In steeds meer sectoren gaan werknemers gebukt onder toenemende werkdruk, zo berichten het CBS, de Kamer van Koophandel en diverse werkgeversorganisaties op basis van de Conjunctuurenquête Nederland. Als oorzaak wordt het huidige personeelstekort genoemd. Hierdoor komen werknemers steeds vaker overspannen thuis te zitten. De oplossing lijkt eenvoudig: 1) meer personeel aannemen om de werkdruk te verminderen en 2) op zoek gaan naar een betere balans tussen werkbelasting en belastbaarheid. Maar daarmee maken werkgevers een foto van de situatie waar ze zelf niet op staan.
De eerste strategie ‘meer personeel aannemen’ blijkt in de praktijk lastig uit te voeren. Waren er eind 2021 nog 106 vacatures voor elke 100 werkzoekenden, inmiddels gaat het om 143 vacatures per 100 werkzoekenden. In het afgelopen kwartaal zijn er maar liefst 16.000 vacatures bijgekomen, terwijl het aantal werkzoekenden is gedaald met 11.000. Zowel het aantal vacatures als het aantal banen heeft een recordhoogte bereikt. De werkeloosheid in ons land was nog nooit zo laag sinds 2003. Daarom concludeert het CBS dat de verwachting van ondernemers ‘om de komende tijd meer personeel te gaan aannemen’ te rooskleurig is.
Werkbelasting
De tweede strategie ‘op zoek te gaan naar een betere balans tussen werkbelasting en belastbaarheid’ is eveneens problematisch. Dit achterhaalde model is nog steeds populair bij onder meer bedrijfsartsen, want je kunt er werk gerelateerde stressklachten mee ‘oplossen’. Dat doe je door de belastbaarheid van mensen te vergroten en/of een stuk belasting weg te nemen. Natuurlijk kan het verstandig zijn om tijdelijk werkzaamheden te verminderen bij een dreigende burn-out, maar op de lange termijn krijg je er twee nieuwe problemen bij. Als je werk weghaalt bij de ene werknemer, dan neemt de werkdruk bij zijn collega’s immers toe. Bovendien komen mensen vaak knel te zitten door het idee dat hun belastbaarheid versterkt moet worden. Dat veronderstelt dat er iets mis met hen is en dat het hun schuld is dat ze werkstress of burn-out klachten ervaren.
Veel mensen weten niet meer wat hen energie geeft. We werken dus niet teveel of te hard, maar we laden te weinig op.
Het is een misvatting dat het aannemen van meer mensen en het verminderen van werk de toenemende werkdruk kan oplossen. Werkdruk, stressklachten en hard werken zijn helemaal niet het probleem, al denken veel mensen dit wel. Je kunt het vergelijken met een mobiele telefoon. Het is helemaal niet erg als je die intensief gebruikt. Maar leg je ‘m vervolgens op de vensterbank of stop je ‘m in een oplader? Helaas hebben we een samenleving gecreëerd waarbij we gewend zijn om onszelf als het ware op de vensterbank te leggen. Veel mensen weten niet meer wat hen energie geeft. We werken dus niet teveel of te hard, maar we laden te weinig op.
Stress door gebrek aan energiebronnen
Onderzoek naar bevlogenheid laat zien dat werkstress niet ontstaat door teveel taakeisen, maar door een gebrek aan energiebronnen, namelijk: autonomie, binding / sociale steun en competentie. Zodra je als leidinggevende zaken in eigen hand houdt, druk zet om te presteren, directieve taal gebruikt of aan het micro managen slaat, dan zie je de stress bij werknemers toenemen. Waarom? Omdat je de autonomie bij hen weghaalt.
Van bouwvakkers is bekend dat ze, nadat ze afgekeurd zijn, vaak weer gaan klussen in hun privé tijd. Hoe dat kan? Lichamelijk is er niks veranderd, maar mentaal wel: ze hebben hun vrijheid weer terug. De stress neemt ook toe als je het zo druk hebt dat je alleen nog aan het zenden bent en geen geduld hebt om te luisteren, continu oordelen velt of met name de fouten ziet in het werk dat voorbij komt. Want dan voelen werknemers weinig steun en begrip. En je ziet ook stress ontstaan wanneer je als manager: zelf wilt scoren (door bijvoorbeeld in elk gesprek jouw duit in het zakje te doen), onduidelijk bent in je verwachtingen, bepaalde werknemers voortrekt of cruciale informatie niet deelt. Dit staat haaks op de behoefte aan competentie en hierdoor neemt de onzekerheid toe en de kwaliteit van het werk af.
Werk op zichzelf veroorzaakt dus helemaal geen druk, dit ontstaat altijd in de context of de perceptie van werknemers. Je kunt het dus wel creëren. Het heeft vaak een enorm effect als je leidinggevenden traint om de tekorten in regelruimte, steun en competenties te herkennen. Zij organiseren (vaak onbedoeld en onbewust) veel onnodige werkdruk en vormen de spil om dit te voorkomen.
Werkgeluk vergroten
Daarnaast is het zaak om het werkgeluk van medewerkers te vergroten. Waar het verminderen van werkdruk weliswaar leidt tot minder stressreacties is het effect hooguit dat je minder negatieve organisatie uitkomsten krijgt. Door mensen aan te sluiten op energiebronnen neemt hun bevlogenheid toe. Daardoor zijn werknemers beter in staat om het (vele) werk aan te kunnen én worden de uitkomsten voor de organisatie positiever. Werkgevers kunnen voorzien in de behoefte aan autonomie door meer te vertrouwen op de kracht van hun personeel. Bijvoorbeeld door werknemers regelruimte te geven, invloed op hun eigen agenda en inspraak in de beslissingen die hen aangaan. Aan de behoefte aan verbinding kunnen werkgevers voldoen door betekenisvolle relaties op te (laten) bouwen. Bijvoorbeeld door bijdragen van werknemers te waarderen, een veilige sfeer te creëren en hen te steunen als er thuis veel van hen wordt gevraagd. Investeren in competenties betekent op zoek gaan naar talenten van mensen en deze tot bloei laten komen. Bijvoorbeeld door werknemers uit te dagen, feedback te geven op hun prestaties en coachingsgesprekken te voeren die hun zelfvertrouwen vergroten.
Werkdruk is een gevolg van te weinig autonomie, te weinig steun en een gebrek aan competentie.
Kortom: werkdruk is een gevolg van te weinig autonomie, te weinig steun en een gebrek aan competentie. Het is essentieel dat werkgevers hun verantwoordelijkheid nemen en gaan investeren in het werkgeluk van hun werknemers. Een goede eerste stap om in de bovenstaande behoeften te voorzien, is het maken van een scherpe foto van de huidige situatie waar je zelf ook opstaat.
Door: Ronald van der Molen
Ronald van der Molen is werkzaam als organisatieadviseur, trainer en leiderschapscoach. Vanuit zijn bedrijf Transformatio helpt hij moderne leiders om teams en ecosystemen te creëren waar mensen kunnen floreren. Daarnaast verzorgt Ronald inspiratie-sessies over bevlogenheid & organisch leiderschap en geeft hij les aan de Erasmus Universiteit. Tijdens trajecten en presentaties gebruikt hij lessen uit de natuur zodat deelnemers anders naar hun vak gaan kijken. Hij geniet ervan als eikels in bomen veranderen.