Alles wat je denkt, doet en voelt heeft een direct effect op de structuur en werking van je hersenen.
Dat maakt dat we na bepaalde ervaringen, gedachten of gevoelens in staat zijn om andere dingen te voelen, denken en doen. Wetenschappelijke inzichten laten steeds helderder zien dat je je heel veel kanten op kunt ontwikkelen, mits je maar genoeg toewijding laat zien. Vrijwel iedereen heeft wel eens gehoord van de 10.000-uren regel van de Amerikaanse psycholoog K. Anders Ericsson. Deze regel betekent dat als je 10.000 uur met volle toewijding aan iets werkt, je heel goed wordt in die ene taak. Lees dit artikel maar eens. Natuurlijk, het is handig als je naast toewijding ook talent hebt. Maar dat filtert zich vanzelf uit, want zonder talent voor die taak zal niemand het volhouden om 10.000 uur te oefenen. Uitgaande van een 40-urige werkweek komt 10.000 uur overeen met zes jaar en drie maanden geconcentreerd bepaalde vaardigheden oefenen en doen. Aangezien buiten topsporters vrijwel niemand een baan heeft waarbij hij zich volledig kan focussen op het verbeteren van specifieke vaardigheden is het de kunst om tijdens je dagelijkse leven je toch te ontwikkelen. En dat kan. Hoe dat werkt beschrijft hoogleraar klinische neuropsychologie Margriet Sitskoorn in haar in 2006 verschenen boek Het maakbare brein. Het principe is heel eenvoudig: alles wat je doet en waaraan je wordt blootgesteld zal voor ontwikkeling van bepaalde netwerken in je hersenen zorgen. Die netwerken veranderen dus voortdurend. Alles wat je denkt, doet en voelt heeft een direct effect op de structuur en werking van je hersenen. Dat maakt dat we na bepaalde ervaringen, gedachten of gevoelens in staat zijn om andere dingen te voelen, denken en doen. Je brein bepaalt je zijn, maar je zijn bepaalt ook je brein. In deze video legt Sitskoorn uit hoe dat werkt. ‘Stel je bloot aan datgene wat je moeilijk vindt’