Anders dan bij een individuele ontwikkeling, verloopt de ontwikkeling van een taaksysteem grillig. Elke significante verandering in het systeem of in de directe context van het systeem zal iets van terugval naar een eerdere fase of zelfs naar de eerste fase met zich meebrengen; dit kan in elke fase gebeuren. Dit komt omdat elke significante verandering gevoelens van angst, onrust en daarmee vluchtmechanismen oproept.
Geschatte leestijd: 2 minuten
Een systeem dat een gedegen ontwikkeling doormaakt, wordt steeds beter in het herkennen van de vlucht- en later vechtdynamieken en komt er steeds sneller weer uit. Anders gezegd: het taaksysteem leert sneller de energie weer vrij te maken voor de gemeenschappelijke taak.
Een tweede verschil met een individuele ontwikkeling is dat de fasen bij een taaksysteem niet netjes afgebakend zijn. In veel taaksystemen zijn elementen van alle fasen tegelijkertijd aanwezig. Dat is verwarrend als toeschouwer: waar kijken we nu naar?
Belast systeem met goede competenties
In de praktijk zie je in de interactie van veel taaksystemen duidelijk zowel elementen van de afhankelijkheids- als van de vechtfase terug. Het is belangrijk om een systeem niet te belasten met competenties die niet aansluiten bij de juiste ontwikkelingsfase.
Weet je nog het voorbeeld over de feedbacktrainingen uit paragraaf 1.5 (van het boek Boek Competente mensen, incompetente teams? Ik zette uiteen waarom een feedbacktraining in de meeste praktijkgevallen zo weinig duurzaam effect oplevert. Feedback geven is een gevorderde competentie op taaksysteemniveau. Een competentie die een systeem in de vechtfase (als puber) prima kan aanleren, maar in de afhankelijkheidsfase (als jong kind) nog niet. Net als wanneer je een baby wil leren fietsen: de basis voor het fietsen is nog niet gelegd, er moeten eerst andere competenties worden aangeleerd.
Interventies
Het is belangrijk om met je interventies aan te sluiten bij wat het taaksysteem als geheel kan hanteren. Echter, omdat elementen van de verschillende ontwikkelingsfasen vaak tegelijkertijd zichtbaar zijn, kan het verwarrend zijn om te bepalen waar je moet beginnen. Verreweg de meeste taaksystemen laten overwegend interactiepatronen uit de afhankelijkheidsfase zien waardoor het meestal terecht is bij de competenties uit deze fase te beginnen. Een taaksysteem in de vechtfase zal waarschijnlijk ook vluchtpatronen in de interactie laten zien; agressie roept bij een deel van het taaksysteem ook angst op.
Leren en reflectie
Ken jij voorbeelden van trainingen of andere interventies die achteraf niet gewerkt hebben voor de taaksystemen waar je mee werkte? Kun je dat koppelen aan de ontwikkelingsfase waarin het systeem zat?
Bron: Competente mensen, incompetente teams
Door: Jobbeke de Jong