Als we waarnemen, selecteren we. We kunnen niet alles waarnemen. Vaak gebruiken we een opgebouwd referentiekader om die selecties te maken. We relateren wat we zien aan ons eigen referentiekader. We moeten proberen om te waarnemen zonder te oordelen.
Bij het politiekorps waar ik kwam, relateerde de directeur bedrijfsvoering haar waarnemingen aan haar ervaringen bij een vorige werkgever. De oud-politieman aan zijn tijd op straat. Kun je eigenlijk wel waarnemen zonder zo’n referentiekader? Ja, dat kan. Het lastige is dan wel dat je dan geen betekenis moet geven aan de woorden die je hoort. Als je leest dat een huis veelzijdig was, moet je je nog geen beeld vormen van een huis bij jou in de straat met een dak. Je registreert alleen de woorden. Zonder deze van betekenis en dus van beelden te voorzien. En andersom, als je een groep mensen om een tafel heen ziet zitten met een stuk papier voor hun neus en een man met een hamer aan het hoofd, dan plak je er niet meteen het woord ‘vergadering’ op, maar overweegt of het woord ‘verjaardag’, ‘lunch aan de keukentafel’, of ‘diploma-uitreiking’ ook passende woorden zouden kunnen zijn.