Of het nu de energietransitie of de transitie naar een circulaire economie is, in Nederland zijn wij er goed in om het voortouw te nemen: wij willen graag een innovatief land zijn en ons pragmatisme helpt ons om vaak eerst te beginnen voordat we ons bezinnen. Maar dat hoeft niet altijd negatief te zijn: iemand moet het spits afbijten.
Wij als klein kikkerlandje kunnen wel heel graag transities willen, maar zijn daarbij vaak afhankelijk van acties buiten onze landsgrenzen: zo heeft de ontwikkeling rondom duurzaam, en later, circulair inkopen door de Nederlandse overheid ertoe geleid dat we nu letterlijk de hele wereld over reizen om andere landen te motiveren ook circulariteit in hun inkoopcriteria op te nemen. Alleen dan kan de Nederlandse staat circulairdere producten inkopen. Wat in 2006 is begonnen als een overheidsinitiatief met Rijkswaterstaat en Prorail als belangrijke trekkende partijen, is over de afgelopen jaren uitgegroeid tot een consortium van publieke en private partijen in binnen- en buitenland, waarin veel energie is gestoken door organisaties maar ook individuen vanuit verschillende sectoren. Met het bezinnen hadden we dit rijke pallet aan benodigde partijen nooit vooraf in kaart kunnen brengen. Achteraf gezien heeft de ontwikkeling van dit consortium er wel toe geleid dat Nederland nu gezien wordt als een voorbeeld als het gaat om circulair inkopen.Nederland loopt achter bij energietransitie
Jammer genoeg wordt bij andere transities, neem bijvoorbeeld de energietransitie, het wiel weer opnieuw uitgevonden: we beginnen weer zonder te bezinnen en vertrouwen op onze innovatieve instelling en ons pragmatisme. We vormen in de loop van het proces consortia en hopen dat de beslissingen ons uiteindelijk naar een duurzamere samenleving zullen leiden. In dit geval loopt Nederland bij deze transitie hopeloos achter bij andere landen in Europa. Bij onze focus op de Groningse problematiek en de beslissing om van het gas af te gaan hebben we niet de consortia gebouwd om aan te kunnen sluiten bij initiatieven in de landen rond om ons heen. Het gekke is, dat we wel heel goed weten wat er buiten Nederland gebeurt: Alliander heeft bijvoorbeeld jarenlang een strategieteam gehad met de opdracht om te weten waar het in de energiewereld naartoe gaat. Helaas is deze kennis niet omgezet in acties in samenwerking met partijen in binnen- en buitenland waardoor we nu op achterstand staan.
Net als de rest van de wereld, moeten ook wij in Nederland op verschillende vlakken transities in gang zetten om in onze nabije toekomst nog dezelfde mogelijkheden te hebben als die we nu hebben. Het innovatieve en pragmatische van de Nederlanders moet hierbij gecombineerd worden met het bouwen van netwerken en het in samenwerking tussen verschillende partijen komen tot een impact op grote schaal, groter dan Nederland zelf.
Door: Sjors Witjes
Sjors Witjes heeft vele private en publieke organisaties in verschillende delen van de wereld ondersteund met het verbeteren van hun bijdrage aan de duurzame ontwikkeling van de samenleving. In zijn huidige rol als universitair docent aan de Nijmegen School of Management van de Radboud Universiteit en bijzonder hoogleraar Duurzaam ondernemen aan de Universidad de Antioquia in MedellÃn, Colombia bereidt hij de nieuwe generatie voor op hun rol in de ontwikkeling van een duurzamere samenleving door nauw samen te werken met verschillende partijen binnen en buiten de academie.