In het kader van werk-in-uitvoerig rond Nieuwe Business Modellen en de WEconomy raak ik de laatste tijd steeds meer gefascineerd door de Circulaire Economie (CE). Er is onmiskenbaar sprake van ‘booming’ aandacht hiervoor. Maar wat is de CE vooralsnog meer dan een aantrekkelijk ontwerp-idee voor een andere economie? Moeten we niet in snel tempo de inhoud van dat idee gaan uitwerken? Wat betekent het echt als we circulair gaan organiseren? Mijn bijdrage aan dat relevante debat is een serie columns over verschillende aspecten van de CE.
In een eerste column heb ik een verkenning geschetst van de CE aan de hand van principes, processen en praktijken. In een tweede column heb ik het onderscheid tussen competitie- versus coöperatiedenken wat verder uitgewerkt in relatie tot de consequenties die dit heeft voor waardecreatie. In deze column wil ik het idee van waardecreatie weer wat verder uitwerken, om te eindigen bij het idee van een ‘performance cycle’.
Waardecreatie
Bij waarde draait het om de tastbare en niet-tastbare voordelen, het belang of de betekenis van een product, dienst of een combinatie daarvan. Dat wat van waarde is voorziet in een latente of manifeste behoefte. Waarde is daarom doorgaans subjectief. Er zijn alle mogelijke waarden te onderscheiden, zoals economische, ecologische, emotionele en symbolische. Waarde groeit niet aan een boom, maar komt tot stand op basis van een (interactief) proces. Dit is de essentie van waardecreatie. Bij waardecreatie spelen daarom co-creatie, partnerships en netwerken een belangrijke rol. Door het delen en uitruilen van bijvoorbeeld kennis, expertise en netwerken creëren partijen, die betrokken zijn in dat proces, samen nieuwe waarde. Hoe dat gebeurt, kan afgeleid worden aan de hand van het businessmodel dat partijen samen hanteren. Een businessmodel geeft immers inzicht in de logica van waardecreatie gegeven een bepaalde belofte.
Lees de hele column van Jan Jonker door de pdf hieronder te downloaden.