Projectleiders die zich bewust zijn van het soort omstandigheden dat stakeholders sceptisch maakt over een project, kunnen tijdig stappen zetten voor het project echt uit de rails loopt.
Slimme projectleiders die het klappen van de zweep kennen, herkennen ondermijnende factoren die het voorwaartse momentum van hun projecten blokkeren en initiatieven tot staan brengen. Risicofactoren zijn vooral: veranderende prioriteiten in de organisatie, het verlies aan steun van cruciale stakeholders, problemen met (tussentijdse) oplevering, en ondermaatse berichtgeving over het project.Triggers voor de projectleider
Aspect van het project | Triggers van twijfel |
Prioriteiten | Verschuivende prioriteiten: andere projecten die urgenter zijn of van groter strategisch belang zuigen aandacht en middelen weg. Het waarom van het project vervaagt: De projectleider slaagt er niet in om het projectdoel, de visie en de strategische waarde op ieders netvlies te houden. Dat leidt tot een nou en?-houding, afnemende motivatie en minder bijdragen van de cruciale achterban. Conflicten over wat prioriteit heeft: door meningsverschillen bij stakeholders over het relatieve belang van tijd, kosten en reikwijdte richten teamleden zich niet op dezelfde doelen. |
Leiderschap | Stoelendans: een wisseling van de projectsponsor of projectleider gaat ten koste van het prestige en van de continuïteit in de projectvisie en -aanpak, wat de status van het project ondermijnt. Sponsors doen niet actief (meer) mee: afnemende steun van belangrijke executives heeft een negatieve invloed op anderen. Eigen agenda’s: stakeholders verliezen hun vertrouwen en trekken zich terug als blijkt dat de projectleider zo zijn eigen doelen heeft, en niet het bedrijfsbelang op de eerste plaats zet. |
Oplevering | Vertraging: tussentijdse deadlines worden niet gehaald, waardoor de betrokkenen ontmoedigd raken. Levensvatbaarheid: tussentijdse resultaten voldoen niet aan de verwachtingen of zijn geen duidelijke stap op weg naar de aanvankelijke doelstelling. Te zware werkbelasting: degenen die het werk doen, realiseren zich gaandeweg dat het meer werk is dan ze dachten of dat het hun capaciteiten te boven gaat. Lange projectduur: hoe langer een project duurt, hoe kwetsbaarder het is voor apathie, vermoeidheid, en andere werkzaamheden die de aandacht afleiden. |
Berichtgeving | Communicatiegat: belangrijke stakeholders krijgen geen tijdige updates en verliezen hun vertrouwen in de projectprestaties. Geruchten en speculaties vullen het gat, en waaieren uit naar sociale media en de pers. Afstand: de projectlocatie is geografisch ver verwijderd van belangrijke stakeholders, wat leidt tot vertraging in de communicatie of een communicatiekloof – en misverstanden. Opgeblazen resultaatrapportages: stakeholders raken ontmoedigd als ze ontdekken dat de projectleider een te rooskleurig beeld van de bereikte resultaten heeft geschetst. Negativiteitsbias: in de rapportages worden negatieve dingen benadrukt, zonder zelfs maar het kleinste succesje te vermelden. Dat creëert een ongunstig beeld van het project. Onvermogen om te luisteren: projectmedewerkers haken af als ze het gevoel hebben dat hun ideeën, inzichten en zorgen niet worden gehoord of niet serieus worden genomen. |