Transitievraagstukken vinden per definitie plaats tussen partijen en organisaties op systeemniveau. Onze stelling is dat we transitievraagstukken niet volledig kunnen begrijpen met wat we al weten. We moeten leren leren. De praktijk leert dat er een fase komt waarin diverse wijsheden en waarheden naast elkaar beschikbaar zijn. Het gevolg is disruptieve gebeurtenissen of ontwikkelingen, zoals stijgende energie- en grondstofprijzen, toenemende wachtlijsten in de ( jeugd)zorg of op de woningmarkt, tegenstellingen, paradoxen, chaos en crises.
We noemen dit ook wel episodische veranderingen. Ze vinden schoks- en sprongsgewijs plaats. Gevoelens van onrechtvaardigheid en tekenen van onduurzaamheid in de huidige manier van denken, doen en organiseren dringen zich op. Denk aan natuur- of gezondheidsrampen, protestbewegingen, crises rondom stikstof, huisvesting, landbouw en waterkwaliteit. Veel van onze huidige
systemen zijn niet langer houdbaar.
Boodschap van fundamentele verandering serieus nemen
In organisaties moet de gelegenheid zijn, of worden gecreëerd, om de boodschap en boodschappers van fundamentele verandering serieus te nemen. Om een weg in te slaan waarbij men op kleine schaal gaat verkennen, ontdekken, experimenteren en leren hoe de toekomst eruit zou kunnen zien. Inzichten en werkingsprincipes hieruit moeten vervolgens opgeschaald en verankerd worden. En tegelijkertijd zullen bestaande structuren, processen en procedures moeten worden afgebroken als ze disfunctioneel zijn in het streven naar een duurzamere toekomst.
Jan Rotmans zegt: ‘We leven niet in een tijdperk van verandering, maar in een verandering van tijdperk.’ Dit betekent dat we niet te maken hebben met een of twee transities, maar dat er verschillende soorten transitieopgaven tegelijk spelen. Zo onderscheidt Rotmans onder meer transities op het gebied van energie, grondstoffen, landbouw en voedsel, en zorg en onderwijs (Rotmans, 2015).
Deze transities werken ook nog eens op elkaar in. Zo vereist de mobiliteitstransitie een betrouwbare infrastructuur voor het opladen van elektrische voertuigen, die op zijn beurt afhankelijk is van de energietransitie. Zonder voldoende groene energiebronnen kunnen elektrische voertuigen hun beloofde milieuvoordelen niet waarmaken. En de overgang naar een ander energiesysteem heeft ook weer gevolgen voor de woningbouw, het bedrijfsleven en allerlei ruimtelijke vraagstukken. Daarmee
overstijgen transities duidelijk de grenzen van teams en organisaties.
Energietransitie
We schetsen de belangrijkste transitiekenmerken aan de hand van een voorbeeld, in dit geval de energietransitie. De onhoudbaarheid van het huidige energiesysteem blijkt uit allerlei wetenschappelijke rapporten, nieuwsberichten en signalen uit de samenleving. Denk aan de opwarming van de aarde en milieuvervuiling die het gevolg is van de verbranding van fossiele brandstoffen.
Om de doelen van het Klimaatakkoord van Parijs te halen, moet het hele energiesysteem op de schop. Er spelen ook allerlei politieke, sociale en economische factoren mee, zoals energiearmoede, klimaatvluchtelingen en protestbewegingen als Extinction Rebellion, die willen dat fossiele subsidies worden afgeschaft.
Met de onhoudbaarheid van het huidige systeem en de noodzaak van een transitie naar een duurzaam energiesysteem is echter nog niet duidelijk waar we precies naartoe moeten bewegen en hoe die beweging tot stand moet komen. Veel partijen hebben er belang bij dat alles bij het oude blijft en zitten helemaal niet op verandering te wachten. Zij hebben geïnvesteerd in de huidige infrastructuur en profiteren van de winsten.
Tegelijkertijd zijn er allerlei ondernemende burgers, bedrijven en ambtenaren die zien en voelen dat het anders moet en die intrinsiek gemotiveerd en gedreven aan de slag gaan met de energietransitie. Zo is er bijvoorbeeld een enorme opkomst van energiecoöperaties van burgers die besluiten om samen duurzame energie op te wekken, op te slaan en/of te delen. Verder gaan allerlei ondernemingen aan de slag met nieuwe businessmodellen en technologieën die de energietransitie kunnen versnellen.
Transitiekenmerken
Dat er sprake is van transities kan eigenlijk pas achteraf met zekerheid vastgesteld worden. De onhoudbaarheid van het huidige systeem staat in veel gevallen echter wel vast: op de huidige voet doorgaan zorgt voor grootschalige sociale, maatschappelijke,
ecologische en economische problemen. Dit voedt ook meteen de noodzaak van de transitie naar een ander, duurzamer systeem. De complexiteit schuilt onder andere in het feit dat het eindbeeld en de weg daarnaartoe vaak (nog) onbekend, onvoorspelbaar en omstreden zijn. Ook zorgen veel nieuwe oplossingen weer voor andere problemen. Zo is het huidige elektriciteitsnet in Nederland niet toegerust op de toename van vraag naar duurzame energie en zitten veel burgers niet te wachten op een windmolen in hun achtertuin.
Complexiteit
Transities zijn complex door de vele systemen, actoren en niveaus die betrokken zijn.
Non-lineariteit
Transities verlopen niet voorspelbaar; ze bevatten fasen van versnelling, stagnatie en terugval.
Langetermijnproces
Transities duren vaak tientallen jaren vanwege de noodzaak van diepe, systemische veranderingen.
Multi-Level Perspective
Transities worden beïnvloed door interacties tussen niches, regimes en landschappen. Onzekerheid Vanwege de vele variabelen is het moeilijk te voorspellen hoe een transitie zal verlopen.
Co-evolutie
Subsystemen zoals technologie, economie, cultuur en beleid evolueren gelijktijdig en beïnvloeden elkaar.
Schaal- en systeemovergangen
Transities brengen veranderingen in schaal (lokaal naar nationaal) en systeem (bijv. lineair naar circulair) met zich mee.
Actoren en Agency
Verschillende actoren spelen een actieve rol en beïnvloeden het verloop van de transitie.
Experimentatie en leren
Experimenten in niches zijn cruciaal om nieuwe ideeën te testen en te leren voor opschaling.
Systeeminnovaties
Transities vereisen veranderingen in technologie, gedrag, regelgeving en marktstructuren.
Doorgaan op huidige voet geen optie
Als we deze complexe en grootschalige problematiek vertalen naar het niveau van organisaties, teams en individuen, is het niet gek dat velen regelmatig geen idee hebben hoe het nu verder moet. Doorgaan op de huidige voet is in veel gevallen geen optie, maar de verleiding om bij het oude vertrouwde te blijven is groot. De druk om het anders te doen wordt ook steeds groter, waardoor spanningen binnen teams, organisaties en de samenleving toenemen en de roep om passende interventies steeds luider wordt.
Bron: De transitiegids
Door: Aniek Janssen, Boris Pulskens, Lian Bongers, Johan Hageman, Tess Barendrecht