Binnen Het Nieuwe Werken nemen flexibele werktijden en thuiswerken een belangrijke plek in. Dat kan aan de ene kant een besparing opleveren voor ondernemers en werknemers, maar in sommige gevallen is dat zeker niet zo: directeur-grootaandeelhouders (dga) zijn vanaf 2011 flink duurder uit als ze hun werkplek thuis inrichten en voorzien van apparatuur.
Met de komst van de nieuwe werkkostenregeling worden de kosten voor een bureaustoel, computer, nietmachine en printpapier als loon gezien. Volgens fiscalisten moet een dga hierdoor uiteindelijk meer belasting betalen, zo schrijft De Telegraaf.
Werkkostenregeling en werkplek
In de werkkostenregeling (wkr) is er speciale aandacht voor de werkplek van werknemers. Vergoedingen die in dit kader wordt verstrekt door een baas, mogen op ‘nihil’ worden gewaardeerd. Zo vallen deze kosten buiten het budget van 1,4%. Deze vergoedingen moeten wel gerelateerd zijn aan de arbeid op het werk. Ze gelden niet voor de thuiswerkplek.
“En daar zit nu precies de crux voor de startende, maar ook bestaande dga”, zegt belastingadviseur Lonie Blomsma van Blomme Basis in De Telegraaf. “De dga wordt in de wkr gezien als zijnde in dienst van zijn bv. De kosten die de dga maakt, zijn altijd loon, verstrekt door de vennootschap. De regel dat vergoedingen om de thuiswerkplek in te richten niet op nihil mogen gewaardeerd, geldt ook voor hem.”
Volgens Blomsma heeft menig dga een kantoor of praktijkruimte in het eigen woonhuis die belastingtechnisch wordt gezien als thuiswerkplek. “Alle kosten voor de inrichting en overige kosten vallen dus onder het budgetje van 1,4%. Die ruimte wordt al snel overschreden. Een bureau en bijbehorende stoel die een dga nu nog € 1000 kosten, worden ineens € 800 duurder. Vanwege de 80% belasting die moet worden betaald”, illustreert Blomsma. De belastingdeskundige heeft een brief geschreven naar de Vaste Kamercommissie Financiën van de Tweede Kamer om de kwestie onder hun aandacht te brengen.
Probleem onderkend
Het College van Belastingadviseurs onderkent het probleem. “De wkr verhoogt ook nog eens de lasten voor de dga, als die een werknemer heeft die bij hem thuis werkt. De nietmachine van de dga is dan voor hem belast loon. Terwijl de nietmachine voor het personeelslid een werkplekvoorziening is, die onbelast kan worden vergoed. Het apparaatje wordt immers gebruikt buiten de woning van de werknemer. Hoe moet een ondernemer dit vastleggen?”
In reactie maakt de Belastingdienst voorbehoud op enkele delen van het commentaar. Volgens een woordvoerder kunnen Arbo-gerelateerde verstrekkingen, zoals een stoel, namelijk wel degelijk tegen nihil worden gewaardeerd. “Hetzelfde geldt voor aparte werkplekken of bedrijfsruimtes aan huis, met een eigen ingang. Wie opereert vanuit de ‘zolderkamer’ mag een portable computer en mobiele telefoon die daar wordt gebruik, ook buiten het budget van 1,4% laten”, aldus de woordvoerder.
Ondanks de relatieve onduidelijkheid rond de thuiswerkfaciliteiten blijkt uit de nieuwste BDO Werkkostenscan dat het voor dga’s die via hun eigen BV verloond worden, vrijwel altijd beter is zo snel mogelijk over te stappen op de nieuwe werkkostenregeling, zegt BDO. “Dat overstappen voor hen gunstiger is, is bijna regel en zeker geen uitzondering. Daarbij komt dat ook al stapt de eigen holding of management BV over op de werkkostenregeling, de werkmaatschappij(en) dat niet hoeft (hoeven) te doen. Iedere BV maakt zijn of haar eigen keuze”
Bronnen: De Telegraaf en BDO