De inrichting van de lokale sociale sector is sterk aan het veranderen. Niet zelden komt de positie van middenmanagers (of teamleiders) hierbij in het gedrang.
Dat is niet terecht, vindt Vincent de Waal, promovendus aan de Universiteit voor Humanistiek. Volgens hem spelen zij juist een belangrijke rol in de innovatie van de sector. Op maandag 29 september 2014 verdedigde hij zijn proefschrift De vooruitgeschoven middenvelder: De innovatiekracht van middenmanagers van welzijnsorganisaties met het oog op actief burgerschap.
Sociaal beleid is in toenemende mate lokaal sociaal beleid. Daarbij verwacht men van burgers een grotere rol in hun directe woon- en leefomgeving. De noodzaak van burgerinzet staat nu meer centraal: mensen dienen meer hun verantwoordelijkheid te nemen voor het eigen welbevinden en dat van kwetsbare medeburgers. Lokale organisaties proberen zich te ontwikkelen van aanbieders van diensten naar sociale ondernemingen die burgers op dit terrein faciliteren. Ze hebben nu vooral de taak mensen zo goed mogelijk te ondersteunen en te stimuleren tot zelfwerkzaamheid. Voor teams van sociale professionals is dit uitgangspunt van ‘actief burgerschap’ leidend geworden. Van hen wordt een andere rol verlangd en de inzet van (deels) nieuwe kwaliteiten.
Welzijnsorganisaties centraal
In De vooruitgeschoven middenvelder staan de middenmanagers (teamleiders) van welzijnsorganisaties centraal. Zij zijn de afgelopen jaren direct en actief betrokken geweest bij deze omslag in hun sector. In deze studie is onderzocht hoe ze hier tegenover staan en op welke wijze ze hieraan hebben bijgedragen. De inrichting van de lokale sociale sector is aan diverse veranderingen onderhevig en heeft gevolgen voor de positie van deze middenmanagers en hun teams. Deze studie geeft antwoord op de vraag welke rol er voor middenmanagers in de toekomst is weggelegd. Hun bijdrage aan lokale innovatieprocessen en aan de sociaalpedagogische opdracht van sociale professionals wordt vanuit theorie en empirie nader verkend.
Vincent van Waal is werkzaam als docent en onderzoeker bij Hogeschool Utrecht, Instituut Social Work. Sinds 2002 is hij onderzoeker binnen het Kenniscentrum Sociale Innovatie, en vanaf 2012 betrokken bij de WMO- werkplaats Utrecht. Voor zijn promotieonderzoek werd hij begeleid door Roelof Hortulanus en Hans van Ewijk, beiden als bijzonder hoogleraar verbonden aan de Universiteit voor Humanistiek.
Bron: Universiteit voor Humanistiek.