“Blokker is een ijzersterk merk. Via de transformatie gaan we het winnend maken.” Directeur Rob Heesen ontweek iedere kritische vraag door deze boodschap tot in den treure te herhalen tijdens dit NOS-interview uit 2016. De woordvoerder is in dit specifieke geval nergens echt in moeilijkheden gekomen. Toch is het een schoolvoorbeeld van hoe het niet moet. Want wat doet dit rigide, ‘doorgemediatrainde’ woordvoerderschap met de beleving van een bijna of inmiddels ontslagen werknemer? En welke invloed heeft dit interview op het keuzeproces van de Blokkerklant?
Woordvoerders vergeten vaak om hun boodschap af te stemmen op de informatiebehoefte van de kijker, luisteraar en/of lezer. De boodschap van de Blokker-woordvoerder past goed bij een programma zoals RTL Z of het FD, niet bij het NOS Journaal. De gemiddelde kijker van het journaal wil weten wat de transformatie betekent voor de werkgelegenheid, of voor het aanbod van huishoudelijke artikelen in zijn of haar buurt.Reddingsvest wordt molensteen
Toch blijft het centraal stellen van de boodschap de gouden regel van de woordvoering. Het voorkomt dat je de regie verliest, verstrikt raakt in details of jezelf tegenspreekt. Maar waak ervoor dat de boodschap niet te zakelijk of te corporate is. Houd rekening met het publieke humeur en geef gewoon antwoord op de vragen van de journalist, in begrijpelijke taal. Ook als het een antwoord is dat je niet hebt voorbereid. Woordvoering gaat niet om het overtuigen van je doelgroep, maar om het doorgronden van de maatschappelijke context waarin je acteert en het brengen van relevante informatie. Negeer je deze vereisten van goede woordvoering, dan verandert de boodschap van een reddingsvest in een molensteen.Interview met Maarten Halsema:
Leiders lijden aan reputatiefobie
- Overtuigende inhoud
- Empathie
- Daadkracht
- Houding