Je loopt als veranderaar op tegen betekenisvolle momenten waarvan je beseft dat, als ze goed uitpakken, ze vernieuwing een duw in de rug zullen geven. Sommige daarvan kun je zien aankomen of over je afroepen. Ten eerste betreft dat gelegenheden waar je de kans krijgt om ideeën te slijten: presentaties waar je het denken van collega’s kan beïnvloeden en daarmee de tijd rijp maakt voor iets nieuws. Dat zijn momenten om te zaaien.
Ten tweede gaat het daarbij om beslismomenten in verandertrajecten, zoals contractering aan het begin en evaluaties onderweg of aan het eind. Contractering bepaalt of een verandering van start kan gaan, of men zich eraan committeert en welke condities gaan tellen. En uit evaluaties volgt of een traject op waarde wordt geschat en of het een vervolg krijgt – in welke vorm dan ook. Ten derde zijn er gebeurtenissen die je al een tijd in de lucht ziet hangen en waarvan je weet dat het spannend kan worden en die je in goede banen kan leiden. Denk aan een opvolgingskwestie in een familiebedrijf. Of het in de knel komen van de kleinste partner in een fusieproces. Of dat er, twee jaar na een grote transitie als die van het jeugdstelsel, politieke discussies ontstaan of het wel de moeite waard was en of het goed is gegaan. Zulke momenten moet je aangrijpen, maar het hoeft niet bij dat soort momenten te blijven. Ik denk dat we in principe op elk moment iets bijzonder kunnen nastreven. Wat zou er gebeuren als we proberen ‘elk moment goed te leven’? Niet amechtig of hijgerig, maar als het verlangen naar kwaliteit van leven? Resteert wel de vraag hoe je het beste uit een betekenisvol moment haalt.