Als het in mijn studie (jaren 70 van de vorige eeuw) over het veranderen van organisaties ging was het boek van Bennis Benne and Chin ‘The planning of Change’ een van de standaardwerken. De auteurs hadden toen weinig concurrentie, want het vak van veranderkunde was nog in opkomst. Hoe anders is het de laatste decennia. Het wordt op universiteiten onderwezen en er zijn ontelbare masterclasses, seminars en boeken. Boeken zoals het recent verschenen boek van Ten Have c.s. ‘Verandermanagement Veranderd’ maar ook in boeken als ‘Who Stole my cheese’ of bij een ander verhalend boek ‘Onze ijsberg smelt’ waarin de zeven principes van veranderen door John Kotter op speelse wijze worden uitgelegd.
Op zoek naar nieuwe inzichten, inspiratie en wijsheid toog ik naar het door de uitgever Management Impact georganiseerde ‘Jaarcongres Verandermanagement 2018’. Enkele indrukken die ik over de wondere wereld van de veranderkunde heb opgedaan volgen hieronder. De eerste spreker, en dagvoorzitter, was de antropologe Jitske Kramer, bekend van boeken als ‘De Corporate tribe’ en ‘Building tribes’. Ze had een mooie opvatting over de kern van de antropologie: we maken vertrouwd wat vreemd is en vreemd wat vertrouwd is. Misschien is dit ook wel één van basisvaardigheden van de goede veranderaar: mensen helpen om op een andere manier naar hun ‘werkelijkheid’ te kijken. Kramer deed een oproep om minder te vergaderen en meer rondom kampvuren te gaan zitten, want daar vinden volgens haar de echte gesprekken plaats. En in deze gesprekken wordt samen betekenis aan gebeurtenissen geven. En voor deze planmatige denker die ik ben, was er veel relativering van het nut van afspraken en tijd. Zo moet ik nog even kauwen op een citaat van Kramer: als je een vergadering begint als iedereen er is, dan is iedereen op tijd.