido van de Wiel
Drs. Guido van de Wiel is schrijver en ghostwriter van managementboeken, verbonden aan onder meer Verdraaide organisaties en De veranderbrigade. Hij is (co)auteur van het boek ‘Durf het verschil te maken’ en executive coach bij de business schools Rotterdam School of Management en TIAS School for Business and Society. Trendwatcher of the Year 15-16. Zie zijn website: Wheel Productions