Mijn lijf doet het even niet. Een operatie gaat het euvel verhelpen en het uitzicht staat vrolijk op volledig herstel. Maar lastig is het. Ik wil doen wat ik altijd al deed en in hetzelfde tempo of liefst nog ietsjes meer en hoger. En dat gaat niet. Een dierbaar iemand raakte me met de woorden: ‘probeer het te verdragen’. Dat helpt. Een beetje.
Het woord resoneert na. Een prachtwoord is het. Niet alleen bij ziekte. Je hoort het best veel op het moment. Dat we verdraagzamer moeten zijn. Dat we minder verdragen. Te snel boos en triggerd zijn. Raken we de kunst tot verdraagzaamheid kwijt? Het woord proef je het beste als je er een streepje tussen zet. Ver – Dragen. Dat je iets, of iemand ver kunt dragen. Zijn of haar pijn, een kruis, maar misschien ook het anders zijn, een andere mening hebben, iets doen wat je irriteert. Dat je in de basis iemand echt ziet, wezenlijk aankijkt en dan zegt: ik draag je ver. Omdat die ander de moeite waard is om niet direct los te laten. Maar je hem of haar met je mee wilt nemen… ondanks. Eén op één is ver-dragen nog niet eens niet zo ingewikkeld. Als je een goede band hebt met de ander, neem je diegene best graag een tijdje op je rug, ook al is er tijdelijk een minder begrijpen. Maar hoe anders wordt het als je iemand moet ver – dragen die in een andere wereld leeft dan jij. We leven steeds meer samen met mensen die in andere bubbels leven. Een andere achtergrond hebben. Politiek, religieus, cultureel, qua opleiding, mening, sociale media, leeftijd, identiteit. Onze bubbels hebben niet-permiabele celwanden. Zijn ondoordringbaar. Schermen we af met venijn, karaktermoord en serveren we af met woorden als ‘ja maar zij werkt bij…’ of ‘ja maar hij schrijft voor die ene krant…’ of ‘ja maar zij heeft een Turkse naam…’ of ja maar hij is zelf lid van …’. Het lijkt of we de verzuiling achter ons hebben gelaten, maar we hebben meer hokjes gebouwd dan ooit. We onderscheiden ons ver en snel van medemensen door ons terug te trekken op eigen identiteitsgrond. Zorgen minder voor elkaar. Denken meer in ik dan in wij. Het is zwaar om iemand die je niet kent en waarvan je je ver-vreemdt voelt ver-te-dragen. Wat moet je met die vreemdeling op je nek? Verdragen betekent volgens het woordenboek bestand zijn, doorstaan, dulden, harden, uithouden. Die woorden hebben voor mij een te zuinige bijsmaak. Ver-dragen is optimistischer. Als je iemand ver-draagt wil je diegene oppakken, vasthouden en weer neer zetten op een betere plek dan waar hij of zij vandaag kwam. Bij de hand nemen. Groter maken. Optillen. Een verdrag betekent de belofte dat je niet stopt met elkaar te dragen. In goede- en in slechte tijden. Daarom zijn verdragen zo wezenlijk, en mogen ze niet uit behoefte aan licht – voetigheid zomaar eenzijdig worden opgzegd. Ver-dragen is wezenlijk anders dan tolereren; dat gedogen betekent. Ik leef graag in een samenleving die niet vergeet hoe ver-te-dragen. En oefen mij daar zelf nu een tijdje in. Dr. Danielle Braun is corporate antropoloog. Reist de wereld rond op zoek naar wat we van tribes overal op de wereld kunnen leren over onze eigen samenleving. Schrijver van de boeken ‘de Corporate Tribe’ ‘Building Tribes’ en Da’s Gek’. Ze spreekt en schrijft over organisatiecultuur. Begeleidt leiders bij conflict en verandering. Ze is Directeur van de Academie voor Organisatiecultuur. Columnist voor diverse kranten, wekelijks columnist voor DFT. Onder de titel #antropoloogdesvaderlands geeft ze duiding aan de dingen die om ons heen gebeuren. In het voorjaar verschijnt het boek ‘Tribaal Kantoorgedoe‘ van haar hand.n.