Dick Bos bespreekt het boek ‘Risicogestuurd werken’.
‘Risicogestuurd werken in de praktijk’ van Martin van Staveren is een bijzonder boek. Het houdt het midden tussen een wetenschappelijke verhandeling over de voordelen van risicogestuurd werken en een handboek voor een grote groep mensen die op het terrein van risicomanagement acteren. Voor een geïnteresseerde lezer die zijn kennis wil verbreden en bij wil blijven is het zeker het lezen waard. In de inleiding op het boek neemt Martin van Staveren gelijk een voorschot op waar het in de kern, in zijn boek, omgaat, namelijk: ‘Slim omgaan met onzekerheid door risicogestuurd werken.’ Naar de mening van de auteur is nagenoeg iedere organisatie aan het veranderen, niet per se omdat ze dat willen, maar vooral ook om de concurrentie voor te blijven of rekening te houden met veranderende wet- en regelgeving. En los van die noodzaak tot verandering c.q. aanpassing is er onvoldoende tijd om daarop in te spelen. Terwijl dat wel noodzakelijk is en dat gegeven levert stress en onzekerheid op. Kan door worden gegaan op dezelfde weg of moet er daadwerkelijk worden gereorganiseerd? En als een reorganisatie wordt ingezet wat is dan de way-point waarop wordt gekoerst? Dit boek is bedoeld voor gedreven mensen om hen te helpen hun onzekerheden weg te nemen en hun doelen binnen een kort tijdsbestek en kosten efficiënt te kunnen bereiken.Wat is er nieuw?
Bij het lezen van het boek vraag je je af, als meer dan gemiddeld lezer, wat er nieuw kan zijn aan deze vorm van risicomanagement, er zijn immers al zo veel boeken op dit terrein verschenen. Zeker als Martin van Staveren zelf aangeeft dat: ‘Risicogestuurd werken overigens gewoon een vorm van risicomanagement is, maar dan wel gericht op de essenties én met andere accenten.’ Het gaat er dus om deze essenties en accenten terug te vinden in de verdere verhandelingen in het boek. Dat gezegd hebbend ben ik wat minder geïnteresseerd in de theoretische uitleg van de eerste paragrafen, maar meer op zoek naar handvatten die mij kunnen helpen risicogestuurd werken onder de knie te krijgen. Natuurlijk is een opmaat nodig om tot de kern te komen maar niet te veel zou ik zeggen. Het wordt bijna een wetenschappelijke verhandeling en mist daardoor zijn aantrekkingskracht om door te lezen. Je mag toch veronderstellen dat een meer dan gemiddelde en geïnteresseerde lezer bekend is met termen als: risicoperceptie, risicohouding en risk appetite, als ook de risicostappen binnen risicomanagement: doelen bepalen, risico’s identificeren, risico’s classificeren, risico’s beheersen, risicobeheersmaatregelen evalueren en het overdragen van risicodossiers. Daar zit hem dus niet de winst, maar waar dan wel? In het boek van Martin van Staveren komt naar voren dat risicogestuurd werken, in tegenstelling tot andere vormen van risicomanagement, meer de nadruk legt op mens, cultuur, flexibiliteit, leren, aanpassingsvermogen en de realiteit van de beperkte maakbaarheid van organisaties. Om de verschillen tussen het conventionele risicomanagement ten opzichte van vernieuwend risicogestuurd werken inzichtelijk te maken legt hij dat uit aan de hand van twee kolommen met twintig kenmerken die paarsgewijs worden gepresenteerd. Daarmee geeft hij de essentie aan waarin deze aanpak verschilt met de conventionele aanpak en legt hij de accentverschillen bloot. Met alleen het toelichten van de theoretische kant van risicomanagement kom je niet tot implementatie. Ook de organisatie zelf moet geschikt zijn of geschikt gemaakt worden om risicomanagement op te nemen in de bedrijfsvoeringcyclus. De auteur geeft aan dat risicogestuurd werken pas echt geïmplementeerd is, als het voldaan heeft aan de vier ‘G’s’. Ofwel in het bedrijf wordt continu aandacht besteed aan risico’s, omdat het is:- gestructureerd: via de zes risicoprocesstappen;
- geformaliseerd: officieel voorbij de vrijblijvendheid;
- geïntegreerd: onderdeel van de relevante werkprocessen;
- geaccepteerd: iedereen ziet het nut er van in en profiteert er van.