Acht gedragingen weerspiegelen het complexe en veelomvattende begrip dienend-leiderschap volgens wetenschappelijk onderzoek het best. Deze acht gedragingen worden nu kort besproken.
1 Authenticiteit
Authenticiteit duidt op echtheid en geloofwaardigheid. Het gedrag van authentieke mensen komt overeen met wie ze werkelijk zijn, met hun gevoelens en overtuigingen. Dienend-leiders zijn zich bewust van hun waarden en opvattingen, zij kennen en accepteren hun ego, hebben zelfvertrouwen, zijn oprecht, integer en betrouwbaar. Authenticiteit uit zich onder andere in consistent en consequent gedrag, zichtbaar zijn voor anderen, benaderbaar zijn, aanspreekbaar zijn, je kwetsbaar durven opstellen en eerlijk zijn.
2 Bescheidenheid
Bescheidenheid is een kwaliteit die aangeeft dat je in staat bent om wat je in het leven hebt bereikt en je talenten in het juiste perspectief te plaatsen. Bescheidenheid komt voort uit een goed begrip van wat je sterke en zwakke punten zijn, uit ‘een bewustzijn van al wat men is en niet is’. Dienend-leiders zijn in staat om een open dialoog aan te gaan waarbij zij oprecht geïnteresseerd zijn in de gedachten van anderen. Daarbij zijn zij in staat hun ego opzij te zetten om van anderen te kunnen leren. Een dialoog gaan zij aan op basis van respect en met het doel groei en ontwikkeling van zichzelf en de ander te bevorderen.
3 Rentmeesterschap
Rentmeesterschap heeft betrekking op de bereidheid om verantwoordelijkheid te nemen voor het grotere geheel en voor service te gaan in plaats van voor controle en eigenbelang. Dienend-leiders dragen zorg voor nu en later. Zij zijn rolmodellen en stimuleren (daarmee) anderen om in het gezamenlijk belang te handelen. Bij rentmeesterschap identificeert men zich met en voelt men zich verplicht om bij te dragen aan een algemeen belang dat betrekking heeft op het individu, maar dat verder gaat dan het eigenbelang. Rentmeesterschap draait om het verantwoord beheren van de bronnen die wij tot onze beschikking hebben. Kortom: dienend-leiders stellen doelen die tegemoetkomen aan de behoeften van nu met oog voor de belangen van toekomstige generaties. Zij hebben een visie waar mensen zich mee kunnen identificeren, waar ze trots op kunnen zijn en zich voor in willen zetten.
4 Verantwoordelijkheid geven
Verantwoordelijkheid geven wil zeggen dat de dienend-leider mensen doelen geeft waarvan het bereiken binnen hun vermogen ligt. Het zorgt ervoor dat mensen weten wat er van hen verwacht wordt. Daarnaast helpt het om erkenning te geven voor en duidelijk te maken wat mensen bijdragen. Het is belangrijk dat verantwoordelijkheden aangepast kunnen worden en gebaseerd zijn op de capaciteiten, behoeften en input van de betrokkenen. Het geven van verantwoordelijkheid impliceert dat een dienend-leider zijn mensen ook verantwoordelijk houdt voor de door hen te verrichten taken.
5 Empowerment
Empowerment heeft alles te maken met motivatie en is erop gericht om anderen eigenmachtig, dat wil zeggen: zelfredzaam, te maken. Zelfredzaamheid gaat samen met persoonlijke verantwoordelijkheid. Empowerment gaat dus in het ideale geval samen met verantwoordelijkheid geven. Het betekent dat je mensen in hun kracht zet en een proactieve houding stimuleert. Leiderschapsgedragingen die bij empowerment horen, zijn bijvoorbeeld het delen van informatie, mensen uitdagen om met nieuwe ideeën en oplossingen te komen, mensen zelf beslissingen laten nemen en het bieden van trainingen en opleidingen. Volgens Greenleaf is het geloof van de dienend-leider in de intrinsieke waarde van ieder individu een centraal element bij empowerment. Het draait om erkenning en mensen helpen hun kwaliteiten te ontwikkelen.
6 Vergeving
Vergeving betekent dat je in staat bent om bijvoorbeeld beledigingen, ruzies en fouten te accepteren. Je laat je niet leiden door ergernissen en wraakgevoelens. Je begrijpt het perspectief van de ander en kunt (weer) gewoon omgaan met diegene(n) die je hebt vergeven. Dienend-leiders creëren zo een prettige omgeving waarin mensen zich geaccepteerd voelen, zich vrij voelen om fouten te maken en weten dat zij niet afgewezen zullen worden. Vergeving faciliteert dus de ontwikkeling van kwalitatief goede relaties door een beter begrip van en accepterende houding tegenover anderen. Acceptatie en vergevingsgezindheid zijn tekenen van integriteit en goede wil. Integriteit en welwillendheid zorgen voor vertrouwen. Vergeving geeft aan dat een vergissing mogelijk is, dat leren van fouten de ontwikkeling kan versnellen en dat boosheid niet functioneel is. Mensen krijgen de ruimte om van hun fouten te leren in plaats van dat ze daarvoor gestraft worden.
7 Waardering
Waardering komt erop neer dat je tijd, energie en zorg besteedt aan andere mensen en compassie met hen hebt. Je geeft anderen lof, de credits, het applaus, de complimenten voor de door hen geleverde prestaties. In mijn proefschrift heette waardering nog standing back (‘je op de achtergrond houden’), omdat waardering ook te maken heeft met in hoeverre je de belangen van anderen op de eerste plaats stelt en jezelf op de achtergrond houdt. De term waardering past echter beter, omdat het niet alleen gaat om je op de achtergrond houden, maar ook om expliciet anderen op de voorgrond plaatsen. Waarderen heeft alles te maken met dienen. Bij dienen ben je en voel je je verantwoordelijk voor diegenen die je dient en geef je die personen feedback, steun en waardering.
8 Moed
Moed is de mentale kracht om weerstand te bieden en moeilijke situaties goed te doorstaan. Daarnaast wordt moed geassocieerd met pionieren. Pionieren betekent nieuwe benaderingen vinden voor oude problemen en (daarbij) sterk op je waarden en overtuigingen vertrouwen. Het duidt erop dat je weloverwogen risico’s durft te nemen. Daarnaast is moed een voorwaarde voor creativiteit en innovatie. Dienend-leiders zijn pioniers, ze durven onconventionele beslissingen te nemen en staan voor wat ze zeggen, ook al krijgen ze te maken met veel weerstand. Moed is dus een belangrijk kenmerk van dienend-leiderschap. Moedige leiders geven hoop omdat zij zelfs in moeilijke tijden op zullen komen voor hun volgers en adequaat reageren op veranderende omstandigheden en nieuwe eisen.
Leiden of managen?
Overigens wordt nog vaak een onderscheid gemaakt tussen managen en leiden. Leiders geven volgens dit idee aan wat er moet gebeuren en waarom. Zij overtuigen mensen van een langetermijnvisie en faciliteren. Managers zorgen voor de uitvoering van die visie, kijken naar hoe iets moet gebeuren en met welke middelen. Zij zijn gericht op de korte termijn en controleren. Leiden gaat om ‘goede dingen doen’ en managen om ‘de dingen goed doen’.
Maar deze tweedeling past niet meer in de 21e eeuw. Goede leiders (en managers) doen iets wat je een mix van leiderschap en management kunt noemen. Zij leiden terwijl zij rekening houden met de praktische uitvoering van de ideeën. Slechte leiders gebruiken het onderscheid tussen leiderschap en management als excuus om zich niet te hoeven verdiepen in ingewikkelde zaken waarvan ze eigenlijk op de hoogte zouden moeten zijn om goede beslissingen te kunnen nemen en de juiste strategieën te selecteren. Slechte managers gebruiken het onderscheid als excuus om geen verantwoordelijkheid te hoeven nemen voor keuzes en de gevolgen van die keuzes.
‘Een leider kan alleen het goede doen als hij begrijpt wat er nodig is om de dingen goed te doen en er zorg voor draagt dat dit ook daadwerkelijk gebeurt.’
Robert Sutton
Dit citaat van Sutton heeft alles te maken met de filosofie van dienend-leiderschap en de belangrijke grondhouding die eerder al werd besproken, namelijk verantwoordelijkheid nemen en je afvragen hoe je zelf een bijdrage kunt leveren, dingen kunt aanpakken of verbeteren. Deze houding is een teken van persoonlijk leiderschap en een voorwaarde voor goed leiderschap, maar dus ook voor goed management en zelfs goed ‘werknemerschap’ in de 21e eeuw.
Bron: Dienend-Leiderschap
Door: Inge Nuijten