Failure is not an option. Het is een stoere zin die je te pas en te onpas hoort, en die veel mensen inspireert. Maar het is natuurlijk onzin. Want mislukking is altijd een optie. Maar als iets mislukt, dan is dat niet altijd erg. Soms wel overigens. Als er mensen dood gaan bijvoorbeeld, of levenslang beschadigd raken, of als er vrijwel onherstelbare milieuschade ontstaat. Maar zelfs als je een vak uitoefent waar zulke dingen een gevolg van zijn van een fout, dan is het nog steeds mogelijk om die fout te maken. En dat gebeurt soms helaas ook.
Geschatte leestijd: 3 minuten
Meestal gaat er niemand dood
De meeste mensen werken alleen niet in een omgeving waarin fouten dodelijk zijn. De meeste mensen werken in een omgeving waar fouten geld kosten. Of waar een deadline niet gehaald wordt als er een fout wordt gemaakt. Of waar systemen even niet beschikbaar zijn als er iets mis gaat. Of dat er per ongeluk iets mis is met de personele bezetting. Of dat er taalfuoten op een website staan. En door de bank genomen gaat daar niemand van dood. Toch kunnen managers of collega’s wel net doen alsof er iemand dood gaat, als er iets mis gaat.
Maar ja, waarom zou je dat doen? Dan ga je als manager helemaal flitsend over de zeik omdat er iets mis gaat, maar is het probleem dan opgelost? Meestal niet. Meestal heb je er een nog groter probleem bij, namelijk dat personeel of ook over de zeik gaat tegen jou omdat je volkomen onterecht staat te gillen tegen je mensen, of dat het personeel nooit meer durft te zeggen dat er iets mis is, of nooit meer de verantwoordelijkheid wil nemen als er iets mis is gegaan, omdat de leidinggevende volkomen onredelijk tekeer gaat. Toch gebeurt dit best vaak in organisaties. En je hebt er niets aan, want ongebreidelde, onterechte boosheid is de voedingsbodem voor een angstcultuur.
Lees ook:
Wat een hoop blunders heb ik gemaakt
Dit betekent niet dat je elkaar niet kunt aanspreken op ongewenst gedrag, of op het niet nakomen van afspraken. Dat kan natuurlijk wel. Maar dat kan ook best op een aardige manier. Lennard Toma schreef al eens een mooi artikel over de onderschatte kracht van aardig doen op de werkvloer. Er zit een verschil in vragen hoe iets komt, en iemand iets verwijten. ‘Wat ben je laat vandaag? Is er iets gebeurd?’, of ‘Je bent veel te laat, wat denk je wel niet?’. Nou ja, je ziet het verschil.
Probleemoplossende vragen
Maar begripvol aanspreken brengt ook nog geen oplossing voor het probleem. Om een probleem goed op te lossen, zijn een paar vragen van groter belang. Of vooral de antwoorden op die vragen. Hier komen ze:
- Wat is het probleem?
- Waarom is het een probleem?
- Wat is de situatie als het probleem er niet is?
- Wat kan ik nu doen om de oplossing 1 stap dichterbij te brengen?
Door deze vragen krijg je vrij snel scherp wat het probleem is, en of het überhaupt een probleem is. Want heel vaak is een probleem niet eens echt een probleem dat een oplossing behoeft. Soms is het probleem gewoon een situatie die is zoals die is, en van waaruit verder gewerkt moet worden. De laatste twee vragen zorgen dat de gedachten gaan naar de oplossing, én dat je die oplossing bij jezelf zoekt. Want je hebt alleen controle over wat je zelf doet. Dus als jij iets als een probleem ervaart, ben jij degene die voor de oplossing moet zorgen.
Door: Eduard van Brakel
Eduard is eindredacteur van Management Impact. Ook schreef hij met managementwetenschapper Bas Kodden het boek Leidinggeven is omgekeerd opvoeden.