Een boek over vitale organisatiestrategie zonder stappenplannen… dat is op zijn minst opmerkelijk te noemen. Vanuit het perspectief van de auteurs van dit boek, Aad Vijverberg en Raymond Opdenakker, is het echter volkomen logisch: een vitale organisatiestrategie is een ontdekkingsreis vol verwondering en creatief gepuzzel waarin de begrippen positionering, waardecreatie en identificatie een hoofdrol spelen.
Een vitale organisatiestrategie kenmerkt zich volgens Vijverberg en Opdenakker door de nadruk op waardecreatie voor en met afnemers, een sterke positionering ten opzichte van medeaanbieders en een sterke identificatie van medewerkers (zoals professionals en managers) en overige belangenpartijen (zoals aandeelhouders en strategische partners) met de organisatie en het organisatiebeleid. In plaats van denken voor de klant verschuift het perspectief naar denken en doen met de klant. Waardecreatie vindt plaats in processen van cocreatie met de klant; de focus verschuift naar de relatie.
Identificatie
De introductie van het begrip identificatie is nieuw en kenmerkend voor dit boek. Identificatie is het zich persoonlijk verbonden voelen met een organisatie; dit geldt zowel voor medewerkers als voor klanten, samenwerkingspartners en stakeholders. Ook hier blijkt weer het belang van de relatie. Identificatie en leren zijn volgens de auteurs belangrijke processen in vitale organisaties die steeds kennisintensiever, persoonlijker en flexibeler worden. Strategievorming is geen lineair proces meer dat uitgaat van een vooropgezet plan, maar een proces van creatief puzzelen en al doende leren wat werkt bij de ontwikkeling van een businessidee. Dit gebeurt aan de hand van het stellen van basale wie-, wat- en hoe-vragen; een proces van bewustwording en ontwikkeling vanuit een vragende grondhouding waarbij de zichtbare buitenwereld (klanten, concurrenten, toeleveranciers en partners) in verbinding wordt gebracht met de onzichtbare binnenwereld (dromen, visies, ambities, belangen, drijfveren en ego’s). Voortschrijdend inzicht gericht op versterking van de organisatie en verbetering van positionering waarbij winst een middel is om dit te realiseren in plaats van een doel. Deze aanpak zien we vooral terug in het mkb en met name familiebedrijven. De auteurs roepen dan ook op tot meer waardering voor deze sector en dan met name voor herwaardering van de Nederlandse maakindustrie, die met innovatie, technologieontwikkeling en lokale wortels de belichaming vormt van vitale strategie.
Samenhangend perspectief
De concepten en vragen in dit boek bieden een mogelijkheid om meer gericht en vanuit een samenhangend perspectief opties voor de toekomst te ontwikkelen, keuzen te maken en consequenties te doordenken en in kaart te brengen. De wezenlijke vragen die hierbij spelen, zijn: wat moet er geoptimaliseerd worden? En welke methode is daarbij nodig? Het is belangrijk hierbij niet enkel in termen van groei te denken, maar ook in termen van consolidatie en krimp. Bij het automatisme van het streven naar groei zetten de auteurs nadrukkelijk vraagtekens. Ook onderkennen zij het belang van persoonlijke drijfveren, onzekerheid, dynamiek, diversiteit en globalisering.
Onderwijsinnovatie
De auteurs zijn werkzaam in de onderwijs- en adviespraktijk en hebben het boek samengesteld op basis van hun praktijkervaring. Zij willen professionals in kennisintensieve organisaties met het boek uitdagen om sneller en creatief de dialoog aan te gaan over strategische vraagstukken en andersom om managers uit te dagen professionals tegemoet te komen in hun behoefte betrokken te worden bij wezenlijke vragen van hun organisatie. Organisaties die deze slag weten te maken, hebben volgens de auteurs de toekomst. En omdat je daarmee niet vroeg genoeg kunt beginnen, hebben de auteurs docentenmateriaal voor bij dit boek ontwikkeld om ook studenten die met dit boek werken uit te dagen tot discussies en verdieping. Vijverberg en Opdenakker willen niet alleen het zoveelste strategieboek bieden maar ook in het onderwijs meerwaarde bieden door het vak organisatiestrategie op een hoger plan te brengen.
Bron: Aad Vijverberg en Raymond Opdenakker, Vitale organisatiestrategie.