Aangenomen wordt vaak dat er drie redenen zijn dat vrouwen ondervertegenwoordigd zijn in managementfuncties: ze zijn niet capabel, ze zijn niet geïnteresseerd of ze zijn wel capabel en geïnteresseerd, maar hebben last van het glazen plafond. Een belangrijke andere factor wordt vaak echter over het hoofd gezien: we zien het verschil niet tussen zelfvertrouwen en competentie.
Zelfvertrouwen wordt gezien als teken van competentie en aangezien mannen vaker zelfvertrouwen hebben worden ze vaker als capabel gezien. Wereldwijd wordt zelfvertrouwen (vaak vermomd als charisma en charme) verward met leiderschapspotentieel. Mannen denken bovendien dat zij slimmer zijn dan vrouwen. Dit terwijl arrogante en eigendunk omgekeerd evenredig zijn aan leiderschap.
Nederige leiders
De eigenschap succesvolle teams samen te stellen en anderen te inspireren zodat de groep profiteert, behoort meestal toe aan nederige leiders. Of het nu een geval van nature of nurture is, nederigheid en bescheidenheid komen veel vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. Zo zijn vrouwen sterker in emotionele intelligentie, een belangrijke motivatie voor nederigheid. De mythische ‘sterke leider’ is meestal een typische narcist.
Bron: ProfNews, gebaseerd op: Harvard Business Review.