De titel van dit stuk had net zo goed Risicosturing als misverstand kunnen zijn. Dat misverstand ontstaat namelijk nogal eens als het woord risicosturing valt. Ook hier slaan ambiguïteit en perceptieverschillen toe. Er blijken twee verschillende betekenissen van risicosturing rond te gaan, waarvan er één nou net niét is wat ik ermee bedoel. Dat misverstand gaan we zo uit de weg ruimen door het begrip sturing wat nader te verkennen.
Vervolgens maken we noodzakelijkerwijs een uitstapje naar het gebruikelijke, zeg maar klassieke, risicomanagement. Het wordt geen lang uitstapje, maar wel eentje dat je niet moet missen. We gaan dan namelijk orde scheppen in de chaos van de vele methoden, richtlijnen en raamwerken die over risicomanagement wereldwijd in omloop zijn. We beschouwen kort drie in Nederland heel gangbare methoden en dat leidt tot een aangename conclusie. Dan zijn we klaar voor de stap van risicomanagement naar risicosturing. We introduceren risicogestuurd werken met een handige werkdefinitie. Daarmee wordt helder dat risicosturing eigenlijk niet meer is dan een kwestie van ‘doen wat er al gedaan wordt’. Alleen wordt de rol van onzekerheid net wat explicieter en gestructureerder beschouwd dan gebruikelijk is. Om de verschillen met conventioneel risicomanagement helder te maken introduceer ik de twintig kenmerken van risicosturing. Die kenmerken vormen de accentverschillen met conventioneel risicomanagement. Vervolgens zijn we gereed voor het uitgebreid en diepgaand verkennen van vaardigheden die ons als risicoleider helpen om de kenmerken van risicosturing in de praktijk te brengen. De vaardigheden zijn nodig voor het bereiken van uiteindelijk maar één doel: realiseren wat jij als individu en samen met jouw team, afdeling, project, programma of organisatie wil realiseren, ondanks onzekerheid.Hoezo sturing?
Risicosturing roept nogal eens misverstanden op. Als voorbeeld een zin die me is bijgebleven: ‘Ons handelen moet niet gestuurd worden door de mogelijke risico’s.’ Aldus een hoogleraar risicomanagement, naar aanleiding van een opleidingsmodule waarin risicogestuurd werken zou worden opgenomen. Helemaal mee eens: natuurlijk moet ons handelen niet gestuurd worden door risico’s. Dat is nou juist de doorgeschoten risicomijding waarmee het gebruikelijke risicomanagement vaak en terecht wordt geassocieerd. Daar wil ik met risicogestuurd werken juist weg van blijven, voor deze risicomijding wil ik een alternatief bieden. De hoogleraar, en in de praktijk velen met hem, bleek door één woord de verkeerde richting op te worden gestuurd: het woord sturing. Inmiddels ben ik steeds weer blij als dergelijke opmerkingen worden gemaakt, omdat ze zichtbaar maken dat risicosturing op minimaal twee manieren bekeken kan worden. Een van die manieren leidt tot een hardnekkig misverstand. Om daarmee te beginnen, in deze interpretatie betekent risicosturing gestuurd worden door alle mogelijke risico’s, zoals de hoogleraar het interpreteerde. Dit zou betekenen dat zodra een risico opdoemt er altijd een koerswijziging nodig is, vanwege dat risico. Dus letterlijk of figuurlijk een ruk aan het stuur naar rechts of links, of wellicht hard remmen.Onzekere gebeurtenis
Let wel, een risico is altijd een onzekere gebeurtenis, in de nabije of verdere toekomst, met in de gangbare betekenis vervelende, ongewenste gevolgen als het risico optreedt. Vanuit de hedendaagse risicodefinities kan een risico ook een gebeurtenis zijn vanuit onzekerheid die juist (enorme) kansen en mogelijkheden geeft. Een dergelijk risico heeft dus positieve gevolgen. Punt is echter dat het nooit helemaal zeker is óf het risico zich daadwerkelijk manifesteert, en zo ja wanneer. Door op élk risico afwerend te reageren zal in de praktijk van alles aan beheersing in gang worden gezet, of zullen juist activiteiten worden vermeden, wat achteraf allemaal niet nodig blijkt. Want gelukkig treedt lang niet alles wat wij mensen met onze rijke fantasie als risico beschouwen daadwerkelijk op. Ook betekent deze afwerende reactie dat we ons afsluiten voor de kansen en mogelijkheden die onzekerheid óók kan bieden. Dit is dus een vorm van rigide en absurde risicosturing, die uiteindelijk alles tot stilstand brengt. Iets wat nadrukkelijk niét de bedoeling is van risicogestuurd werken.Andere manier van kijken naar risicosturing
Dan nu de andere manier om risicosturing te bekijken: sturing op risico’s, op basis van wat je wilt bereiken of realiseren. Met andere woorden: op basis van doelstellingen. Bij deze benadering past de risicodefinitie die we in paragraaf 2.2 hebben geïntroduceerd: risico is een onzekere gebeurtenis met oorzaken, een kans van optreden en met gevolgen voor doelstellingen. Hierbij zijn doelen in brede zin, dus ook bepaalde resultaten of eisen, het uitgangspunt. Je wilt iets realiseren of bereiken, en kijkt daarbij kritisch om je heen welke onzekerheden daar een negatief (of positief!) effect op hebben. Dit zijn de relevante risico’s, waarover je vervolgens besluit om er al dan niet iets aan te doen. Zo’n besluit is onder andere afhankelijk van je eigen risicobereidheid en die van de andere betrokkenen, en van de mogelijkheden en bijbehorende kosten om zo’n risico te beperken. Of van de bereidheid, mogelijkheden en kosten om een kans of opportunity juist te benutten. Bij deze benadering ligt de focus op: sturen op het risico. Dit wordt bedoeld met risicogestuurd werken.
Er is ook een derde optie: helemaal geen risicosturing. Je kunt hier natuurlijk bewust voor kiezen, met een kans dat je alsnog door het risico wordt gestuurd. Of het overkomt je gewoon. Ook al is het misverstand over risicosturing voor nu opgelost, toch kan het helpen om de begrippen beheersing en sturing eens naast elkaar te zetten. Al is het maar omdat risicomanagement vaak als risicobeheersing wordt gezien, en het alternatief – risicogestuurd werken – juist van sturing uitgaat.
Dit artikel is een stuk uit het boek Risicoleiderschap van Martin van Staveren. Risicoleiderschap staat op de longlist voor de verkiezing van Managementboek van het Jaar.