Als je mensen vraagt wat het belangrijkste ingrediƫnt voor succes en je laat ze kiezen uit expertise, intelligentie, hard werken, zelfvertrouwen, goede relaties of geluk, dan noemt 80% zelfvertrouwen.
De mythe is dat zelfvertrouwen het fundament vormt om succesvol te kunnen zijn. Maar het tegendeel blijkt het geval. De harde feiten uit wetenschappelijk onderzoek tonen aan dat zelfvertrouwen op zān best irrelevant is en vaker destructief blijkt te zijn. De echte drivers achter succes zijn intelligentie, expertise en relaties (dus social skills). Het is verrassend dat zelfvertrouwen alleen als brandstof voor succes naar voren komt als er een gebrek aan is. Met andere woorden als het zich voordoet in de gedaante van onzekerheid. Het destructieve aan zelfvertrouwen is dat het je doet geloven dat je iets kunt, terwijl dat niet het geval is. Hoe meer zelfvertrouwen je hebt, hoe groter de neiging om grotere risicoās te nemen. Met alle kans dat het misloopt. Terwijl onzekerheid je doet beseffen dat je je nog moet verbeteren, door je goed voor te bereiden. En dan pas tot actie over te gaan. Onzekerheid is een succesvollere overlevingsstrategie dan zelfvertrouwen omdat het je beter beslagen ten ijs laat komen en minder risicoās laat nemen. Mannen en vrouwen verschillen in hoeveel zelfvertrouwen ze ervaren. Het mannelijke geslachtshormoon testosteron is de aanjager van een gevoel van zelfvertrouwen, terwijl de vrouwelijke tegenhanger ā oestrogeen – , weer zorgt voor een groter gevoel van onzekerheid.Mount Everest
Het bewijs dat onzekerheid de driver achter succes is, trof ik laatst aan in de krant. Daarin las ik dat vrouwelijke bergbeklimmers relatief vaker de top van de Mount Everest halen dan mannelijke klimmers. In The Himalayan Database worden alle expedities van meer dan 450 bergtoppen in Nepal bijgehouden. Een analyse van alle pogingen om de Everest te bedwingen tussen 1950 tot en met 2018 bleek door 36% van de mannen en 46% van de vrouwen zijn succesvol te zijn gehaald.
De verklaringen die experts voor dit significante verschil tussen de seksen geven, komen allemaal neer op het verschil tussen gedrag gedreven door zelfvertrouwen en dat door onzekerheid. Zo schatten mannen hun capaciteiten hoger in, terwijl vrouwen voorzichtiger zijn en daardoor eigenlijk beter gekwalificeerd zijn. Vrouwen zijn meer onzeker over hun klimcapaciteiten en bereiden zich beter voor en zorgen beter voor zichzelf tijdens beklimmingen. āZe doen er meer aan om gezond te blijven, qua hygiĆ«ne, hydratatie en voeding. En luisteren beter als ze het gevoel hebben dat ze terug moeten keren of een extra rustdag moeten nemen.ā