Start-ups zijn een belangrijke bron van innovatiekracht, zij weten als eerste nieuwe technologie te vertalen naar producten en diensten.
Geen wonder dat al langer gevestigde bedrijven vaak met enige afgunst naar start-ups kijken, en overname of nauwe samenwerking zien als dé strategische mogelijkheid om snel zelf te innoveren. De niet zelden forse verschillen in cultuur en attitude tussen start-ups en ‘oude’ ondernemingen kunnen deze samenwerking echter ook ernstig frustreren. Zogeheten ‘corporate accelerators’, bedrijfsversnellers, kunnen daarbij een belangrijke en vruchtbare rol spelen – mits ze zorgvuldig worden ontworpen en ingezet en voor zowel start-up als onderneming echte toegevoegde waarde creëren.
Open innovatie
Open innovatie is de term voor een manier van innoveren waarbij een groep bedrijven met gelijksoortige belangen en een gedeelde visie gezamenlijk de R&D aan- en oppakt. Een veelgebruikte omschrijving is die van Chesbrough, een van de pioniers op het gebied van open innovatie (Chesbrough, 2003). Open innovatie behelst volgens hem twee aspecten:
- externe kennis benutten en die combineren met interne innovatie, outside-in;
- interne innovatie efficiënter benutten door de kennis daarover te delen met andere partijen, inside-out.
De aanleiding voor en reden achter dergelijke ‘open’ samenwerkingsverbanden is vaak dat de voor echte innovatie benodigde kennis en cultuur slechts beperkt in de oudere, gevestigde ondernemingen beschikbaar is, c.q. tot bloei kan komen. Start-ups daarentegen ontstaan juist vanuit die frisse blik en ondernemingszin en zijn qualitate qua beter in staat om echte disruptieve mogelijkheden te ontdekken en te realiseren.
‘Business incubator‘ is de term die wordt gebruikt voor een organisatie die een (incubatie) proces realiseert om een snellere groei van hoogwaardige starter naar succesvolle onderneming mogelijk te maken, via de inzet van een geïntegreerd pakket diensten als werkruimte, services, cultuur, coaching, netwerk, (toegang tot) kapitaal.
Bedrijfsversneller
Een bedrijfsversneller, of corporate accelerator, vervult in dit kader de faciliterende incubatorrol voor het samenwerkingsverband tussen een of meerdere start-ups en de onderneming die wil innoveren door de kennis en expertise van die start-up(s) te incorporeren in de eigen organisatie.
Een voorbeeld van zo’n corporate accelerator is Orange Fab van telecombedrijf Orange. Via het programma kregen enkele telecomstart-ups toegang tot het distributieapparaat van Orange, ze kregen fondsen, kantoorruimte en coaching. Uiteindelijk resulteerde dat in een vijftal (pilots voor) nieuwe applicaties voor Orange zelf. Het concept ‘corporate accelerator’ heeft inmiddels ook buiten de ICT toepassing gevonden, in sectoren als farmacie (Bayer), verzekeringen (Allianz), entertainment (Disney) en consumentengoederen (Coca-Cola). Zo combineert de bedrijfsversneller het beste van twee werelden: de schaal en scope van de grote onderneming, en het elan en ondernemerschap van de start-up.
Er is nog weinig ervaring opgedaan met het ontwerpen en inrichten van deze bedrijfsversnellers. Duidelijk is wel dat, wil men teleurstellingen voorkomen, er de nodige zorg aan moet worden besteed.
Daarom onderzocht Thomas Kohler, verbonden aan het College of Business van de Hawaii Pacific University, een aantal belangwekkende voorbeelden van corporate-acceleratorprogramma’s en sprak met managers van zowel de start-ups als van hun partnerorganisaties om te ontdekken wat het geheim is van een succesvol en effectief acceleratorpartnership.
Lees het hele artikel van Thomas Kohler (pdf) in Management Executive door het hier te downloaden.
Boekentip: De plug&play-organisatie – Winnen in een digitale wereld door Maurits Kreijveld.