De economie van gisteren komt niet meer terug
En de bijbehorende transitie vraagt ook om een kritische beschouwing van de rol en de waarde van geld.
We leven in tijden van een grote maatschappelijke verbouwing. Geloof niet te veel van de verhalen over economische wederopleving. Dat is relatief ten opzichte van structurele inkrimping. De economie van gisteren komt niet terug. Terug naar een economie van het verleden is geen optie. Dat betekent zoeken naar een andere, circulaire inrichting en naar nieuwe businessmodellen. Maar er is meer dat om fundamentele aandacht vraagt. Transitie vraagt ook om een kritische beschouwing van de rol en de waarde van geld. Niet om een discussie over de rol van complementair geld of crypto currencies aan te zwengelen. Maar anders. Kunnen we een waardensysteem bedenken waarbinnen we tegelijkertijd kunnen betalen met tijd, afval en/of in aanvulling op gewoon geld? Naast elkaar en niet door eerst weer alles te monetariseren. Die vraag proberen te beantwoorden, leidt tot een zoektocht naar de voorwaarden, bouwstenen en spelregels voor een systeem van hybride bankieren.
Kwetsbaar
Onze huidige economie is kwetsbaar. Dat maken jaren van crises wel duidelijk. De maatschappelijk-organisatorische systemen lijken om veel redenen niet meer van deze tijd. We lopen steeds vaker tegen grenzen aan. Dat uit zich in economische crises, uitsluiting van mensen en ecologische kaalslag die steeds indringender aan het worden is. Onderliggende oorzaak is een ‘enge’ visie op groei die berust op financieel-economische argumenten, gekarakteriseerd door de illusie van ‘manageriale’ beheersbaarheid. In werkelijkheid is van echte controle op het maatschappelijke systeem geen sprake. Kijk naar de malaise in de economie, de gezondheidszorg of het bankwezen. Net zoals een woudreus die van binnenuit wordt aangevreten door termieten en opeens kan omvallen. Zo lijkt hetzelfde wel met onze huidige systemen aan de hand te zijn. Het is daarom niet verwonderlijk dat er sprake is van een steeds luidere roep om transitie op steeds meer terreinen, zoals zorg, beleid, onderwijs, mobiliteit en energie. En niet in de laatste plaats banken en verzekeringen. Kortom: transitie van geld.
Het ritselt ondertussen in de maatschappij van de nieuwe oplossingen, kansen, projecten en experimenten. In de rafelranden van de oude economie werken allerlei mensen hard aan het realiseren van een veerkrachtige, duurzame, inclusieve en circulaire economie – ook al weet niemand wat dat precies betekent. Maar ja, dat is niet zo erg, zolang het maar een krachtig Man on the moon-perspectief aanreikt. Die over elkaar heen buitelende positieve ontwikkelingen zijn op zichzelf niet voldoende om een nieuwe economie te realiseren. De kunst is om deze nieuwe mogelijkheden te vertalen in organisatie- en transactiemodellen die recht doen aan de kansen die deze innovaties bieden. Die deze ondersteunen. Want de innovatieve ideeën die aan de keukentafel, op kantoor of op de zolderkamer worden bedacht, komen ook van mensen die vaak níet de beschikking hebben over gebouwen, machines, grond of geld. Komen van mensen die wel een in beginsel briljant idee hebben, maar niet de professionele competentie dat ook door te zetten en te realiseren.
Echt verbouwd?
Een fundamentele vraag die bij dit alles opdoemt is wat de rol van geld bij deze ontwikkelingen is. Is het financiële systeem nu echt verbouwd of zijn alleen zo hier en daar de scherpe randjes eraf geslepen? Onze samenleving is te zien als een niet aflatende stroom van alledaagse grotere en kleinere transacties die we samen ‘economie’ noemen. Het meest gangbare middel bij transacties is natuurlijk geld. Een blind vertrouwen in geld als dominant ruilmiddel laat zien dat dat een kwetsbaar en pervers systeem oplevert. Daarnaast sluit werken met alleen geld als transactiemiddel mensen uit van maatschappelijke deelname, domweg omdat ze geen geld hebben. Moeten we dus niet veel fundamenteler met elkaar naar de uitwisseling van waarden kijken? Wel ‘verwaarden’, maar niet noodzakelijkerwijs door te monetariseren. Is het dus mogelijk om afscheid te nemen van geld als exclusief transactiemiddel en tóch transacties te laten plaatsvinden?
In het project ‘Hybride bankieren’ opgezet vanuit de Nijmegen School of Management wordt onderzocht hoe dat zou kunnen werken. Kern is buiten het gangbare systeem en de daarbij behorende alternatieve paden te denken. De term ‘hybride’ staat voor het vermengen van ongelijksoortige zaken. Hybride betekent dat er verschillende mogelijkheden zijn om een doel te bereiken en dat deze verschillende mogelijkheden naast elkaar bestaan. Dit maakt het mogelijk op basis van verschillende soorten waarde-eenheden transacties met elkaar te doen, waarbij deze waarde-eenheden ook onderling kunnen worden geruild. Wie dit ingewikkeld vindt (dat is het namelijk), moet eens kijken naar het meest gedownloade computerspelletje Clash of clans.
Schurende ontmoetingen
Inmiddels is er zo’n anderhalf jaar onderzoek gedaan. Dat heeft in twee fasen inzicht opgeleverd in de bouwstenen van een systeem voor hybride bankieren. Samen vormt dat een waardevolle aanzet. Maar gaandeweg het onderzoek is steeds duidelijker geworden dat succes afhangt van een heleboel factoren: fiscaal, juridisch, institutioneel enzovoorts. Denken in geld zit zo in de haarvaten van ons economisch denken, dat daar omheen kunnen denken al een opgave is. Ook al laat het onderzoek zien wat echt anders denken over geld inhoudt; het is pas het begin. De confrontatie met de (be)staande werkelijkheid zal nog voor veel ‘schurende’ ontmoetingen zorgen.
Prof. dr. Jan Jonker is hoogleraar Duurzaam Ondernemen aan de Radboud Universiteit te Nijmegen. Daarnaast bekleedt hij de Pierre de Fermat leerstoel aan de Toulouse Business School in Frankrijk. Zijn werk concentreert zich op drie samenhangende thema’s: de opkomst van de WEconomy, het ontwikkelen van nieuwe businessmodellen en anders denken over geld oftewel ‘hybride bankieren’.
Eerder gepubliceerd op Executive Finance.