
Echte, oprechte gesprekken zijn de sleutel tot een sterke verbinding – of je nu coacht, begeleidt of gewoon betekenisvolle dialogen wilt voeren. Maar hoe zorg je ervoor dat je gesprekken authentiek blijven, zonder jezelf te verliezen of ongemerkt te projecteren op de ander?
Meer echtheid in je gesprekken: zo doe je dat
In hoofdstuk 1 van zijn boek Wat effectieve coaches anders doen geeft Sergio van der Pluijm praktische tips om meer echtheid in je gesprekken te brengen. Van een korte check-in bij jezelf vóór het gesprek tot het geven van opbouwende feedback en het stellen van grenzen – deze inzichten helpen je bewuster en effectiever te communiceren. Daarnaast leer je hoe zelfcompassie en supervisie je kunnen ondersteunen in je groei als coach of gespreksleider.
Doe vlak voor ieder gesprek een korte check-in bij jezelf
Hierdoor activeer je weer even je lichaamsbewustzijn, waardoor je daar ook tijdens het gesprek meer toegang toe hebt. Je lichaam (inclusief je adem, je houding en je emoties) is immers een belangrijke bron van informatie. Bovendien houd je zo beter gescheiden wat van jou is en wat van je coachée.
Nogmaals, je hoeft niet alles wat je ervaart te delen met je coachée, maar wees tenminste eerlijk naar jezelf over vragen als:
- Hoe is mijn adem?
- Hoe voelt mijn lijf?
- Hoeveel energie heb ik?
- Hoeveel zin heb ik in dit gesprek? En waarom is dat zo?
- Wat maakt dit gesprek met deze persoon voor mij betekenisvol?
- Wat voor energie en houding wil ik deze coachée aanbieden?
- Hoe kan ik voor deze coachée het meest van betekenis zijn?
Wees opmerkzaam over wat de coachée bij jou losmaakt
Volgens Miller en Moyers is het essentieel dat je opmerkzaam bent op het effect van de coachée op jou, tijdens de sessie. Dit vraagt van je dat je een deel van je aandacht reserveert voor je eigen binnenwereld en dus regelmatig bij jezelf blijft inchecken, ook tijdens de sessie. En hoe vaker je dit oefent, des te makkelijker en sneller je het kunt.
Volgens Miller en Moyers is er een positieve relatie tussen acceptatie van jezelf en acceptatie van anderen. Het omgekeerde geldt ook: wanneer we dingen van onszelf niet accepteren, bestaat er altijd het risico op projectie. Hierbij schrijven we aan anderen juist toe wat we in onszelf onderdrukken. Een pakkend Engels gezegde hierover is: ‘If you spot it, you got it!’ Het beoefenen van mindfulness kan hier enorm goed van pas komen, omdat je daarbij jezelf oefent om – zonder oordeel – opmerkzaam te zijn op je binnenwereld. Hierdoor kunnen zowel lichaamsbewustzijn als zelfacceptatie toenemen.
Geef opbouwende feedback
Als mens hebben we regelmatig feedback nodig om beter te kunnen functioneren in ons werk en onze relaties. En waar dierbaren soms vervallen in vergoelijken, verhullen of verwijten, kun je als coach echt het verschil maken door eerlijke en genuanceerde feedback te geven. Voor veel mensen is negatieve feedback ontvangen echter nog niet zo gemakkelijk, zeker als ze toch al niet zo lekker in hun vel zitten. Dus hoe om te gaan met dit spanningsveld?
Hier kan de zelfdeterminatietheorie ons helpen. Volgens deze theorie heeft ieder mens behoefte aan autonomie, verbinding en competentie (zie de inleiding). Respecteer daarom altijd de autonomie van je coachée door te checken of deze op dit moment openstaat voor feedback. Breng de feedback met empathie en respect, zodat de verbinding intact blijft. En denk vooraf na over de vraag wat je coachée in de toekomst anders kan doen of vraag naar haar eigen ideeën hierover (competentie). Zo wordt de feedback ook echt opbouwend en zal deze beter worden ontvangen.
Omdat het nooit kwaad kan, frissen we nog even de feedbackregels op:
- Beschrijf wat je zag, hoorde of anderszins te weten kwam.
- Benoem het effect op jou of eventuele andere betrokkene(n).
- Check of dit het gewenste effect is.
- Zo niet: wat is een betere manier om het gewenste effect te bereiken?
- Optioneel: als je coachée er zelf niet uitkomt, kun je een tip geven en/of samen een andere handelwijze oefenen.
Beoefen zelfcompassie
Zelfcompassie gaat over ‘vriendelijk en zorgzaam met jezelf omgaan’. Volgens psycholoog en onderzoeker Kristin Neff (2013) valt zelfcompassie uiteen in drie elementen: mindfulness, zelfvriendelijkheid en gedeelde menselijkheid. Neff stelt dat deze elementen als het ware ‘medicijnen’ zijn voor drie neigingen van veel mensen die stress ervaren, respectievelijk: piekeren, zelfkritiek en schaamte. Bij het derde medicijn, ‘gedeelde menselijkheid’, focus je vooral op wat wij mensen met elkaar gemeen hebben.
We willen allemaal graag gelukkig, gezond en geliefd zijn, nietwaar? En dit is nog niet zo eenvoudig, want we hebben allemaal weleens negatieve gedachten over onszelf en/of anderen. We ervaren allemaal lastige emoties op zijn tijd. We krijgen allemaal in enige vorm te maken met verlies – verlies van dierbaren, dromen, jeugdigheid, gezondheid, materiële zaken en meer. We ervaren allemaal momenten waarop we niet voldoen aan ons eigen ideaalbeeld. Het kan enorm verbindend zijn om als coach deze gedeelde menselijkheid voor ogen te houden en het beoefenen van zelfcompassie helpt daarbij.
Durf grenzen te stellen
Er zijn ook situaties waarin je als coach ‘op de proef wordt gesteld’ en het belangrijk is om een grens te stellen. Zo was er eens een beginnende coach in Engeland die van haar moeder een leuk jasje had gekregen. Op zekere dag coachte zij een nogal uitdagende dame, die zei: ‘Wat is dát voor raar jasje! Het is te kort om je billen te bedekken en te dun om je warm te houden!’ Eerst reageerde de coach vriendelijk: ‘Oh, dit jasje … Ja, dat was een geschenk van mijn moeder.’ Toen de coachée echter maar door bleef zeuren over haar rare jasje, werd ze het op een gegeven moment zat en riep uit: ‘Oh, fuck off!’ Ze schrok van zichzelf, maar de coachée schoot in de lach en zei: ‘Kijk, nu weet ik dat ik je kan vertrouwen en de vreselijke dingen kan vertellen die ik heb meegemaakt …’ (Nelson, 2010).
Moraal van het verhaal: durf assertief te zijn als coach en weet dat je daarmee ofwel een mooi voorbeeld bent ofwel laat zien dat je stevig genoeg bent voor deze coachée.
Doe aan supervisie en intervisie
Om echt te kunnen zijn als coach is het belangrijk dat je jezelf goed kent. Van onschatbare waarde hierbij is het deelnemen aan inter- en supervisie. Intervisie kun je al realiseren als je twee of drie collega’s of vakgenoten kunt vinden die zich ook verder willen ontwikkelen volgens een bepaalde visie. Een korte Google-search en je vindt meer dan genoeg intervisiemodellen die je kunt inzetten.
En bij supervisie is het de kunst iemand te vinden die voor jou voldoende ‘caring en daring’ is. Zowel voor intervisie als supervisie zou ik je willen aanraden om te kiezen voor een positieve, krachtgerichte of ook wel oplossingsgerichte insteek. Een mooie beschrijving hiervan vind je in het boek Positieve supervisie en intervisie door Fredrike Bannink (2015).
Door: Sergio van der Pluijm
Bron: Wat effectieve coaches anders doen – De acht vaardigheden die het verschil maken